Gilead Media, 2020
Als je zo’n dag hebt dat alles tegenzit, dat iedereen tegen je lijkt te zijn en je alles en iedereen stijf wilt vloeken, dan is Take A Chance On Rock ‘n’ Roll van Couch Slut de ideale uitlaatklep. De sludgy mix van noiserock, hardcore, punk en metal van deze band laat weinig aan de verbeelding over: alle samengebalde agressie moet eruit geperst. Was dat het hele verhaal, het zou mooi zijn. Maar er is meer.
Eerst de administratie: Couch Slut is een New Yorks vijftal dat met Take A Chance On Rock ‘n’ Roll zijn derde album uitbrengt. Met voorgangers My Life As A Woman en Contempt deed de band al van zich spreken, ten tijde van het debuutalbum niet alleen muzikaal maar ook door de provocerende hoes. Maar provoceren is iets waar de band sowieso niet vies van is. Het is echter geen doel op zich. Zoals gezegd: er is meer.
Wat dan? Dan komen we uit bij zangeres c.q. schreeuwboei Megan Osztrosits. Niet alleen zijn haar vocalen in de beste hardcore/punk-traditie een extra smerige kers op de niet te vreten taart als het gaat om de sound van de band, maar daarnaast blinkt Osztrosits uit in teksten die gaan over de weinig rooskleurige kanten van het leven, om het maar eens netjes te zeggen. Seksueel misbruik, geweld en verslaving zijn onderwerpen waar de vocaliste zonder gêne maar ook zonder mededogen over zingt. Het komt goudeerlijk over, ook al is het niet fraai.
Soms is het echt aangrijpend, zoals bijvoorbeeld in ‘I’m 14’: “I just turned 14 / The manager pierces my clit / My mom doesn’t know / Just where I go once I’m dropped off / I’m on so much pills / I get in exchange for sucking cock”. Osztrosits windt er geen doekjes om, en houdt ons – en dan vooral mannen – een spiegel voor. Haar relazen over seksueel misbruik maken duidelijk dat er nog altijd veel mis is in de machtsverhouding man/vrouw, vooral wanneer de man de vrouw louter als seksuele prooi ziet.
Osztrosits legt zich niet neer bij een slachtofferrol; ze laat haar boosheid de vrije loop en knalt je met haar eerlijke ontboezemingen op luide wijze recht voor je kanis. Deal with it. En dat komt bovenop de muilperen die Couch Slut instrumentaal weet uit te delen. Maar ook in de smerige agressie die de sound van dit vijftal kenmerkt, is er meer. Er is ruimte voor nuance, vooral in de laatste paar songs.
De plaat opent met feedback, waarna al snel de sludge-riff van ‘The Mouthwash Years’ wordt ingezet. Die is op zich al voldoende om het vernietigende werk te doen. De schreeuw van Osztrosits doet de rest. Overigens is het geluid niet zo smerig dat slechts een brij overblijft, maar het blijven vieze klodders die je voor je kiezen krijgt. In ‘Carousel of Progress’ zet Couch Slut een tandje bij qua tempo en in ‘All The Way Down’ qua vunzigheid. Songstructuren lijken minder belangrijk te worden ten faveure van de sound en de lyrics. De killer-riffs die om je oren vliegen zijn de houvast.
Na opnieuw een feedback-aanval volgt het trage en doomy ‘The Stupid Man’. Osztrosits over de man in kwestie: “He pissed in the oven, the animal / The couch in flames / Arrested again / Stealing medications from the elderly schizophrenics / Now physically violent”. De tekst wordt er in alle kracht uitgespuugd, terwijl de gitaren er scherp omheen cirkelen, op het randje van feedback, de bas de harde ondergrond legt en de drums zonder opsmuk het tempo bepalen. “I’ve been hit again and again” luidt de repeterende slotregel. Het geweld is invoelbaar.
In ‘In a Pig’s Eye’ zijn black metalinvloeden hoorbaar, maar het blijft harde noiserock/hardcore/metal wat overheerst. Het is muzikaal een van de meest indringende stukken, niet in de laatste plaats door de woordloze kreten die de zangeres uitbraakt. En het gaat door: ook “Topless and Bottomless” gaat ongegeneerd de confrontatie met de luisteraar aan, op een bed van snoeiharde riffs. Gedenkwaardig is de tempowisseling in het laatste gedeelte.
Met opnieuw feedback wordt de overgang naar het hiervoor gememoreerde ‘I’m 14’ gemarkeerd. Hier horen we ook wat hiervoor met ‘nuance’ werd bedoeld: Couch Slut dendert niet zomaar rechtdoor, maar speelt in een hoekig ritme, ongemakkelijk en daardoor goed passend bij de tekst. Daar komt bij dat de song wordt verrijkt met trompetspel van Amy Mills. Het zijn een paar basic lijnen, maar het werkt: het zorgt voor een depressieve sfeer en ook dat past bij de tekst. De band gaat niet louter voor de agressieve kopstoot, maar ook als wat gas terug wordt genomen blijft het een intense bedoening.
Een kort pianostuk (!) leidt de luisteraar naar afsluiter ‘Someplace Cheap’, met ruim vijf minuten het langste stuk op de plaat. In het eerste gedeelte is er ruimte voor een gitaarmelodie. Daarna wordt plaats gemaakt voor het verhaal dat Osztrosits te vertellen heeft. Geen geschreeuw nu, maar een onderkoelde verteltoon. Dat het geen vrolijke geschiedenis is die wordt opgerakeld, mag duidelijk zijn. Het komt volstrekt geloofwaardig over.
Couch Slut is niet zomaar het zoveelste sludge/hardcore/noise-bandje. De muziek is intens en urgent en de ongemakkelijke waarheden worden als gevaarlijke projectielen op je afgevuurd. Er is geen ontkomen aan. Daardoor is Take A Chance On Rock ‘n’ Roll niet alleen een plaat die je fysiek raakt, het zet ook aan tot nadenken. Het is vocaal ongegeneerd en openhartig en klinkt muzikaal in-your-face en ontzettend lekker. Een prima combinatie.