Rough Trade, 2019

Een paar ep’s en singles waren er al aan vooraf gegaan, maar een paar weken geleden verscheen dan toch het debuutalbum van Amyl and the Sniffers. De livereputatie is de plaat vooruit gesneld, want de Australische band is vaak in deze contreien te vinden en weet met energieke shows indruk te maken, waarbij vooral zangeres Amy Taylor zich als een waar podiumbeest laat gelden.

Maar energieke optredens leiden nog niet tot goede platen, zeker niet als het muzikale spectrum waar een band zich in beweegt, zeer beperkt is. Dat laatste gaat hier op, maar Amyl and the Sniffers slagen waar veel bands falen. Dat zit hem niet in originaliteit, want de Australiërs klinken zo retro als de pest. Wat ze wel goed doen, is het beste nemen uit verschillende soorten punk. De catchiness van poppunk wordt gekoppeld aan de energie van hardcore punk en die combinatie blijkt te werken.

Nu weten ze in Australië wel hoe je simpele maar doeltreffende songs moet maken. Hoor AC/DC, The Saints, Cosmic Psychos. Amyl and the Sniffers lijken niet op die bands, maar hebben ermee gemeen dat de eenvoud regeert en een goed gevoel belangrijker wordt gevonden dan technisch perfect spel. Maar ook dat is nog geen garantie voor een goede plaat. Daarvoor is ook overtuigingskracht nodig en die bezit het viertal in overvloed.

Ook daar komen we in de eerste plaats uit bij Taylor. Geen bijzonder begaafde zangeres, maar dat is niet waar de muziek om vraagt. Taylor heeft een aangenaam, nonchalant maar soms ook bijtende voordracht en als zij haar teksten in de microfoon zingt of declameert, komt dat oprecht en authentiek over. De teksten zijn niet echt bijzonder, maar wel passend bij de eenvoud en de energie van de muziek. Opvallend is dat de vocaliste zich zowel sterk als kwetsbaar opstelt, en vooral dat laatste is lofwaardig.

Maar uiteindelijk draait het om de songs. Die zijn, zoals al gememoreerd, niet bijster origineel, maar wel pakkend. De gitaar mag hard doorhalen en doet dat dus ook regelmatig, en de bas klinkt zo punk als punk bedoeld is. Het tempo ligt uiteraard hoog, maar er wordt niet constant doorgebeukt. Er is ook ruimte voor dynamiek en vooral voor melodie.

Hoogtepunten zijn er genoeg te rapen, zoals ‘Gacked on Anger’, dat handelt over armoede. Want Amyl and the Sniffers zijn van de straat en verloochenen hun afkomst niet. “I wanna help out the people on the street / But how can I help when I can’t afford to eat”, zingt Taylor en ze komt volstrekt geloofwaardig over. Dat komt de zangeres ook als ze een flinke sneer uitdeelt: “You’ve got my interest / I am not impressed / You wanted success / But you’re just gonna go fuck yourself” klinkt het in misschien wel de sterkste song op het album, ‘GFY’.

Uiteindelijk vinden Amyl and the Sniffers een mooie middenweg tussen ernst en plezier en dat levert op de debuutplaat een elftal songs op die geheid stemmingverhogend werken. Punk is niet altijd bittere ernst, het kan echt leuk zijn, zo bewijzen deze Australiërs. Maar dan zonder te vervallen in banale poppunk à la Green Day en The Offspring. Zonder er muzikaal echt op te lijken, hebben Amyl and the Sniffers meer weg van de Ramones dan van de zojuist genoemde bands. Ja, dat is een compliment.

Amyl and the Sniffers bandcamp