Eigen beheer, 2019

Adam Michael Kozak speelde vanaf zijn zeventiende in diverse bands en gaandeweg leerde hij verschillende instrumenten bespelen. Het leven als bandlid beviel de man uit Northampton, Massachusetts, niet meer zo en dus ging hij solo verder onder de naam Tundra Toddler. Dat deed hij tot 2017. Zijn toegenomen interesse voor analoge synthesizers en zijn voorliefde voor horrorfilms had een andere muzikale uitlaatklep nodig.

Dat werd Burial Grid, waarvan al in april 2018 een eerste album, Where We Go, het licht zag. Een jaar later is er al een opvolger, getiteld My Body Dissolves as I Watch and Dissolve. Kozak onderzoekt – zo verklaarde hij in een interview – de waarneming van de zintuigen en de veelheid aan emoties die hij zich kan voorstellen op het moment dat de mens fysiek overlijdt, maar de muziek gaat ook over het samenvloeien van emoties die we ervaren als ons ego sterft en we onszelf objectief bezien, zoals anderen ons zien, niet gekleurd door onze eigen vooringenomenheid.

Tel daarbij Kozak’s horrorfascinatie bij op en je kunt je een voorstelling maken van wat de muziek van Burial Grid biedt. Nee, niet dus. Maar herhaalde beluistering leidt er wel toe dat het in de vorige alinea weergegeven uitgangspunt steeds meer doorklinkt in de door analoge synths gedomineerde stukken op het album. De muziek is donker, maar er is ook licht. Horrorscenario’s doemen voor je ogen op, maar er is ook hoop. De muziek bevat de nodige tegenstrijdigheden, maar op een wonderlijke manier is toch sprake van een coherent geheel.

Wat gebeurt er met ons brein op het moment dat ons lichaam sterft? Dat lijkt het onderwerp te zijn van opener ‘Blinking Heads in Baskets’. “The brain can only survive an additional six to twelve minutes”, luidt de repeterende slotzin van het tegelijkertijd angstaanjagende en bloedmooie stuk. Futuristische klanken en harde maar aanstekelijke ritmiek vormen de hoofdmoot in de intelligent opgebouwde track. Na drieënhalve minuut duikt een zwaar vervormde stem op, ondersteund door het melodieuze deuntje dat de leidraad in de muziek blijkt te zijn. Daaromheen vliegen de synths alle kanten op, zij het volledig gecontroleerd. Het is knap hoe Burial Grid met soms kille elementen een veelheid aan emoties creëert.

De titel ‘White Tunnel/Black Tunnel’ geeft de tegenstrijdigheid in de muziek en wat de muziek oproept perfect weer. Snelle loopjes en een langzame melodie worden gecombineerd en gaan vergezeld van harde synthklanken. Dat duurt ruim twee minuten. Dan wordt gas teruggenomen, maar alleen maar om toe te werken naar een meedogenloos synthmotief; je zou er bijna op gaan headbangen. Agressie wordt gekoppeld aan zalvende klanken. Het werkt uitstekend.

Aan het begin van ‘Voids’ waan je je middenin een science fiction-film, maar de futuristische geluiden gaan samen met aardse vocalen, unisono begeleid door een synthesizer. De melodie is memorabel en er is licht aan het eind van de tunnel. Ondertussen zorgen tegendraadse elementen ervoor dat het nooit te makkelijk wordt. De ritmiek zorgt er bijvoorbeeld voor dat er wat aan de melodie getrokken wordt, zodat die nooit op een eenvoudig bed ligt maar zich als het ware aan de muzikale omgeving moet onttrekken. In het tweede – instrumentale – gedeelte vormt een zwaar aangezet maar melodieus ritme de basis en horen we in de synthomgeving een solo van een elektrische gitaar. De percussie op het einde is bijzonder fraai.

‘An Unwilling Spectator’ is gebaseerd op een persoonlijke ervaring van Kozak. Hij had hallucinogenen ingenomen tijdens een onophoudelijke depressie en hoopte dat die hem eruit zouden rukken. Het leidde tot een acht uur durende beleving van depersonalisatie. De muzikale verklanking levert de meest donkere track op het album op. Maar ook hier is weer een tegenstrijdigheid waar te nemen: het ritme is aanvankelijk aanstekelijk en zelfs dansbaar. Tegelijkertijd zijn er duidelijk psychedelische invloeden waar te nemen en wordt met een vervormde stem en vervreemdende synthklanken een hallucinatoire sfeer opgeroepen. Door tot twee keer toe het tempo te vertragen, slaagt Burial Grid erin je in zijn trip mee te zuigen. Wanneer het tempo weer omhoog gaat, zit je er zo diep in dat ontsnappen niet meer mogelijk is.

Het album eindigt met ‘Every Color All at Once’. Het is opnieuw een vocale track, maar met een heel andere kleur dan ‘Voids’. Je zou het, afgaande op de gezongen melodie, gemakshalve kunnen betitelen als synthpop, maar de muziek van Burial Grid is te complex om daarvoor door te kunnen gaan. Duidelijk is wel dat na de donkere trip van ‘An Unwilling Spectator’ het licht weer is gaan schijnen. De truc om even het tempo stil te leggen om van daaruit de zaak weer op te bouwen, wordt ook hier uitgehaald. Het werkt nog steeds. De percussieve elementen zorgen voor snelle ritmische patronen, terwijl de zangmelodie vrij langzaam is. Tot slot maakt de clean gezongen melodie plaats voor een vervormde stem en krijgt de muziek toch weer een sci-fi tintje.

Burial Grid maakt met My Body Dissolves as I Watch and Dissolve een zeer persoonlijk album, waarop hij met veelkleurige synthklanken, ritmes en melodieën een scala aan menselijke emoties oproept. De doordachte thematiek is op sublieme wijze verwerkt in de muziek, maar ook zonder je daarvan bewust te zijn weet de muziek te beroeren. De muzikale rijkdom op dit album fascineert van de eerste tot de laatste klank.

My Body Dissolves as I Watch and Dissolve bandcamp