Glitterhouse, 2020
Als het om populariteit gaat, vindt Duitstalige muziek over het algemeen zijn begrenzing in het eigen taalgebied. In Nederland schoppen Duitse bands die in hun moerstaal zingen geen deuk in een pakje boter. Oké, incidenteel is er wel eens een hitje (‘Haus am See’ van Peter Fox), bij alternatievelingen wil nog wel eens een plaat van Tocotronic in de kast staan en Die Nerven zijn met enige regelmaat in het Nederlandse clubcircuit te vinden, maar dan houdt het wel zo’n beetje op.
Het is jammer, want er gebeurt genoeg interessants bij onze oosterburen. Zo is daar bijvoorbeeld Trixsi, een nieuwe band uit Hamburg die in staat is toegankelijke songs met een stekelrandje te produceren. “Bisschen Keller, bisschen dreckig, bisschen Rock, ganz viel Hamburg!”, zo omschrijft de band het zelf en daar zit wel wat in. De groep bestaat uit de gitaristen Torben Leske (Herrenmagazin) en Kristian Kühl (Findus), drummer Paul Konopacka (Herrenmagazin), bassist Klaus Hoffmann (Jupiter Jones) en zanger Jörkk Mechenbier (Love A).
Er zit dus de nodige ervaring in Trixsi, maar het debuutalbum Frau Gott klinkt als afkomstig van een stel enthousiaste jonge honden. De bandleden hebben zich kennelijk tot doel gesteld om vooral niet te gecompliceerde indierock, post-punk en punk te maken, waarbij echter wel enige diepgang is toegestaan, zowel muzikaal als tekstueel. De jaren negentig zijn niet ver weg, wat vooral te horen is in de gruizige gitaarpartijen en de ietwat rauwe sound, hoewel de groep niet lo-fi klinkt. Muzikaal doet de muziek wel regelmatig denken aan lo-fi indierock zoals die in de negentiger jaren in Amerika werd gemaakt.
“Ja, es geht mir schlecht”, zingt Mechenbier in opener ‘Jana Lüttich’ nog voordat er een noot heeft geklonken. Verderop in dezelfde song: “Ja, ich mach mir Sorgen wegen morgen / Und ja, ich mach mir ständig Sorgen wegen dir”. In ‘Trauma’ spreekt de vocalist zijn trauma’s en pijnen aan en in ‘Ab Morgen’ kotst hij tijdens een festival in een tent, tot ongenoegen van zijn vriendin en tot zijn eigen schaamte. Het zijn geen vrolijke thema’s, maar toch is Frau Gott geen depressieve plaat, uiteindelijk ook niet tekstueel. Het is beslist geen Isolation Berlin, want Trixsi kent ook ironie. Mechenbier vangt de tijdgeest, maar zingt ook over persoonlijke beslommeringen zoals jeugdherinneringen. Zijn bespiegelingen drukt hij uit in scherpe maar vooral duidelijke taal.
Aan dat laatste draagt bij dat de woorden met overtuiging worden gebracht en dat de zang vrij dik over de muziek heen ligt. Mechenbiers vrij hoge en geprononceerde stem kan soms irriteren, zoals in het snelle ‘Autobahn’, maar in de meeste songs weet hij de juiste toon te treffen. De muziek is energiek en de songs zijn, op een enkele uitzondering na, sterk. Soms komt de grens van pathetiek dichtbij, maar steeds weet Trixsi aan de goede kant van de streep te blijven. ‘Ab Morgen’ is een aanstekelijke song die toegankelijkheid (wellicht zelfs hitpotentie) koppelt aan een stevige voordracht. Het refrein is niet meer uit je kop te krijgen.
Trixsi overtuigt ook in de paar langzamere songs, zoals het titelstuk. De energie gaat niet verloren en de muziek klinkt meeslepend. “Ich hab’ von Gott geträumt, sie war Schwarz, sie war lesbisch, sie war ziemlich müde”: het is bijna te veel van het goede, maar Mechenbier komt ermee weg in deze song waarin weltschmerz doorklinkt en de boodschap duidelijk is. De wereld is een puinhoop en God is er klaar mee. “Sie war nich wütend und frustriert, nur reichlich desillusioniert nach all den Jahren”. De indierock- en post-punkgitaren stuwen de song naar grote hoogte.
Ook in ‘Menschen’ wordt een negatief mensbeeld geëtaleerd. “Alles was die Menschen tun is traurig, weil sie nicht wissen wie das Glücklichsein geht.” Het is de enige song waarin de muziek echt somber klinkt, wat aan de overtuigingskracht overigens niets afdoet. Er is echter ook ruimte voor humor: afsluiter ‘Iro City Express’ is een ironische punkrocksong over punkrock en met een speelduur van een minuut en twintig seconden voldoet de song ook nog eens aan de doctrine dat een punkrocksong kort hoort te zijn.
Een enkele song kan minder bekoren, zoals ‘7 oder 9’, waarin de melodie (en melodieën zijn een kracht van deze band) minder memorabel is, maar over het algemeen brengt Trixsi op Frau Gott op overtuigende wijze expressieve en levenslustige indierock die, hoewel geworteld in de jaren negentig, in het huidige tijdsgewricht niet misstaat. En de bezongen onderwerpen mogen dan niet getuigen van een optimistisch wereldbeeld, de muziek werkt gegarandeerd stemmingverhogend. Sterke debuutplaat van een band die wellicht als zijproject moet worden gezien, maar hopelijk vaker van zich laat horen.