Aspen Edities, 2019

Het Belgische label Aspen Edities is toe aan zijn achtste uitgave. Het label is gespecialiseerd in niet-alledaagse, moderne muziek en valt daarnaast op door het bijzondere artwork. Zo is de nieuwste uitgave voorzien van fraai werk van Philippe Vandenberg. De muzikanten in kwestie zijn Ruben Machtelinckx en Frederik Leroux, die zich verenigd hebben onder de naam Poor Isa.

De twee Belgen zijn geen onbekenden op het label, want eind 2017 brachten zij When the shade is stretched uit. Op dat album speelden beide muzikanten banjo en waren zij afzonderlijk van elkaar te horen. Op Let’s drink the sea and dance komen zij tegelijkertijd in actie. De banjo is ook hier het hoofdinstrument, maar Machtelinckx en Leroux maken ook allebei gebruik van woodblocks en hun stem. Daarnaast speelt Leroux thunderdrum, waarmee de nodige effecten kunnen worden gecreëerd.

Bij een eerste beluistering van het album valt direct de subtiele werkwijze van de muzikanten op. De muziek is vaak zacht, klinkt vervreemdend en zit boordevol kleine details en soms lastig te traceren geluiden die maken dat je je hoofd vanzelf richting de speakers beweegt om maar niets te hoeven missen van de aparte muziek. De banjo’s worden geprepareerd en de klanken die uit de snaarinstrumenten worden getoverd zijn vaak niet als typische banjoklanken te betitelen.

‘Oceanfuls’ trapt af met lange tonen die van een blaasinstrument afkomstig zouden kunnen zijn. Met woodblocks worden fijngevoelige accenten gelegd. Het stuk heeft een ambientachtig karakter maar volgt zijn eigen genre-loze pad. Vegende en blazende geluiden komen voorbij en het geheel maakt een beheerste indruk en is met spanning geladen. Wie een ‘echte’ banjoklank verwacht, komt bedrogen uit. Machtelinck en Leroux zetten je als luisteraar al direct op het verkeerde been. Het stuk eindigt met een fraai akkoord.

Dat we wel degelijk met banjospelers te maken hebben, is te horen in ‘Sill’, waarin de lange klanken plaatsmaken voor korte fragmenten en accenten die bij elkaar een kronkelige muzikale weg volgen, richting een ongewisse bestemming. In ‘The sun at two’ wordt het geluid van een fluit benaderd, terwijl zachte knisperende en ritselende geluiden de begeleiding vormen. Daarna lijkt een van de banjo’s met een strijkstok te worden bespeeld, zelfs zo dat het een zingende zaag lijkt. De andere banjo vormt het tegenwicht met bedaard getokkeld spel.

‘Elsewhere’ begint met ondefinieerbare klanken die een onvaste drone creëren. Daaroverheen wordt met een banjo fragmentarisch gemusiceerd. Dat betreft vaak aanzetten tot melodieën, die niet uitgroeien tot meer dan dat omdat ze steevast ontregeld worden door piepende, schuivende en schurende geluiden. Beide banjo’s worden op conventionele wijze bespeeld in ‘Izu’, dat echter verre van conventioneel klinkt. Beide muzikanten zetten steeds tegelijkertijd in, maar gaan ieder hun eigen weg in de korte frases.

‘Izu’ en het daaropvolgende ‘Seagarden’ vormen een mooi contrast. In het laatstgenoemde stuk horen we weer lange klanken, klinkend als klarinetten die samen naar de passende akkoorden zoeken. Het onderzoek lijkt tevens het doel in het spannende stuk. Vegende klanken vormen de basis van ‘Noonstroom’, waar lang uitgestrekte klanken aan worden toegevoegd, waarvan er een zo nu en dan klinkt als een zoemend insect. Verderop maken de uitgestrekte klanken plaats voor korte accenten, maar het gezoem keert na korte tijd weer terug.

Onvaste ritmiek gevormd door woodblock en banjo vormt de opening van ‘Shroud’, maar maakt daarna plaats voor mysterieus schuivende geluiden. Ondertussen worden percussieve nuanceringen aangebracht door een banjo. Besloten wordt met ‘Sunday lemons’, waarin langgerekte akkoorden worden afgewisseld met stilte. Die stilte creëert ingehouden spanning, maar dat gebeurt ook doordat donkere en ook licht dissonante klanken worden aangebracht in de akkoorden.

De stilte waarmee het laatste stuk eindigt, nodigt uit tot overpeinzing. Wat is er de afgelopen vijfendertig minuten allemaal je oren ingeslopen? Het is soms moeilijk te achterhalen, maar de abstracte en volstrekt originele muziek intrigeert. Let’s drink the sea and dance bevat de meest wonderlijke en subtiel gedetailleerde muziek die Opduvel in tijden heeft gehoord. Voor de avontuurlijke luisteraar die iets echt nieuws wil horen, is dit een perfecte plaat.

let’s drink the sea and dance bandcamp

Ruben Machtelinckx website