Eigen beheer, 2019
Jasna Joviċeviċ is een rietblazer, spacedrumspeelster en yogalerares uit Servië met een indrukwekkend cv. Naast muzikant en lerares is zij ook een inspirator voor vrouwelijk muzikaal talent in de Balkanregio, getuige het New Spark Jazz Orchestra (NSJO), een initiatief van Joviċeviċ, waarbij vrouwelijke muzikanten en componisten samen een vijftien maanden durend programma volgden en onder andere workshops en symposia konden volgen en bijwonen. Uiteindelijk kwam het tot een aantal concerten van het NSJO en een live-album.
Vorig jaar verscheen van het Jasna Joviċeviċ Sextet de uitstekende cd Flow Vertical, een cd met persoonlijke muziek, gespeeld door een (kamer)jazzensemble met een niet al te alledaags instrumentarium (o.a. fagot en spacedrum). De muziek op het album is afwisselend, sprankelend, emotioneel geladen en oprecht. Onlangs verscheen een nieuw album van Joviċeviċ, Informal Shapes, waarop zij in trioverband is te horen met de Hongaarse slagwerker Silvester Miklós en de Poolse contrabassist Ksawery Wójcinski.
Laatstgenoemde werkte met onder andere het Charles Gayle Trio, Hera, Michael Zerang, Uri Caine en Wojciech Jachna. In 2014 bracht hij het solo-album The Soul uit, waarop hij naast contrabas ook piano, gitaar, drums en zang voor zijn rekening neemt. Samen met zangeres Maniucha Bikont vormt hij het duo Maniucha i Ksawery, waarmee hij traditionele muziek maakt. In 2017 verscheen van het duo het album Oj Borom, Borom. Miklós is een freejazz-drummer (hoewel hij ooit begon op viool) die heeft gewerkt met onder meer Peter Brötzmann, Alex von Schlipppenbach, Han Bennink en Rudi Mahall. Hij studeerde af aan de Franz Liszt Academy of Music in Boedapest, maar hij gelooft dat zijn echte educatie heeft plaatsgevonden in zijn samenwerkingen met oudere en ervaren muzikale vrienden.
Als internationaal trio maken Joviċeviċ, Miklós en Wójcinski een frisse indruk in vier stukken die voor het grootste deel spontaan zijn gecomponeerd. De muziek heeft soms wat van kamerjazz, maar haalt zijn invloeden toch vooral uit freejazz en vrije improvisatie en in iets mindere mate uit modern klassiek en folk, de laatste twee zonder echt duidelijk die muzikale richting in te slaan maar door flarden van melodieën en het hechte samenspel. Bovenal maakt het trio jazz met een duidelijk eigen stempel.
Het begin is voor Joviċeviċ, die ‘Limunade for Deleuze’ met een lange sopraansaxsolo begint. De saxofoniste klinkt dichtbij, waardoor haar spel intiem overkomt. Ze slaagt erin om lyrisch te klinken terwijl haar spel toch ook een ruw randje heeft. Verderop betreedt zij avant-gardejazzterrein, maar met hetzelfde gemak keert zij terug naar ingetogen lyrisch spel. Soms klinkt haar stem door in een solo die een veelheid aan emoties bevat. Wanneer Wójcinski invalt, klinkt hij bijna elektrisch. De Pool tast niet af, maar biedt tegenwicht met scherp contrabasspel als contrapunt. Samen gaan de twee op zoek naar onontgonnen en ruw terrein, maar komt men ook in rustiger vaarwater terecht. Miklós legt aanvankelijk subtiele accenten en brengt zijn bekkens en toms pas later in stelling.
‘Unmannered’ begint met experimentele percussie en schurende hoge basklanken. Joviċeviċ, nu op altsax, laat eerst alleen haar kleppen klinken, maar gaat al snel over op het produceren van tonen, waarbij ze met name korte frasen speelt. Het stuk klinkt veel hoekiger dan de openingstrack, maar daar komt na drie minuten verandering in, als de saxofoniste een jazzmelodie uit haar instrument puurt en de andere twee muzikanten direct daarop inhaken. Daarna volgt een robuust duet van bas en drums. Halverwege wordt gas teruggenomen en vormen sax en bas een duo, waarbij vooral Wójcinski’s behendige snelle spel op contrabas opvalt. Het stuk krijgt nooit een vaste vorm, terwijl je dat wel verwacht. Het levert een flinke dosis spanning op. Joviċeviċ’s ongepolijste toon is prachtig.
Wójcinski opent ‘Simple Joy’ met een lange en meerstemmige bassolo, waardoor het soms lijkt of twee contrabassen tegelijkertijd klinken. De Pool zoekt de hogere regionen strijkend op, terwijl hij ook pizzicato klanken produceert die de diepte van het instrument benadrukken. In het tweede gedeelte van zijn solo ligt het accent op het melodische aspect en laat de bassist zijn instrument zingen. Bijna onopvallend mengt Joviċeviċ zich met haar basklarinet in het laatste gedeelte van de solo. Daarna volgt een langzaam stuk waarin het rietinstrument de melodische rol op zich neemt in een melancholieke melodie, maar ook Wójcinski zijn melodie-rol opeist. Miklós is de licht ontregelende factor; hij is duidelijk aanwezig, niet onbescheiden maar ook zonder een te grote geldingsdrang. De Hongaar voelt perfect aan waar de muziek om vraagt: fijngevoelige accenten en een ‘open’ vorm. Geen groot gebaar maar wel een grote zeggingskracht.
Aan het begin van ‘Escape from Binary’ is het Miklós’ beurt voor een lange solo. Opvallend is de lang doorklinkende basdrum die een traag tempo dicteert, terwijl de drummer ondertussen wel zeer bedrijvig in de weer is op snare, bekkens en toms. Die bedrijvigheid neemt toe en het geluid van de drumkit wordt naarmate de solo vordert steeds voller. De solo eindigt doordat Joviċeviċ met hoge noten van de sopraansax het startsein geeft voor een tweede gedeelte waarin zij de melodielijn speelt terwijl Wójcinski en Miklós daaronder een hoog tempo aan de dag leggen. Het contrast is fraai en dezelfde kwalificatie kan worden gegeven aan het sopraansaxspel van Joviċeviċ, die moet opboksen tegen de hard spelende ritmesectie en daar schijnbaar zonder moeite in slaagt.
Informal Shapes is een muzikaal rijk album van een jazztrio dat muzikaal balanceert op het randje van freejazz. De muziek klinkt op het ene moment weloverwogen en lyrisch, op het andere moment volkomen vrij, met een ruw randje. Elk van de drie muzikanten neemt zijn eigen bagage mee en de muzikale stemmen vinden elkaar op verschillende wijzen. Technisch en (belangrijker) emotioneel overtuigt het drietal, zowel individueel als in het samenspel. Joviċeviċ, Miklós en Wójcinski vormen een bijzonder trio dat hopelijk in de toekomst nog meer uit gaat brengen.