Eigen beheer, 2020
De band Bruges komt niet uit Brugge, maar uit het Amerikaanse Chicago. Tot nu toe liet de groep twee ep’s het licht zien: Demonstration (2016) en An Erasure of Form (2019). Op het eerste volwaardige album A Thread of Light, dat begin deze maand is verschenen, is een band te horen die droning noiserock speelt, met een doomrand en een nadruk op repeterende motieven.
Bruges beschikt over een harde en droge sound. Soms is de muziek kaal, soms dreigend, en in de voor noiserock-begrippen soms vrij lange nummers zijn spanning en intensiteit twee factoren die een hoofdrol vervullen. Er zijn wat raakvlakken met punk, post-punk, doom metal en sludge metal, maar belangrijker om te constateren is dat het gaat om harde muziek zonder opsmuk.
Het muzikale parcours verloopt in opener ‘Fading Patterns’ redelijk traag, waarbij het geluid doomy is, zonder dat sprake is van doom metal. De praatzang is zelfbewust, duidelijk en overtuigend. De zeggingskracht van Idles wordt gecombineerd met de power van Unsane, maar Bruges klinkt anders, trager en meeslepender. ‘Fading Patterns’ heeft een repeterende structuur, maar klinkt niet alleen maar monotoon. In het tweede gedeelte krijgt het stuk een boost door de inbreng van een striemende gitaar.
‘Narrow Passage’ sluit naadloos op het eerste nummer aan. Nadat de gitaren even hebben stilgehouden, krijgt de song een flinke scheut energie. De bas komt zeer stevig door en de drummer mept zijn mokerslagen bijeen. De muziek is intens en omsluit je als luisteraar helemaal. Indrukwekkend is hoe de band er steeds een schep bovenop weet te doen.
Het lange ‘Translucent’ is vervolgens een oefening in geduld. Het eerste gedeelte van het ruim negen minuten durende stuk bestaat uit een lang gitaarstuk. Dat beslaat ongeveer de helft van de song. Dat repeterende gitaarstuk krijgt ineens een andere functie, die van het element waarop het massieve gebouw is gestut, zodra de drums hard invallen en de band is vertrokken voor een langzame maar nietsontziende collisie. Er is geen haast, maar de muziek klinkt wel zeer beslist.
Een monotone bas vormt de basis van ‘Not Here’, dat verder wordt vormgegeven door dreigende gitaren. De zanger klinkt als een onheilsprofeet in het apocalyptische stuk, dat een loodwaar, alles vernietigend refrein heeft. In ‘Layering’ lijkt een scherp gitaarintro een snelle song in te luiden. Niet dus: drums en bas besluiten een redelijk traag fundament te leggen. De band klinkt (en doet dat in alle songs) bloedserieus en compromisloos. Er is dreiging, dreiging, dreiging. Niet onderhuids, maar gewoon bikkelhard.
Er zit distortion op de bas in ‘Passive Forms’, een van de langere stukken op het album. De sound is zwaar, maar de muziek bevat aanvankelijk toch enige rust. Dat duurt echter niet lang, want even later gaat de gitaar gieren en hakt de drummer spaanders. De tekst wordt al declamerend de microfoon in geduwd, maar er klinkt nu ook enige melancholie en berusting in door. Bruges stript zijn sound soms tot op het bot: in een passage blijft alleen de bas over. Deze band haalt kracht uit eenvoud. ‘Passive Forms’ is bovendien een emotionele song.
Tot slot is er ‘A Range of Light’. De distortion op de bas klinkt nog meer door en de drummer mept nog harder. Uit de gitaar komen spaarzame, dreigende tonen. Alle ingrediënten bij elkaar zorgen voor een enorme kopstoot, al klinkt de muziek tergend traag, ook in de vocale lijnen. Het is minimalisme met maximaal effect. Een climax kent het doomy stuk niet; het gaat om de kracht van herhaling. Dat is waar Bruges op A Thread of Light indruk mee maakt, evenals met de imposante sound en de onontkoombare intensiteit. Dit is een krachtige vorm van noiserock die je beslist niet onberoerd laat.