Eigen beheer, 2019
Het is weer tijd voor de categorie “al even uit, maar te goed om links te laten liggen”. Daarin deze keer aandacht voor het Duitse noiserocktrio Trigger Cut, dat in mei vorig jaar zijn debuut-cd/lp Buster uitbracht. Het drietal uit Stuttgart en München bestaat uit Ralph Schaarschmidt (gitaar/zang), Daniel Wichter (bas) en Sascha Saygin (drums).
Wie naar de debuutplaat van de Duitsers luistert, zal direct merken dat het drietal niet moeilijk doet als het gaat om zijn invloeden. Jaren negentig noiserock (denk aan de Amerikaanse labels Amphetamine Reptile en Touch and Go) is wat het trio speelt en met name de naam van The Jesus Lizard komt naar voren als referentie. Toch is Trigger Cut geen kloon. Beslist niet.
Het drietal heeft zijn sound dik op orde, met een belangrijke stuwende rol voor de bas en een scherpe gitaartoon. Veel noiserockbands willen nog wel eens vergeten een liedje met een kop en een staart te maken. Dat hoeft geen probleem te zijn als de sound goed is en de muzikale ideeën memorabel. Dat is echter lang niet altijd het geval. Trigger Cut heeft een goede sound én doet aan liedjes. Dat maakt de songs herkenbaar. Tegelijkertijd doet de band geen concessies; er is geen sprake van compromissen, de ideeën zijn gewoon gekanaliseerd in overzichtelijke nummers. Die zijn stuk voor stuk sterk en hebben onderscheidend vermogen.
Een ander sterk punt van Trigger Cut: de muziek is niet monotoon. De band is geen toonbeeld van melodisch vernuft, maar er zit melodie in de songs, vaak niet zozeer in de zang maar wel in gitaar en bas. Dat gaat niet ten koste van de kracht of de scherpe randjes die de muziek bevat. De zang kan worden vergeleken met die van David Yow van The Jesus Lizard, zeker in de meer maniakale gedeelten, maar Schaarschmidt’s stem heeft een iets andere klankkleur. Verder heeft de muziek geen opsmuk nodig; de klassieke gitaar-bas-drums-opstelling volstaat ruimschoots om de ruige sound te produceren, al wordt de gitaar soms gedubbeld.
Dat gebeurt bijvoorbeeld in opener ‘Hellcat Bob’, dat opent met feedback, donderende drums en zware bas. De toon is meteen gezet. Het geluid is overigens niet overdreven zwaar, er is ademruimte. Daardoor komt de band soms in de buurt van jaren negentig underground/indierock. Trigger Cut beukt niet op een bas- of gitaarriff voort, maar stopt meerdere ideeën in de songs. Mooi is de scherpe gitaar in het mathrock-achtige ‘Blind’, waarin ook de invloed van Big Black en Shellac duidelijk hoorbaar is.
Dat er veel ideeën in drie minuten passen, terwijl toch de songstructuur blijft gehandhaafd, is te horen in ‘Transfer’. De ritmiek is springerig in een track die nooit rechttoe-rechtaan vooruit rockt. Steviger aangezet is ‘King of Inks’, waarin een mooie balans wordt gevonden tussen een zware riff, ritmische souplesse en scherp maar melodieus gitaarspel. Opvallend is dat de muziek niet gruizig klinkt; de sound is transparant, hoe hoekig, tegendraads of weerbarstig de muziek ook klinkt. De muziek helt niet over naar grunge, het is en blijft noiserock. Bas en drums vormen een stevig fundament voor ‘Free Hugs’. De sound van de drums verdient sowieso een pluim: duidelijk aanwezig, met een hard en droog klinkende snare.
‘Pony Pony’ is ook een ritmisch afwisselend stuk, zonder muzikale franje maar niet kaal klinkend. Aan de stevige kant van het spectrum bevindt zich ‘The Miners Are Back’, met een doeltreffende riff en hard doorhalende bas en drums. De dynamische contrasten van ‘Mute Driver’ zorgen voor meer afwisseling. ‘I Know She Knows’ is een voorbeeld van hoe Trigger Cut vanuit een simpele riff een song creëert die veel meer behelst dan louter voortborduren op die riff. In ‘Westworld’ is het ritmische patroon van bas en drums mathematisch, en is het gitaarspel onorthodox. De sound is niet volgepropt, wat een spannend effect geeft. Die spanning mondt uit in het energieke refrein.
Een steengoede noiserockplaat. Dat is de simpele conclusie na het beluisteren van Buster. Trigger Cut vindt geen wiel uit, maar zet binnen de noiserock-contouren wel een indrukwekkende sound neer, terwijl men ook oog heeft voor heldere songstructuren. De plaat mag dan al een jaar oud zijn, dit verdient het om meer gehoord te worden.