Cursed Monk, 2019
[P.U.T] is een Belgisch trio bestaande uit de broers Beyet: Loïc (gitarist, vocalist en programmeur), Lionel (bassist, vocalist en programmeur) en Nicolast (gitarist en vocalist). Inderdaad: geen drums. Het percussieve gedeelte van de muziek komt elektronisch tot stand. Het is daarom niet vreemd dat de muziek van het drietal een industriële inslag heeft, maar de vanuit Brussel en Parijs opererende band biedt veel meer dan dat.
Dat doet [P.U.T] al sinds 1998, meer dan twintig jaar dus, en sinds de oprichting heeft de band zes albums en een hele rits aan andere uitgaven het licht laten zien. De muziek laat een mengeling horen van sludge- en doom-metal, industrial en punk en een enkele keer horen we een dubstep- of techno-invloed terug, met name als het gaat om de ritmiek. Voor het zesde album, getiteld We are [br]others, vond het trio onderdak bij het Ierse label Cursed Monk Records, dat sinds 2017 aan de weg timmert en waar onlangs al sterke releases verschenen van onder andere Oldd Wvrms en Sloth Hammer.
Sterke troef van de Belgische band is dat men zich niet beperkt tot consolideren of het vervolmaken van een beproefde formule, maar dat ook buiten de kaders wordt getreden, terwijl tegelijkertijd de donkere en heavy kant van de muziek volledig intact blijft. Op het nieuwe album staat die aanpak garant voor tien gevarieerde tracks die stuk voor stuk hun eigen kenmerken hebben. De elektronische component is bij [P.U.T] een belangrijke, maar de gitaren en bas zijn uiteraard dominant aanwezig.
Opener ‘In Control’ opent spannend, een beetje Young Gods-achtig, waarbij een bel klinkt, een dubstep-basritme een zware ondergrond legt en de vocalen voor een crust-randje zorgen. “I keep control”, luidt de repeterende zin en daarvan lijkt in het eerste gedeelte zeker sprake. Die controle gaat na zo’n drie minuten verloren, als de zich steeds herhalende woorden iets maniakaals krijgen. Het is de opmaat voor een tweede gedeelte, waarin een verslavende doom/sludgemetal-riff de boventoon voert en gesproken woord het overneemt van de zang.
‘Nothing’ start met een dansbaar elektronisch ritme, waar piepende tonen aan worden toegevoegd. De combinatie van gillende klanken en een sludgeriff werkt uitstekend. Het negativisme viert, zoals gebruikelijk bij [P.U.T] hoogtij en de woorden “I’m nothing” zingen nog dagenlang na in je hoofd. Met ‘In Conflict’ wordt een andere weg ingeslagen. Het tempo wordt drastisch opgevoerd, de gitaren klinken lichter en er lijkt sprake van echte drums. Het thema is opvallend melodieus, maar het gaat niet ten koste van de heavy punkspirit. Gesamplede stemmen maken het plaatje compleet.
Het toepasselijk getitelde ‘Down’ is zwaar en doomy en is gezegend met een hemels refrein, waarin de zware gitaar- en bastonen vergezeld gaan van synthklanken die zorgen voor een licht symfonisch tintje. Voor het eerst horen we een solerende gitaar, die het gevoel geeft dat de jaren zeventig naar het hier en nu worden getrokken. Met een straffe dansbeat start ‘Oppressed’, waarin de zangstem wordt vervormd. Het dansritme en de rockgitaar gaan een opzwepend verbond aan en krijgen gezelschap van een synthdeun. Het is moeilijk stilzitten op de meest toegankelijke track op het album, waarin het trio steeds lagen toevoegt en zo je oren bij de les houdt.
Het korte ‘Here’ vormt een groot contrast met het voorgaande stuk. Een donker ritme, veel elektronische geluiden, noise en een gesamplede stem vormen de ingrediënten voor het stuk dat je als een interlude zou kunnen beschouwen als het niet zo intrigerend was. Het is wel weer tijd voor een harde gitaarriff en het trio voldoet aan de wens met ‘Angry’, weer een song die de titel eer aandoet. De band benadert in deze track de doom-metal het dichtst, met name in de riff, maar weet daar toch ook weer sludge, crust-punk en elektronica in te verwerken.
De vocalen zijn op het hele album ruw en bars, maar ook afwisselend. Waar nodig worden gesproken woord of gesamplede fragmenten ingezet. Steeds weet het drietal de juiste emotie te vinden. Langste en langzaamste stuk op het album is ‘Possessed’, dat is gestoeld op een traag elektronische ritme, waar een sombere gitaarpartij aan wordt toegevoegd. Nu doet [P.U.T] niet aan majeure stemmingen, maar hier weet men zijn capaciteit om treurnis te verklanken ten volle te benutten. De stemmen die in de muziek zijn verwerkt, geven de muziek een Slint-achtige emotie mee.
De zoveelste killerriff opent ‘Not Your Dog’, terwijl een tweede gitaar daar overheen soleert. Ook hier is de jaren zeventig-hardrock niet ver weg. Verderop wordt het ouderwetse wahwah-pedaal volop gebruikt. [P.U.T] had met het materiaal voor deze song makkelijk in het gehoor liggende stonerrock kunnen maken, maar kiest voor heavyness en hoekigheid, waarvoor hulde. Een start-stopspel is te horen in het afsluitende ‘Pain’, afgewisseld met een unisono riff van bas en gitaar. Het tweede gedeelte is voor elektronica en gesamplede en bewerkte stem, waar bas, drums en gitaar zware accenten onder leggen, terwijl sythklanken er overheen vliegen. Gezongen/geschreeuwd wordt er pas in het laatste gedeelte van de song.
[P.U.T] weet met elementen uit verschillende genres zijn eigen sound te creëren maar ook veel afwisseling te brengen in tien songs die zich duidelijk van elkaar weten te onderscheiden. Tussen die tien songs bevinden zich geen mindere broeders. De sfeer is donker en negatief, maar het trio maakt er geen al te depressieve bedoening van. We are [br]others is een ijzersterk album waarop voor liefhebbers van doom/sludge-metal, industrial en crust-punk veel valt te halen.