Shhpuma, 2018

Sommige platen mogen simpelweg niet vergeten worden. Dat is het geval bij The Fall of the Damned van Albatre. Het album kwam uit in oktober 2018, maar krijgt tot nu toe niet de aandacht die het verdient. De krachtige jazz/rock/doom/metal/noiserock van het trio wordt op dit album tot de essentie teruggebracht en van daaruit wordt ruimte gevonden voor muzikaal avontuur.

Albatre bestaat uit de Portugezen Gonçalo Almeida (elektrische bas, keyboards en elektronica) en Hugo Costa (altsaxofoon en effecten) en de Duitser Philipp Ernsting (drums en elektronica). Standplaats is Rotterdam, waar de plaat ook opgenomen is. De mastering is gedaan in de hoofdstad van het geboorteland van Almeida en Costa.

The Fall of the Damned is de opvolger van het in 2015 verschenen Nagual, waarop het volle en krachtige geluid van het trio goed tot zijn recht kwam. Op het nieuwe album geldt dat ook en is de muziek geplaatst in een nog strakker stramien. De ritmiek is belangrijk en de scherpe riffs worden met mathematische precisie gebracht. Tegelijkertijd is er plaats voor elektronica, voor inventief spel en voor speelse vondsten.

Het titelstuk begint met elektronische geluiden die direct een neerwaartse gang richting hel suggereren. Daar aangekomen wordt de onfortuinlijke ziel met een straffe unisono riff welkom geheten. Ernsting maakt zich daar los van door tomslagen tussen de unisono riffs in te plaatsen en door zijn bekkens hard door te laten klinken. Na dik drie minuten wordt het tempo opgevoerd en wordt een bedrijvig ritmisch patroon neergelegd. Daaromheen mogen de muzikanten uitwaaieren. De basgitaar klinkt zwaar, de altsax galmend en gierend en de drums vliegen aan alle kanten om je heen. Aan het eind wordt een nieuw ritme gevonden en de noiserock-kaart getrokken.

In ‘Goya’ is een mathematische riff de leidraad. Daaromheen gebeurt werkelijk van alles. De bas ronkt, de sax klinkt gestoord, de toms worden afgeranseld, terwijl de precisie van de riff blijft. Ondertussen wordt met elektronica en effecten mysterie opgeroepen. In ‘Dance of a Dead Paradise’ klinken stemmen. Het zijn stemmen van verdoemden. Zodra het ritme zijn intrede doet, wordt de titel duidelijk. De dans is er een uit de onderwereld, uit Dante’s hel, waar de uit het paradijs verbannen zielen zich uitleven. Het stuk is speelser dan de eerste twee tracks. Vooral het repeterende ritmische patroon maakt indruk, wat later plaatsmaakt voor een nieuw en niet minder indrukwekkend ritme. In het laatste stuk wordt geaccelereerd, waarna de dansers uitgeput achterblijven.

‘Asmodea’ gaat verder en daarin valt het krachtige basspel direct op. Het saxofoongeluid wordt met effecten bewerkt, waardoor meerdere saxen tegelijkertijd lijken te klinken en ook de suggestie wordt gewekt dat een zwaardere sax dan de vrij lichte altsax wordt bespeeld. Het strakke maar hoekige ritme vormt de basis voor de energieke noiserock, waar de saxofoon zich herhalende patronen en harde riffs overheen speelt. De strakke bas en sax contrasteren met het soepele drumspel van Ernsting.

Hoekig en strak klinkt Albatre in ‘Ship of Fools’, waarin de keyboards van Almeida in het begin een grote rol krijgen toebedeeld. Dat neemt niet weg dat ook hier een krachtige unisono riff de boventoon voert, waar Almeida met hoog basspel tussendoor laveert. Rondom de riff wordt variatie aangebracht en wordt geïmproviseerd, al is de lijn tussen compositie en improvisatie soms vaag. Zodra de sax stilhoudt, treedt de snelle riff van de bas op de voorgrond, waar Costa een langzame melodie overheen speelt. De hele zaak wordt onvermoeibaar bij elkaar gehouden door Ernsting.

Hij is ook degene die ‘Peasant Dance’ opent met een opzwepend patroon, waar Costa zijn bijdrage aan levert en even later ook Almeida. Door de zware bas, de mokerslagen op de drums en de op enige afstand klinkende saxofoon wordt een doomy sfeer geschapen, maar de muziek klinkt te opwindend om echt doom te kunnen zijn. Het opzwepende patroon maakt plaats voor een tegendraads ritme, dat weer moet wijken voor een snel marsritme van basdrum en snare. Er zijn twee baspartijen: een is zwaar en diep, de ander klinkt bijna als een gitaar. Costa spreekt zijn topregister aan en Ernsting blijft strak zijn ritme slaan. Gaandeweg wordt ook een elektronische drone hoorbaar. In de laatste twee minuten worden tempo en intensiteit opgevoerd.

Tot slot is er ‘Horned Animal’ in een remix van Torture Corpse. Het spel van de muzikanten is elektronisch gemanipuleerd, waardoor een zwaar doomy sfeer ontstaat. In tegenstelling tot de andere stukken op de plaat is de muziek traag en slepend, klinkend als verdorven doom metal.

Albatre’s The Fall of the Damned is een jazz/rock/doom/metal/noiserock-plaat waarop binnen de strakke context veel mogelijk blijkt. Precisie en speelsheid gaan hand in hand en de muziek is krachtig en opwindend. Een ijzersterk album van een trio dat ook live van wanten weet.

The Fall of the Damned bandcamp

Albatre website