Faux Amis, 2020

Het impro/noise-gezelschap Lärmschutz, waarvan de kern bestaat uit Rutger van Driel en Stef Brans, laat zijn muzikale uitgaven in hoog tempo op elkaar volgen. De muziek wordt veelal uitgebracht op cassette. Vorig kalenderjaar lieten de Utrechters iedere maand een tape het licht zien met op de ene kant werk van musici die door de leden van Lärmschutz worden bewonderd en op de andere kant een of meer improvisaties van de Utrechters zelf, gebaseerd op de muziek van de act die op de andere kant van de cassette staat.

Het was een goed idee, zoals de improvisaties van Lärmschutz vrijwel altijd gebaseerd zij op originele ideeën, en het is kennelijk zo goed bevallen dat ook in dit jaar tapes op het eigen Faux Amis-label verschijnen die op dezelfde manier tot stand zijn gekomen. Inmiddels is de serie split-tapes toe aan deel 15 en daarvoor is de Portugese gitarist Jorge Nuno degene met wie Lärmschutz de cassette deelt.

Nuno is de gitarist van de avant-garde psychedelische band Signs of the Silhouette, waarvan vorig jaar het album Wigwam verscheen. De Portugees speelt ook in Dead Vortex, een kwartet waarin eveneens psychedelische wegen worden verkend, waarbij jazz en vrije improvisatie zich als invloed doen gelden. Een reis naar Sao Paulo leverde het album Hãl op, waarop de gitarist in duoverband is te horen met de Braziliaanse percussionist Marcio Gibson, en een tweede reis leidde tot het verschijnen van het album Sao Paulo, een samenwerking met drie Braziliaanse muzikanten en de eerste release van de Jorge Nuno Connection, een serie waarin de gitarist samenwerkingen zal aangaan met muzikanten uit verschillende plaatsen op de wereld.

Op Faux Amis Volume 15 horen we Nuno op akoestische gitaar in een intieme setting. Hij speelt vijf improvisaties waarin opvalt dat de muziek dichtbij en zelfs bijna tastbaar klinkt. Het aanslaan van de snaren en de bewegingen van de vingers over de snaren zijn goed te horen en vormen een wezenlijk onderdeel van de muziek, evenals andere bijgeluiden die hoorbaar zijn. Nuno weet zijn gitaar schurend, schrapend, wringend, draaiend en wrijvend te laten klinken, maar toch is hij niet alleen maar onconventioneel in de weer.

Wel is duidelijk dat de Portugees constant aan klankonderzoek doet. Dat komt goed naar voren in opener ‘Rua do Polo Sul 1’, dat opent met wringende klanken, maar overgaat naar het bestuderen van de klankmogelijkheden van steeds één toon. Nuno laat boventonen klinken, verbuigt de toon, maakt op de achtergrond ruisende klanken en wisselt een paar keer van toon. Verderop wordt het spel bedrijviger, maar de muziek moet het nog steeds hebben van de klanken van elke snaar afzonderlijk, niet van akkoordprogressies of snel opeenvolgende noten.

Ook in de andere delen van ‘Rua do Polo Sul’ volgt Nuno een parcours waarin hij met enige rust de mogelijkheden van het instrument onderzoekt. In het tweede stuk schraapt hij met een voorwerp over de snaren en daarmee brengt hij onorthodoxe accenten aan in de voornamelijk bedaarde getokkelde muziek. In het levendige derde stuk vormt het melodische element een belangrijke factor, evenals het verkennen van de hoogste regionen van het instrument, terwijl in de laatste improvisatie juist het onconventionele aspect toonaangevend is. Voor alle vijf delen geldt dat de gitarist traditioneel en experimenteel spel in hetzelfde stuk stopt, zonder dat het geforceerd overkomt. Dat is knap en boeiend om naar te luisteren.

Met het materiaal dat Nuno voor de split-release heeft aangereikt, zijn Van Driel en Brans aan de slag gegaan. Hoewel zij in staat zijn de nodige elektronische herrie te produceren, kiezen zij er nu voor om de muziek volledig akoestisch te brengen. In vier stukken zijn Utrechters te horen op trombone (Van Driel) en akoestische gitaar of mandoline (Brans). De muziek van Nuno dient als inspiratie; Lärmschutz maakt zijn eigen muziek en neemt geen passages over van de artiest die de andere kant van de tape bevolkt.

Wel probeert het Nederlandse duo een intieme setting te creëren, net zoals de Portugees. Iets van de rust in het spel van Nuno is terug te horen in het snarenspel van Brans in ‘Polo Leste’, terwijl Van Driels trombone gromt en woelt. De klankkast wordt benut als percussief instrument, dat wil zeggen dat er over gewreven wordt, zonder een ritme te creëren. Aan het einde klinkt de trombone met hogere tonen wat voller door en dat zet zich voort in ‘Polo Norte’, waarin Brans de mandoline bespeelt, eerst met een strijkstok, later staccato tokkelend en ook slaand op het instrument. Waar Brans aan het einde melodische geluiden uit zijn instrument tovert, respondeert Van Driel met uiterst lage, monotone klanken.

Net als bij Nuno is bij Lärmschutz het onderzoekende element belangrijk, maar bij het duo speelt ook de onderlinge interactie een rol. Dat de twee elkaar inmiddels van haver tot gort kennen, betekent niet dat ook maar ergens sprake is van routinematig handelen. Mandoline en trombone blijken uitstekend bij elkaar te kleuren, zoals ook te horen is in ‘Polo Oeste’, al weet Van Driel zijn trombone soms zo te laten klinken dat het erop lijkt dat hij ondraaglijk lijdt. Brans bespeelt de mandoline ook met voorwerpen, daarmee de oorspronkelijke klank van het instrument verbuigend. In slotstuk ‘Polo Sul’ klinkt de trombone melodisch en aanvankelijk ook multifonisch, terwijl de gitaar het contrapunt verzorgt.

Het mag hier al gaan om het vijftiende deel van de serie split-uitgaven van Lärmschutz, er valt nog genoeg te beleven, zeker als de muzikanten, zoals in dit geval, in een intieme setting bijzondere aspecten van zichzelf blootgeven. Nuno’s rijke gitaarspel en de vrije wisselwerking tussen Van Driel en Brans zorgen voor een meer dan geslaagde split-release. Op naar deel 16.

Faux Amis Volume 15 bandcamp

Jorge Nuno bandcamp

Faux Amis Records bandcamp

Lärmschutz bandcamp