Eigen beheer, 2019
Bubba Kadane is bekend als een van de gitaristen van de indie/slowcore-bands Bedhead en The New Year. Van de laatste band verscheen twee jaar geleden het uitstekende album Snow, een plaat waarop met simpele basisingrediënten langzame, bedachtzame indierock en slowcore wordt gebracht. Kadane heeft ook zijn eigen project, Sigh Of Relief, waarvan nu het eerste album Injection is verschenen.
Als Sigh Of Relief maakt Kadane geen indierock of slowcore, maar ambient en drone. Toch zijn er overeenkomsten te ontdekken met bijvoorbeeld het hiervoor genoemde album van The New Year. Dat zit hem niet in het muzikale pad dat wordt gekozen, maar als het gaat om een melancholieke sfeer en een spaarzame muzikale invulling, zijn er wel degelijk parallellen te trekken. De muzikale zeggingskracht zit niet in het grote gebaar of in een overvloed aan emoties, maar in kleine verschuivingen, langzame bewegingen en subtiele details.
“Give it time to take effect”, luidt het advies op de bandcamp-site en daar is niets te veel mee gezegd. Het rustig voortbewegende werk kun je het best in rust op je in laten werken en een paar draaibeurten is nodig om het stuk op waarde te kunnen schatten. Met andere woorden: per luisterbeurt wordt Injection beter. De totale afwezigheid van enig effectbejag en de rustige opbouw van het stuk, zonder dat naar een climax of een middelpunt wordt toegewerkt, maken dat je bij de les moet blijven om alle elementen van de muziek te kunnen onderscheiden.
Maar voor wie er eenmaal door gegrepen wordt, werkt de muziek verslavend. Ondanks dat de muziek lijkt uit te blinken in minimalisme, gebeurt er veel tijdens de veertig minuten durende luistertrip. Sigh Of Relief maakt zijn muziek met elektronische middelen en begint met een meerlagige drone. Direct wordt duidelijk dat de drone niet stilstaat maar in langzame golfbewegingen je oren bereikt. Opvallend is dat Kadane in de diepte niet kiest voor lage en donkere tonen, maar zijn drones licht van timbre houdt.
Na een kleine vier minuten worden nieuwe klanken toegevoegd die vrij hard binnenkomen en op eenvoudige wijze het stuk een andere richting induwen. Een paar minuten later vormt een tweetonig motief een ritme dat enige tijd zal standhouden. Achter dat motief klinkt de grondtoon en met enige regelmaat duiken andere klanken op, accenten die bij elkaar een patroon vormen. Kadane speelt met dynamiek, zonder zijn muziek ooit echt luidruchtig of juist heel zacht te laten klinken.
Na ruim dertien minuten gaan de opkomende en wegstervende klanken als een soort koor klinken. Alles gebeurt in een zeer trage cadans, totdat het tweetonige motief helemaal wegvalt en de muziek geen vaart meer heeft. De grondtoon is nu harder en wordt omgeven door klanken waarin je met een beetje fantasie strijk- of blaasinstrumenten zou kunnen horen. Het tweetonige motief keert terug, maar het muzikale web waarin het opereert is veranderd; de klankkleur van de drone is niet meer hetzelfde en dat geldt ook voor de incidentele geluiden.
Sigh Of Relief zet de muzikale ingrediënten steeds net op een andere manier in, waardoor de muziek nooit een punt bereikt waarop je als luisteraar lui achterover kunt leunen. Er is steeds iets aan de hand en het stuk klinkt geen minuut hetzelfde. Zo rond minuut vijfentwintig laat de muzikant een aantal muzikale lagen vallen en klinken slechts twee om elkaar heen cirkelende pulserende drones. De diepte wordt leeg gelaten. Vanuit dit kantelpunt wordt het stuk opnieuw opgebouwd.
Een nieuw tweetonig motief vormt een ritmisch patroon dat langzaam dominanter wordt. De muziek daaromheen wordt lange tijd spaarzaam gehouden; pas na een aantal minuten wordt een nieuwe laag toegevoegd, een aanzet tot een uiterst trage melodie, overgaand in een minder vriendelijk harmoniërend patroon. Alle elementen lijken uiteindelijk te versmelten in een welluidende drone, maar Kadane voegt nog een paar luide motiefjes toe, voordat de laatste pulserende klank langzaam wegsterft.
Sigh Of Relief kiest op Injection voor een redelijk abstract muzikaal pad, waarbij hij geen poging doet om op het gemoed te werken. Er is geen dramatisch effect aanwezig; de muziek is er gewoon en beweegt zich voort. Toch brengt het stuk iets teweeg, want de manier waarop Kadane zijn muziek inkleedt, zorgt voor meer dan alleen een onderhoudende luistertrip. Het houdt je veertig minuten aan de boxen gekluisterd.