Moving Furniture, 2020

Anla Courtis is een uit Buenos Aires afkomstige componist, muzikant en geluidskunstenaar die klassieke gitaar, piano, muziektheorie en compositie studeerde. Na in verschillende bands te hebben gespeeld, richtte hij in 1993 de band Reynols (aanvankelijk Burt Reynols Ensamble) op, waarvan tot 2004 zo’n zestig uitgaven zijn verschenen op verschillende labels. Daarnaast is hij vanaf de jaren negentig muzikaal actief onder de naam Anla (of Alan) Courtis en zijn onder die naam een kleine tachtig albums verschenen. De man uit Argentinië heeft daarbij vaak de samenwerking met andere muzikanten gezocht.

Een van die muzikanten is Daniel Menche, afkomstig uit het Amerikaanse Portland. Hij is muzikaal actief sinds 1989 en ook hij heeft zo’n tachtig albums uitgebracht. Menche is een experimenteel muzikant die muziek maakt die je onder de noemers elektro-akoestisch, dark ambient, avant-garde, drone en minimal music zou kunnen vatten. Zo simpel is het echter niet; het snijvlak van verschillende genres is waar het bij Menche vaak interessant wordt.

In 2011 werkten Courtis en Menche voor het eerst samen, op het album Yaguá Ovy. Op het Nederlandse label Moving Furniture Records verschijnt nu hun tweede collaboratie op lp, getiteld Cuspa Llullu. Daarop komt de experimentele klankenwereld van het tweetal volledig tot bloei. Je kunt het geluidskunst noemen en de twee veroorzakers geluidskunstenaars: het klinkt als muziek in de oren.

Als recensent is het altijd makkelijk om een etiket op muziek te plakken, iets waar muzikanten niet altijd gelukkig mee zijn en waar zij bij het maken van de muziek ook helemaal niet mee bezig zijn. In het geval van Courtis en Menche is het bijna onmogelijk om een duidelijk stempel op de muziek te drukken (al staan boven dit stuk wel een paar genres aangeduid) en is het ook lastig om te omschrijven wat er allemaal te horen is. Opduvel zit spreekwoordelijk met de mond vol tanden. Hieronder toch maar een poging tot duiding, want deze muziek verdient het om onder de aandacht te worden gebracht.

Hoe omschrijf je muziek die bestaat uit het samenvoegen van geluiden die van overal lijken te komen? De Argentijn en Amerikaan halen hun geluiden uit de natuur, uit elektronica, uit instrumenten en uit voorwerpen. De muziek is abstract, beweeglijk, inventief, vervreemdend, zonderling, origineel en excentriek maar niet buitenissig. Waar je als recensent vaak nog wegkomt met woorden als duister, somber, melancholiek of spannend, gaan die hier niet op.

Of wacht, dat laatste woord wel. Het album is zelfs zeer spannend om naar te luisteren, niet doordat de geluiden samen een grote spanningsboog veroorzaken, maar omdat je oren constant gespitst blijven om maar niets van de geluidenpracht te hoeven missen. De herkomst van veel klanken blijft onbestemd, maar dat creëert nu juist het spanningsveld waar je je als luisteraar in bevindt. In de klankenwereld van Courtis en Menche loopt een diffuse grens tussen natuurlijke en niet-natuurlijke geluiden en tussen akoestische en elektronische geluiden.

Zo zijn natuurgeluiden te horen die geen natuurgeluiden zijn. Herkenbare omgevingsgeluiden zoals klokkengelui gaan samen met klanken waarvan de herkomst onduidelijk is. Het eerste stuk, ‘Sumac T’ikraq’ wil nog wel eens metalig klinken, waar het tweede stuk, ‘Achka t’asla’ organischer overkomt. In beide gevallen gaat het om een kronkelig muzikaal pad met onvoorspelbare bochten en afslagen. Het aantal geluiden dat voorbij komt is enorm, maar de muziek is niet volgepropt met geluiden. Er is steeds sprake van een behoorlijke mate van transparantie.

In beide stukken is constant beweging waar te nemen. De twee muzikanten geven je als luisteraar geen rust, want steeds valt er iets nieuws te ontdekken. Je hoort het kraken, cirkelen, trillen, draaien, slaan, knisperen, schuiven, bellen, schuren, boren, wringen, piepen en grommen. Geluiden harmoniëren of glijden licht dissonant over elkaar heen. Drones komen op, maar zijn niet de overheersende factor in de muziek. Er is een hang naar noise waar te nemen, maar de klanken worden nergens gemeen. Het geheel gaat het voorstellingsvermogen meermaals te boven.

Je kunt jezelf voorstellen dat je met je neus tussen allerlei objecten of planten aan het snuffelen bent op zoek naar iets wat zich daar verborgen houdt, alleen gaat het hier om klanken en gebeurt het speurwerk met je oren. Wat Courtis en Menche doen is geluidskunst en is abstract, maar het is niet zomaar een aaneenschakeling van geluiden; het is ook muziek. Die is net zo vreemd als het wezen op de cover, maar het is puur genieten.

Cuspa Llullu bandcamp