Gilead Media/Antena Krzyku, 2020
Rattle is het derde album van het uit Durham, North Carolina afkomstige Wailin Storms. De muziek van de band bevindt zich op de rand van een aantal genres. Zo kent de muziek raakvlakken met metal, gothic, grunge, doom, psychedelische rock en punk, zonder dat een van de genres de overhand krijgt. De band zal niet met genre-afbakeningen bezig zijn en doet op hun derde plaat waar men goed in is: duistere rocksongs met een mystiek randje maken.
Bij Wailin Storms kun je niet heen om de stem van Justin Storms. Hij wordt veelal vergeleken met David Eugene Edwards (Sixteen Horsepower, Woven Hand), maar Opduvel hoort ook iemand anders: Jeffrey Lee Pierce. Nu zingt Storms niet zo vals als de frontman van The Gun Club in zijn beste dagen deed, maar het timbre van zijn stemgeluid komt een aantal keren overeen met dat van Pierce. Ook muzikaal wil de band een enkele keer aan The Gun Club refereren, in de meer bluesy momenten op het album, zoals het bezwerende ‘Rope’.
Zoals gezegd is de muziek van Wailin Storms duister. Depressief is het niet, want de songs bezitten daarvoor te veel kracht. Klaaglijk zijn wel de zanglijnen en in de gitaren mag ook wat afgejankt worden. Dat zijn pluspunten, want de band weet je te raken met zijn emotionele rocksongs en teksten waarin folklore, mystiek, innerlijke kwelling, liefde, dood, driftbuien en angsten onderwerp zijn. Enige pathos is de band niet vreemd en de muziek balanceert soms op het randje van vals sentiment (het intro van ‘Grass’ is een goed voorbeeld), maar blijft aan de goede kant van de streep.
‘Grass’ is ook een goed voorbeeld van Storms’ zangcapaciteiten. Wanneer hij hoog uithaalt, blijft de zang behoorlijk zuiver, terwijl Storms’ stem dat donkere en jammerende element blijft behouden. De song is daarnaast mooi opgebouwd, met een beukend middenstuk dat de plechtige sfeer er even af haalt. Vermeldenswaard is ook de zware en pakkende baslijn waar ‘Wish’ op gebouwd is, ook een song die vanuit een simpel idee wordt uitgebouwd naar een hard en bewogen stuk muziek.
Jaren tachtig post-punk/new wave is een invloed die naar voren komt in het uptempo ‘Teeth’, al ontwikkelt de song zich een andere kant op. Het gitaarwerk is hier de kers op de taart: distortion en tremolo-effecten zijn subtiel ingebed in de song en de manier waarop de gitaren zich tot elkaar verhouden, is prachtig. Die gitaarpartijen zijn sowieso een sterke troef op het album. ‘Sun’, bijvoorbeeld, is gezegend met een ijzersterke gitaarriff, reden waarom het een van de hardst rockende nummers op het album is.
De gitaren schitteren ook in het aardedonkere ‘Crow’, niet door technische hoogstaand spel, maar door het spelen van een paar simpele lijnen die veel spanning creëren. ‘End’ is de toepasselijke titel van het laatste stuk, waarin opnieuw het samenspel van de gitaren erg sterk is en vocaal aan de Sixteen Horsepower-referentie niet valt te ontkomen. En dan hebben we het nog niet gehad over opener ‘Rattle’, waarin de riff dominant is, de gitaarlijn van de andere gitaar een spookachtige klank bewerkstelligt en Storms’ melodielijn onweerstaanbaar is.
Voor wie van donkere rock houdt, biedt Rattle veel moois. De sound van de band staat als een huis en de plaat bevat geen mindere songs. Ook geen uitschieters naar boven, trouwens. De muziek van Wailin Storms is misschien wat eenvormig maar vooral indringend en confronterend. Je wordt erdoor gegrepen of niet. Wie er door geraakt wordt, wacht een uitstekend rockalbum.