Multikulti Project, 2020
In de Spontaneous Music Tribune Series blijft het Poolse label Multikulti Project is de leidraad dat steeds jazzmuzikanten van het Iberisch schiereiland van de partij zijn op de releases. Dat de serie garant staat voor kwaliteit, wordt bewezen met twee in juni 2020 verschenen releases, die heel verschillend van karakter zijn, maar het speelse muzikale avontuur gemeen hebben.
Luís Vicente, Olie Brice & Mark Sanders – Unnavigable Tributaries

Alleen al de namen Luís Vicente, Olie Brice en Mark Sanders moet bij de liefhebber van vrijere jazz de oren doen spitsen. De drie heren hebben de nodige ervaring en behoren binnen de Europese (free)jazz tot de meest onderzoekende en creatieve geesten. Met Unnavigable Tributaries brengen zij een cd uit die hun sterke punten accentueert, zonder daar al te veel aandacht voor te vragen. Het is uiteindelijk de gezamenlijkheid die prevaleert.
Op het Multikulti-label is al een aantal uitgaven verschenen van combinaties waar de Portugese trompettist Luís Vicente deel van uitmaakt. Vicente is onder andere lid is lid van What About Sam, Clocks And Clouds, Deux Maisons, Chamber 4 en Fail Better! Hij werkte ook met elektronica-muzikant Jari Marjamäki en het Belgische kwartet Kabas. Vorig jaar maakte hij samen met slagwerker Vasco Trilla het sterke A Brighter Side of Darkness.
De Engelse contrabassist Olie Brice heeft zijn eigen kwintet, waarvan tot nu toe twee cd’s zijn verschenen, en is lid van formaties die onder leiding staan van saxofoniste Dee Byrne, klarinettist/gitarist Alex Ward en trompettist Loz Speyer. Daarnaast werkte hij met onder meer Evan Parker, Paul Dunmall, Ken Vandermark, Tony Malaby en Ingrid Laubrock. Naast een eigen kwintet, heeft Brice een eigen trio, waarvan saxofonist Tobias Delius en drummer Mark Sanders deel uitmaken.
Laatstgenoemde is eveneens afkomstig van het eiland ten westen van ons land. Sanders werkt in duoverband met John Butcher, John Edwards en Sarah Gail Brand en hij heeft zijn eigen groep StaggerLee Wonders. Daarnaast is hij onder andere lid van bands van Paul Rogers, Paul Dunmall, Simon H Fell en Julie Kjaer. Sanders werkte ook samen met onder meer Roscoe Mitchell, Wadada Leo Smith, Derek Bailey, Henry Grimes, Okkyung Lee, Charles Gayle, Peter Evans en Nate Wooley.
Op Unnavigable Tributaries horen we een trio waar de muzikaliteit en ervaring vanaf spat. De drie muzikanten zijn volledig gelijkwaardig en hun onderzoekende spel geeft geen moment de indruk dat men daadwerkelijk zoekende is. Soepele bewegingen en experimenteel gewoel gaan hand in hand en de interactie tussen de trompettist, contrabassist en drummer verloopt zodanig dat het lijkt alsof de drie improvisatoren al jaren regelmatig samenspelen.
Wat opvalt, is dat het album voor freejazz-begrippen best toegankelijk klinkt. Uiteraard zijn er genoeg weerbarstige passages aan te wijzen, maar luidruchtige escapades worden vermeden en het vingervlug op de vierkante millimeter opereren wordt beperkt. Wellicht komt dat door de fenomenale ritmesectie, die beweeglijk en flegmatiek klinkt en alle aspecten van het vak met het grootste gemak lijkt te vertolken.
