Secretly Canadian, 2020
Als er een artiest is die somberte en desolaatheid een stem weet te geven, dan is dat Jason Molina. Eigenlijk moet er staan ‘wist’ in plaats van ‘weet’, want de zanger/gitarist is niet meer onder ons, maar met Songs: Ohia en Magnolia Electric Co. en onder zijn eigen naam heeft Molina een aantal platen gemaakt waarop de tijd geen vat heeft gehad, dat wil zeggen dat de emotionele impact nog altijd groot is.
Zeven jaar na zijn dood verschijnt bij Molina’s vertrouwde label Secretly Canadian zijn laatste soloplaat. Het is een verzameling songs die de betreurde zanger opnam in februari 2009. De songs zijn gemaakt in een tijd dat het niet goed met hem ging. Molina woonde destijds in Londen, waar zijn echtgenote haar werk had. Verwijderd van zijn bandleden, voelde de singer/songwriter zich niet echt thuis in de Engelse hoofdstad, wat hem er overigens niet van weerhield zich te verdiepen in de historie van de stad, die zeven poorten gehad zou hebben (wat discutabel is). Molina verzon een achtste poort.
Molina verzon wel meer, zoals de beet van een spin die hem in het ziekenhuis deed belanden. In werkelijkheid lieten de sporen van excessief alcoholgebruik zich niet meer uitwissen en tastten ze Molina’s lichamelijke conditie aan. Het leidde uiteindelijk tot zijn dood aan leverfalen in 2013, juist op een moment dat hij weer enigszins herstellende leek. De man wordt gemist, en daar verandert het postuum verschenen Eight Gates niets aan. Toch is het fijn dat nog een collectie niet eerder uitgebrachte songs nu het licht ziet.
Opvallend is dat Molina in zijn muziek op dit album enigszins teruggrijpt naar zijn Songs: Ohia-periode. Het meer op country gerichte en ook wat meer gepolijste latere werk van Magnolia Electric Co. is een invloed die nauwelijks terug te horen is op de nieuwe plaat. In feite bevindt de muziek zich tussen Songs: Ohia en Molina’s eerdere soloplaten in. Enkele songs roepen The Lioness in herinnering, en hoewel sprake is van korte songs, zijn ook enkele sfeerschetsen in de trant van Ghost Tropic herkenbaar.
Net als op Molina’s eerdere solowerk, is de instrumentatie op het nieuwe album spaarzaam en wordt er sober gemusiceerd. Sommige songs zijn wat meer ingekleurd dan andere, zijn ook min of meer af, terwijl andere zich nog in het oefen- of experimenteerstadium lijken te bevinden. Dat laatste is overigens geen bezwaar: de muziek van Molina heeft altijd gedijd bij een ongepolijst en niet te veel uitgewerkt eindresultaat. Ook zijn teksten lijken op dit album gedeeltelijk schetsmatig of vrij associërend tot stand te zijn gekomen. De plaat ademt daardoor een zekere spontaniteit, iets wat de beste muziek van Molina altijd heeft bezeten.
Het mag duidelijk zijn dat de muziek op Eight Gates geen vrolijke kost is. Melancholie en tristesse zijn Molina’s handelsmerk en de nieuwe plaat past qua sfeer ergens tussen Didn’t It Rain, Let Me Go, Let Me Go, Let Me Go het door hem gezongen werk op Molina & Johnson, het laatste album dat Molina maakte voordat hij door gezondheidsproblemen uit beeld verdween. Zijn niet helemaal vaste maar emotievolle tenorstem klinkt op het postuum verschenen album als vanouds en daarmee – en zeker in combinatie met de teksten – grijpt de zanger je bij de strot. Molina was nu eenmaal een meester in het troost brengen door de luisteraar juist zijn duistere kant en de leegte in hemzelf te laten voelen.
Het werk van Molina dat nu is verschenen betitelen als behorend tot zijn beste werk, zou niet overeenkomen met de werkelijkheid. Waarschijnlijk zou een deel van de songs een andere uitwerking hebben gekregen als Molina daarvoor de tijd gegeven was. Wel is de muziek een bewijs van de veronderstelling dat in Molina’s brein nog meer dan voldoende ruimte aanwezig was om tot nieuwe muziek te komen die er toe doet. Veel van zijn sterke punten zijn op Eight Gates te horen, een album dat je als luisteraar niet onberoerd zal laten. Het maakt Molina’s te vroege dood des te betreurenswaardiger.