Eigen beheer, 2020

In coronatijden is het door een gebrek aan optredens voor muzikanten moeilijk om hun muziek aan de man te brengen. Ook de muzikale interactie vereist vaak nabijheid die nu niet altijd mogelijk is. Creatieve oplossingen worden gezocht en dat leidt soms tot fraaie resultaten, zoals in het geval van de Zweedse saxofonist Per Gärdin en de Duitse basklarinetttist Rainer Weber. Zij maken van de nood een deugd en bewijzen met Distant Calls / No Questions dat zij ook op afstand in staat zijn samen te musiceren en improviseren.

Gärdin was aanvankelijk autodidact muzikant, maar later is hij saxofoon gaan studeren. Daarnaast studeerde hij aan de universiteit van Stockholm ook musicologie, etnologie, filosofie en ideeëngeschiedenis. Al eind jaren zeventig experimenteerde Gärdin met elektronica, in de elektronische muziekstudio in de Zweedse hoofdstad, waar een Buchla synthesizer werd gecombineerd met blaasinstrumenten. Daarnaast speelde de saxofonist ook modern klassieke muziek en was hij te vinden in allerlei kleine ensembles. Onlangs verschenen van het trio Per Gärdin/Lars Bröndum/Mats Dimming tegelijkertijd drie releases met vrij geïmproviseerde muziek.

Weber studeerde muziekwetenschap, germanistiek en filosofie. Als basklarinettist onderzoekt hij al improviserend de mogelijkheden die het instrument biedt, waarbij ook hij het gebruik van elektronica niet uit de weg gaat. Weber treedt solo op, maar is ook te vinden in onder meer Die SUBunternehmer (met fluitist Detlef Brenken), stichtarbeit raupach-weber (met slagwerker Ulrich Raupach) en het Copal Free Music Quintet. Ook maakt de basklarinettist deel uit van het kunstenaarscollectief Singularity Arts Collective en werkt hij onder de noemer wortklangmusik samen met sprekers. Muziek en performance gaan samen in Adam Noidlt Missiles.

Het mag duidelijk zijn dat we te maken hebben met twee muzikanten met muzikale bagage in een breed spectrum. Op Distant Calls / No Questions beperken de muzikanten zich overigens tot akoestische instrumenten. Gärdin horen we op sopraan- en altsax en Weber op basklarinet, geprepareerde basklarinet en daxofoon. De stukken zijn door verschillende benaderingen tot stand gekomen, wat de variëteit ten goede komt.

De rietinstrumenten waar Gärdin en Weber op spelen verschillen qua klank, maar met verschillende technieken kunnen de muzikanten qua klankkleur naar elkaar toe kruipen. In opener ‘Reflections’ is het onderscheid duidelijk. De Duitser legt een lijn, als een drone, en de Zweed improviseert op zijn sopraansax, met een belangrijke rol voor het geluid van de kleppen. Het spel van Weber wordt steeds roeriger, tegen het overblazen aan, en ook Gärdin spreekt zijn topregister regelmatig aan. Nog voor de eerste drie minuten zijn verstreken, mengt de basklarinettist zich in het drukke gewoel van de saxofonist en is sprake van een gelijkwaardig duet. De warme diepe toon van de basklarinet en de dunne tonen van de sopraansax matchen goed.

In ‘Triptych’ horen we Gärdin, nu op altsax, in zijn kenmerkende fladderende stijl, waar Weber zijn steentje aan bijdraagt. De improvisatie is speels en avontuurlijk en de muzikanten klinken soms zo enthousiast als kinderen in een speeltuin. De muziek is zo weergegeven dat veel te horen is, vooral het dichtslaan of rammelen van de kleppen van de instrumenten. Het fungeert als een soort vrije percussie. Na ruim vier minuten volgt een spannend stuk, waarin de stilte tussen de noten een belangrijke functie heeft. Nu geen snelle noten meer, maar korte, strategisch geplaatste noten, waarbij Weber leidt en Gärdin direct volgt, zij het op zijn eigen (en eigenwijze) manier. Het ingehouden spel wordt pas na ruim vier minuten losgelaten om plaats te maken voor een derde fase, waarin Gärdin in een hoog tempo noten aaneenrijgt en Weber de reagerende partij is met goed geplaatste noten en melodieuze frasen.

Veel rustiger gaat het eraan toe in ‘Diptychon’, waarin Gärdins sopraansax en Webers geprepareerde basklarinet elkaar vinden in fijngevoelige lyriek. De lijnen van de muzikanten zijn mooi verweven. Enkele uithalen naar boven en snelle notenreeksen verraden de drang om robuuster terrein op te zoeken, maar het stuk blijft in zijn totaliteit in evenwicht. Het lange ‘Palindrom’ is een stuk drukker. De basklarinet ‘loopt’ en de altsax cirkelt er al springend omheen. Het lage register van de basklarinet komt goed tot uiting. Na drie minuten speelt Weber een solo waarin met staccato en gebonden noten en een lichte echo wordt gespeeld. Daarna vinden de muzikanten elkaar in het spelen van lange tonen. Ook daar blijft het niet bij; het stuk kent een variëteit aan speeltechnieken, melodieën en ritmische patronen, zonder dat de focus verloren gaat. Mooi is om te horen hoe een solo van Gärdin naadloos in het geheel past. In alle bedrijvigheid wordt ook een zekere rust bewaard in het lange stuk.

Kwikzilverachtig is het begin van ‘Mirror’. De sopraansax is voor Gärdin een onuitputtelijke bron van melodieën die in hoog tempo op de luisteraar worden afgevuurd. Weber geeft flink tegengas en straalt met het krachtige laag van zijn instrument de nodige macht uit. De Duitser schakelt over op de daxofoon voor ‘No Questions’. De merkwaardige, dierlijke, soms aan scharrelende wilde zwijnen refererende klanken van het door Hans Reichel uitgevonden instrument staan in schril contrast tot de hoge noten van de sopraansax. Het is een beetje een vreemde eend in de bijt, maar wel een interessante improvisatie. Gärdins spel lijkt niet te worden beïnvloed door de gewijzigde instrumentatie.

De basklarinet keert terug in ‘Distant Calls’, evenals de altsax. De bron van inspiratie is nog lang niet uitgeput en opnieuw weten de muzikanten elkaar uit te dagen in een improvisatie die langs verschillende lijnen loopt, waarin beurtelings het voortouw wordt genomen. Geen van de muzikanten lijkt water bij de wijn te doen; het muzikale pad wordt op natuurlijke wijze bewandeld, hoe kronkelig het parcours ook verloopt. Dat is een conclusie die voor het hele album geldt. Verveling krijgt geen kans om op te treden, want de ideeënrijkdom is groot en steeds verrassen Gärdin en Weber met nieuwe vondsten, klankkleuren en manieren om elkaar uit te dagen. Het resultaat is schijnbaar onbelemmerde en enerverende muziek.

Distant Calls / No Questions bandcamp

Per Gärdin website

Rainer Weber website