Het geeft het spel van Vicente extra cachet. De Portugees lijkt ook veel respect te hebben voor zijn muzikale kompanen, want hij hoeft niet zo nodig elk gaatje te vullen. Het trompetspel getuigt niet van een grote bewijsdrang, meermaals straalt het zelfs een zekere rust uit. Het gevolg is dat we naar een trio luisteren waarbinnen elke muzikale stem even zwaar weegt. Er is geen ego, maar er is sprake van een hechte eenheid, waarbinnen de individuele stemmen wel uitstekend tot hun recht komen. Zo is er ruimte voor solistisch spel en voor duo-passages.
Daar komt bij dat het trio subliem klinkt als het gaat om de sound. Vicente’s toon op trompet kan warm zijn, maar ook rauw, droog of sputterend, gedempt of met veel valse lucht. Kwieke muzikale zinsneden met een goed gevoel voor melodie tovert de Portugees net zo makkelijk uit zijn mouw als weerbarstig en experimenteel spel. Sanders is een creatieve geest die zowel het tempo bewaakt als op toms, bekkens, snare en basdrum vrij in de weer is. Zijn drums staan behoorlijk luid in de mix en dat maakt dat zijn spel tot in detail goed te horen is. Brice klinkt soms iets verder naar achter, maar is doorgaans ook nadrukkelijk aanwezig. Zijn bas klinkt diep, warm en vol, maar kan ook hoog en scherp klinken. Pizzicato spel wordt afgewisseld met gevoelig gestreken frasen.
Unnavigable Tributaries is een album van drie muzikanten die hun scheppende en experimentele vermogen volop benutten en tegelijkertijd de schoonheid van de muziek niet uit het oog verliezen, ook als volop de experimentele kaart wordt getrokken, zoals in het lange ‘Tavora’. Dat zorgt voor prachtige freejazz: fijnbesnaard, speels en fantasierijk.
El Pricto & Àlex Reviriego – Caverna

Tegelijk met Unnavigable Tributaries is bij Multikulti Project Caverna verschenen, een duo-album van de vanuit Barcelona opererende multi-instrumentalist (op deze uitgave altsaxofonist) El Pricto en zijn stadsgenoot en contrabassist Àlex Reviriego. Op dit album staat het experiment voorop.
Pricto is geboren in Venezuela, maar verblijft al sinds 2001 in de Catalaanse hoofdstad. Van 2008 tot en met 2013 zat hij in het mede door hemzelf opgerichte octet The Filthy Habits Ensemble, dat aanvankelijk muziek van Frank Zappa en vrije improvisatie combineerde, maar later ook werk van andere moderne componisten binnen het repertoire bracht. In 2011 richtte Pricto het Discordian-label op, waarop werk van muzikanten uit avant-garde underground van Barcelona verschijnt, waaronder werk van projecten waar de labelbaas zelf aan deelneemt, zoals Hung Mung, Chaosophy, Sin Anestesia, Reptilian Mambo en Malaclypse. Sinds 2017 wordt hij regelmatig uitgenodigd om improvisaties en zijn eigen composities te dirigeren bij CrossingLines, een ensemble voor hedendaagse muziek.
Reviriego (met wie Pricto al vaker speelde maar niet eerder in duoverband) heeft muzikale ervaring opgedaan in uiteenlopende ensembles, bands en genres, waaronder black metal en folk. Hij maakt deel uit van Phicus, Völga en Memoria Uno, gezelschappen waarvan in de Spontaneous Music Tribune Series ook cd’s zijn verschenen. Ook is of was hij lid van Tom Chant’s Stripped Abstract, Inhumankind, Pindio en L’Ocell. In 2018 verscheen zijn eerste solo-uitgave, getiteld Blaue Tauben. Daarop exploreert de Catalaan de mogelijkheden van zijn instrument, waarbij hij gebruik maakt van voorwerpen om zijn bas mee te prepareren.
