Eigen beheer, 2020

In 2016 startte de Japanse saxofoniste Ryoko Ono (die haar voor- en achternaam ook andersom gebruikt) een serie digitale uitgaven onder de naam Newduo Series. In elk deel musiceert de altsaxofoniste met een andere muzikant. De eerste was mede-saxofonist Homei Yanagawa en daarna volgden nog zestien musici, want T. Mikawa and R. Ono is het zeventiende deel van de serie.

Ono gaat geen uitdaging uit de weg en het is daarom niet verwonderlijk dat zij regelmatig met elektronica-muzikanten speelt. Ook Toshiji Mikawa is er een en Hiroki Ono, Yan Jun, Yuen Chee Wai en Chuck Bettis gingen hem voor. Spelen met elektronica biedt de saxofoniste veel mogelijkheden en daarvan maakt zij ook gretig gebruik. Ono is overigens van vele markten thuis en speelt naast geïmproviseerde muziek ook blues, jazz, progressieve rock, avant-garde en noise. Begin januari verraste de saxofoniste nog door in de band Plastic Dogs met een avant-gardistische benadering metal te spelen. In haar samenwerking met Mikawa gaat het om vrije improvisatie en noise.

Mikawa is muzikaal actief sinds eind jaren zeventig. Hij werkte met de Japanse noise-muzikant Hijokaidan. Ook richtte hij Incapacitants op, waarin hij zijn liefde voor pure noise kon botvieren. Mikawa werkt meestal met andere muzikanten, solo is hij minder actief. Wel bracht hij in 1989 het solo-album Radio Code uit. Het noisegeluid dat de elektronicaman produceert wordt ook wel ‘Japanoise’ genoemd.

T. Mikawa and R. Ono is niet de eerste samenwerking van de Japanners, want in 2018 brachten zij Beyond Screaming Sax uit. De twee kennen elkaar dus, maar dat weerhoudt hen er niet van om op de nieuwe duo-uitgave fel van leer te trekken, alsof zij elkaar nog iets te bewijzen hebben. Het is een kort album, want klokkend binnen vijftien minuten, maar het is een intens, heet en hectisch kwartiertje.

Eerder schreef Opduvel over Ono dat zij het het tegendraadse, weerbarstige en zelfs het tenenkrommende niet schuwt en ook het maken van harde noise niet uit de weg gaat. Haar techniek is fabelachtig en haar toon kan scherp en bitsig zijn, waarna zij in een handomdraai een lyrische riedel uit haar instrument tovert. In duet met elektronische herriemaker Mikawa levert dat improvisaties op van twee volledig aan elkaar gewaagde muzikanten die elke millimeter gebruiken om hun punt te maken. Dat gebeurt zonder dat sprake is van een gevecht om aandacht; de klanken van sax en elektronica gaan goed samen, al is het muziek van de koppige soort.

Met felle, snerpende uithalen opent Ono het eerste stuk (‘A’). Het topregister wordt op agressieve wijze benaderd. Mikawa produceert ruisende, piepende, wringende en schurende klanken, waarbij een puls hoorbaar is. Als vanzelf wordt rustiger vaarwater opgezocht, al blijft een vervaarlijke elektronische piep als een feedbacktoon klinken. Mikawa blijft per slot van rekening een noise-muzikant.

Dat wordt nog eens onderstreept met ‘B’, waarin Mikawa niet zozeer een ondergrond legt, maar het snelle, agressieve spel van Ono pareert met allerhande geluiden, met een frasering alsof hij ook een improviserend saxofonist is. De dadendrang doet je als luisteraar soms duizelen. Mooi is hoe daarna Ono wat gas terugneemt en vervolgens een repeterend patroon speelt, waar Mikawa qua gevoel in meegaat. Daar staat tegenover dat rustige tonen van de saxofoniste worden gepareerd met korte elektronische noise-uitbarstingen. Een melodie is er kennelijk om ontregeld te worden en dat levert een mooi contrast op. Wanneer Ono weer de felle kant opgaat, voegt Mikawa daar zodanig geluiden aan toe, dat de muziek soms koortsige vormen aanneemt. ‘B’ is een avontuur van circa zeven minuten waarin elke milliseconde wordt benut.

Mikawa lijkt steeds meer in zijn element en voegt (op)zwepende geluiden toe aan zijn repertoire, terwijl Ono met haar prachtig felle timbre onverstoorbaar haar ding blijft doen, waarbij haar gevoel voor melodie intact blijft, hoe hard ze ook speelt. De elektronica is soms percussief, maar piept ook vervaarlijk. Een lyrische bui van Ono wordt door Mikawa contrasterend benaderd, waardoor de saxofoniste als vanzelf weer ruiger muzikaal gebied opzoekt.

In het korte ‘D’ wordt nog een laatste keer op verbeten wijze gemusiceerd en dan is het al klaar. Slechts een kwartier is verstreken, maar er is veel gebeurd. De muziek houdt je in een stevige greep en nu wordt die plots losgelaten. Gelukkig is er de repeatknop om dit nerveuze pareltje nogmaals te beluisteren.

T. Mikawa and R. Ono bandcamp

Toshiji Mikawa website

Ryoko Ono website