Pagan Fries, 2019
Kοκκαλα (Kokkala) is Grieks voor bot of beenderen. Het is ook een plaatsje in Griekenland. Achter het project met deze naam gaat de vanuit Athene opererende muzikant Akis Karanos schuil. Als Kokkala experimenteert hij met geluiden en vorm en maakt hij persoonlijke albums. In zijn muziek is een emotionele (onder)laag aanwezig die ervoor zorgt dat die muziek je moeilijk loslaat.
De muzikale output van de Griek verschilt nogal. Op Αντιφαντασιωβίωση (Antifantasioviosi) uit januari 2015 is Kokkala nog een duo en zijn twee gastmuzikanten aanwezig. Op dat album is een punk- en noiseroots hoorbaar in de gruizige landschappen die worden gecreëerd. Op het in hetzelfde jaar uitgebrachte ΝΕΑ ΕΛΛΗΝΙΚΑ ΚΟΚΚΑΛΑ is Kokkala een eenmansproject. De tegenstelling met het album daarvoor is enorm: nu geen noisy soundscapes maar op zacht volume gebrachte, afwisselende klanklandschappen, kort van tijdsduur, die het veelal moeten hebben van een dreigende sfeer.
Voor het vorige album, Σάιμον Τσάπμαν (Simon Chapman), liet Kokkala zich inspireren door het leven van de anarchistische activist Simon Chapman, die in 2003 in Thessaloniki werd gearresteerd bij een anti-kapitalistische demonstratie. De politie bleek het bewijs – Chapman zou petroleumbommen in zijn rugzak hebben – te hebben gefabriceerd. De activist ging in hongerstaking en dat zorgde voor gezondheidsklachten. Hij overleed in 2017. Kokkala bracht met het naar Chapman genoemde werk niet zozeer een eerbetoon of afscheidsgroet, maar verklankte door een persistente en consistente drone de standvastigheid van de Engelse anarchist.
Een paar maanden geleden verscheen Annoyance as an act of potential beauty, de eerste uitgave van het Atheense label Pagan Fries. Dat is een verzamelaar met vier acts, waaronder Kokkala. Zijn bijdrage ‘What does my abyss do when home alone’ is een collage van muziek en geluiden, stukken die vaak intuïtief aan elkaar geplakt lijken te zijn en waarin de samenhang zich pas na een paar draaibeurten openbaart. Karanos lijkt in het stuk zijn (donkere) gedachtegangen te onderzoeken en er een losse structuur in aan te brengen.
Op hetzelfde label is ook het laatste album van Kokkala verschenen, met de lange titel I Should Stop Smoking But I Don’t Know What To Do With My Hands, Mouth, Time Or Sorrow. You Could Help Me By Placing Your Vagina On My Face, But You Are Too Busy Being You. De humor zit bij Kokkala in de titels. Op het album horen we Karanos weer als ambient- en dronemuzikant, zonder gebruik van collage-technieken.
‘An Owl Licking a Girl’s Downer Lip’ is met bijna vijfendertig minuten het langste stuk van de vier werken die op het album staan. Het opent transparant, met een paar heldere klanken die worden gecombineerd. Ook is een donkere onderlaag hoorbaar. De muziek beweegt in trage golven. Langzaam maar zeker gaan de verschillende klanken in elkaar op en ontstaat een dichte gelaagde drone die een doordringend effect heeft. Daarbinnen en -omheen gebeurt echter van alles, maar binnen de marges van die gelaagde drone, die zelf ook van vorm en omvang verandert en in kracht toe- of afneemt. Er wordt gespeeld met dynamiek, met nieuwe lagen, opkomende en wegstervende geluiden en vanuit de drone naar voren komende lange tonen, maar het voornaamste doel is het geheel, de klankkleur die de licht dreigende sfeer bepaalt. Zelden een stuk gehoord waarin zoveel aan de hand is, terwijl tegelijkertijd de suggestie wordt gewekt dat er niet zoveel gebeurt.
Met ruim twintig minuten is ook ‘Σκατά Από Ήλιο Και Θάλασσα’ een lange soundscape. Het begint met de klank van een beverig orgeltje en die klank vormt de drone waarop het stuk drijft. De toegevoegde klankwolken geven het stuk soms een orkestraal karakter en die wolken contrasteren fraai met de wat bibberige drone. Vast en onvast spelen een even belangrijke rol. De klanken lijken net niet met elkaar te harmoniëren, waardoor spanning wordt gecreëerd. Om de zoveel tijd verdichten de klanken zich, al blijft het stuk transparant klinken, waarna vervolgens toch weer die oorspronkelijke drone op de voorgrond treedt. Welke instrumenten Kokkala gebruikt, is Opduvel niet bekend, maar enkele klanken doen aan blaasinstrumenten (hoorn, bariton of tuba) denken. Uiteindelijk neemt de gelaagdheid toe en wordt net als in het eerste stuk een dominante totaalklank geschapen die van vorm en omvang wisselt. De klankkleur is echter totaal anders.
‘The Wind Blew Away All The Snow Except Where Someone Walked Earlier’ duurt slechts drie minuten. Een melodie in de vorm van een repeterend motief gaat vergezeld van een donkere, rommelende onderlaag. Licht en duisternis gaan een curieus verbond aan.
De laatste tien minuten zijn voor het stuk waarvan de volledige titel luidt: ‘When We Sleep I Put Pebbles In Your Mouth. When You Leave I Place Them In Mine. I Keep Them There For Hours, Licking, Sucking, Playing With My Tongue. I Know It’s Silly And You’d Laugh, But I Like To Think I Am Tasting Your Dreams, Daily Anxieties, Pictures, Sweat, The Smell of Your Hair, Warmth Of Your Skin, Your Dust Or In A Way Kiss You When You’re Not Around. I Know It’s Silly And You’d Laugh’. Het stuk opent met scherpe elektronische klanken, waar wat zachtere tinten aan worden toegevoegd. Er is geen constante drone, maar verschillende lange tonen komen voorbij. Kokkala concentreert zich voornamelijk op hoge tonen; een zware onderlaag ontbreekt. Het stuk zou makkelijk tien minuten kunnen voortkabbelen, maar de Griek zoekt regelmatig de pijngrens op door de volumeknop flink open te draaien en door de ogenschijnlijk heldere klanken zodanig te combineren dat het af en toe wringt en schuurt. Ernaar luisteren is een intense belevenis.
Kokkala weet op I Should Stop Smoking But I Don’t Know What To Do With My Hands, Mouth, Time Or Sorrow. You Could Help Me By Placing Your Vagina On My Face, But You Are Too Busy Being You. vier totaal verschillende soundscapes op zodanige wijze achter, of liever: naast elkaar te plaatsen dat ondanks de verschillen toch iets van coherentie ontstaat. Zowel het creëren van dichte drones in de eerste twee werken, als de meer minimale aanpak in de laatste twee stukken, zorgt voor een meeslepende luisterervaring die niet ophoudt als het album is afgelopen: het gonst nog lang na.