Dat laatste geeft al een beetje aan dat we op Caverna geen gestroomlijnde en vast gestructureerde muziek hoeven te verwachten. De drie lange improvisaties die het album telt, kenmerken zich alledrie door de experimentele aanpak, de zoektocht naar nieuwe geluiden en het onderzoeken van de mogelijkheden die de ruimte waarin de muziek wordt gemaakt, biedt. De locatie waar de muziek is opgenomen, is het TePeKale-kunstcentrum van L’Hospitalet, aan de rand van Barcelona. De live-opname vond plaats in een ruimte met een holle galmende klank.
Die holle klank is direct hoorbaar in het openingsstuk ‘Zospeum’. Het spel is nerveus, fragmentarisch, met veel korte frasen. Pricto en Reviriego lijken op zoek naar een gemeenschappelijke klank, want beiden opereren in de hogere regionen, waar het schuurt en wringt. De saxofonist kleppert en smakt, terwijl de bassist al strijkend ijle tonen produceert. De muzikanten bewegen naar elkaar toe en van elkaar af, om vervolgens weer toenadering te zoeken. Een lage gestreken toon van de bas leidt een volgende fase in, waarin Pricto percussief en aanvankelijk met veel lucht speelt, over de dreigende en ronkende bas heen. De ‘natuurlijke’ bastoon wordt verlaten voor hoge schurende en schuivende klanken. Pricto zoekt het vervolgens ook in de hoogte, op of over de rand van het topregister.
‘Typhlocaris’ is zonodig nog experimenteler van aard. Het begint speels, met een bas die wordt bewerkt met een trommelstok en een sax zonder toon maar met het geluid van de kleppen. De speltechnieken volgen elkaar in een behoorlijk hoog tempo op. Soms wordt even pas op de plaats gemaakt, maar de ideeën moeten eruit en dus volgt vaak al snel de volgende muzikale passage. Mooi is hoe de twee muzikanten hun spel naar elkaar toe laten kruipen. Zo weten zij elkaar na zo’n drie minuten zeer dicht te naderen met piepend hoge geluiden. Conventioneel spel is er bijna niet bij; vooral de saxofoon produceert vrijwel geen cleane klanken maar zuigende, stuiterende en sputterende geluiden. Soms lijkt het alsof er een pruttelend motortje in het instrument zit. Op de valreep klinken toch een paar mooie volle gestreken noten van de bas.
De experimenteerdrift kent geen grenzen en gaat vrolijk door in ‘Niphargus’. De twee muzikanten weten soms zoveel aparte klanken te produceren, dat het lijkt dat er meer dan twee instrumentalisten aan het werk zijn. Het duo produceert echter alle geluiden zelf, akoestisch. Ook in het derde stuk vertoeft het tweetal opvallend vaak in de hogere regionen; de spanning en de confrontatie moet kennelijk daar gezocht worden. De holle klank van de ruimte is opnieuw goed te horen. Als Reviriego overschakelt op lage noten, klinkt zijn bas bijna als een lage tom of pauken. Mooi is een kort verstild gedeelte, waarin je als het ware de stilte hoort. Die wordt opgevuld met kleine geluiden, waarmee de twee elkaar weer zeer dicht naderen. Daarna volgt een ritmische frase, een van de weinige keren waarin herhaling optreedt. Even later klinkt een repeterend motief in de bas, terwijl de saxofoon schijnbaar ongecontroleerde klanken laat horen. Vanuit die klanken werkt Pricto toe naar een meer conventioneel saxgeluid, al lijkt zijn natuur zich daartegen te verzetten. Dat veroorzaakt een mooi spanningsveld.
Waar in de muziek van Vicente, Brice en Sanders de muzikale schoonheid regelmatig voor het oprapen ligt, moet je daar bij het duo El Pricto/Àlex Reviriego voor werken. De schoonheid is er wel, maar in de weerbarstige klanken van het experiment. De Catalanen zorgen voor een soms afmattend maar vooral opwindend muzikaal avontuur dat om aandachtige beluistering vraagt. Wie daartoe bereid is, zal de grote aantrekkingskracht van deze muziek ervaren.
Unnavigable Tributaries bandcamp