Pogo, 2020
ILS is een kwartet uit Portland, Oregon, bestaande uit vocalist Tom Glose (Black Elk), gitarist Nate Abner (Clarity Process), bassist Adam Pike (White Orange) en drummer Tim Steiner (Passerby). Er schuilt dus wat muzikale ervaring in het viertal. Dat is ook te horen, want de band maakt weliswaar geen originele muziek, maar weet hoe een noisy song moet klinken en hoe met energie om te gaan.
De muziek van ILS is een mengeling van noiserock, post-hardcore en punk, waarbij men regelmatig ook behoorlijk sludgy klinkt. Hoe goed dat uitpakt, was al te horen op de in 2018 verschenen ep Pain Don’t Hurt. Nu is het tijd voor het eerste volledige album, Curse, en die doet niet onder voor de ep. Het album bevat overigens alle vijf nummers van de ep, dus dat was kennelijk een voorproefje voor het langere werk.
Het woord ‘langere’ is hier relatief, want de lp neemt alles bij elkaar slechts een half uur in beslag. Het is genoeg voor tien knetterharde songs die stuk voor stuk indruk maken. Er is geen mededogen, geen rempedaal en geen schoonheid. Wat er wel is: woede, agressie en pure passie. De muzikale geestdrift straalt van elke gespeelde noot af. De nummers zijn ontdaan van overbodige franje en komen recht uit het hart.
Opener ‘Bad Parts’ heeft wat weg van Unsane, maar ILS heeft een net iets andere sound en bovendien een onderscheidende vocalist in Glose, die een droge en harde zangstem afwisselt met geschreeuwde vocalen. De Unsane-vergelijking gaat mank door de sublieme tempowisseling in de song. De zang klinkt licht vervormd in het begin van ‘Curse’, een midtempo-song die qua stootkracht niet het uiterste uit de kan haalt, maar dat compenseert met een mooie melodieuze gitaarpartij. Het schuurt en wringt een beetje en dat is het aantrekkelijke aan deze song.
‘Don’t Hurt Me’, dat begint met een stevige baspartij, is gezegend met een ijzersterke riff en zet de muziek terug op ramkoers, hoewel ook hier ruimte is voor nuance in de coupletten, waar de riff alleen door de bas wordt gespeeld en een heldere gitaarlijn daar overheen beweegt. Vanaf de eerste drumslagen hakt ‘No Luck’ erin met een vette bas, sludgy gitaarpartij en vanuit de tenen geschreeuwde vocalen, alsof Kvelertak ze op de hielen zit, afgewisseld met een droge zang/praatstem.
Een stuk trager is ‘Noose’, maar de hard slaande Steiner en de laag bassende Pike zorgen voor de nodige power. Het drietonige gitaarmotief beitelt zich in je hoofd. ‘White Meat’ begint met een kuchende en hoestende Glose, maar dat is geen verwijzing naar de huidige pandemie. De song werd daarvoor geschreven en handelt over hebzuchtige zakenlui en racisme. De boosheid is hoor- en voelbaar, maar ook hier weet de band nuance in zijn agressie aan te brengen.
Echt gas terugnemen is er echter niet bij, want met ‘Northstar’ dendert ILS door in een stijl die richting sludge metal gaat. “It just doesn’t matter / the girl’s got a mohawk” zingt Glose en het klinkt zeer verontrustend. De schreeuw aan het eind doet vermoeden dat het niet goed afgelopen is. In ‘Casket Case’ klinkt de band bijna groovy. De jaren negentig-invloed is groot, maar niet storend. De laag ronkende bas is hier de speciale attractie.
‘It’s Not a Lard But It’s a Cyst’ opent met een zware bas. De afwisseling van de vocalen werkt goed, maar het is vooral het beukende ritme waaraan de song zijn kracht ontleent. Af en toe wordt dat ritme losgelaten, mag de gitaar rondzwieren, maar de agressieve bas en drums zorgen ervoor dat de trommelvliezen gegeseld blijven worden. ‘For The Shame I Bring’ is net als op de ep de afsluiter. Glose schreeuwt de longen uit zijn lijf en vooral ritmisch gebeurt er veel. De verhouding tussen brute kracht en nuance is in evenwicht. De beste song is voor het eind bewaard.
Zo doe je dat dus, al zijn alle songs sterk en valt er niet een uit de toon. ILS is een noiserock/post-hardcore-band die zijn geluid op orde heeft, de nodige agressie bezit maar die ook doseert en kanaliseert in relatief korte songs met een kop en een staart. Het staat garant voor een verhoogd adrenalinepeil en woest bewegende ledematen.
Opduvel 