Midira, 2019

De Canadese, vanuit Berlijn opererende gitarist Aidan Baker maakt experimentele muziek waarin ambient en drone basiselementen zijn. De Canadees musiceert niet alleen solo, maar ook als lid van onder andere Arc, Nadja, B/B/S, Whisper Room, Caudal en Hypnodrone Ensemble. De uitgaven van Baker volgen elkaar snel op en aan de eindeloze reeks releases lijkt voorlopig geen einde te komen. De afgelopen periode was de gitarist onder meer te horen in samenwerking met Gareth Davis, N, Jérémie Mortier, Simon Goff en Thor Harris. Een lp met Faith Coloccia en Jon Mueller is eergisteren uitgekomen.

Onlangs verscheen bij Midira Records Awel, een duoplaat van Baker en Karen Willems. Zij is een klassiek opgeleid slagwerker, maar ze studeerde ook jazz en maakt(e) deel uit The Saint Michael’s Big Band, Zita Swoon, Inwolves, Yuko, Novastar, Silver Junkie en Kaboom Karavan. Samen met Mathias Halsberghe vormt zij het duo Stormwind & Karen Willems. Ook werkte zij samen met Barst, Innerwoud, Stijn Dickel en Jean D.L. In duoverband waren Baker en Willems eerder te horen op Landlos en Nonland, allebei verschenen in 2017.

De opnamen van Awel stammen ook uit dat jaar, want het album is een weergave van het concert dat Baker en Willems gaven tijdens het Moving Noises Festival in de Christuskirche in Bochum. Het betreft een geïmproviseerde set, die op cd in vijf delen uiteenvalt maar als een lang stuk beluisterd kan worden. Daarin valt te horen dat we met twee uitzonderlijke muzikanten te maken hebben die elkaar buitengewoon goed aanvoelen.

In ‘Awel Pt. 1’ horen we de fijngevoelige gitaaraanslagen van Baker samengaan met een zware onderlaag en schuivend en schurend percussiewerk van Willems. De onderlaag valt al snel weg, waardoor het spel van de bedrijvige slagwerker, die nu onder andere met bekkens en schalen in de weer is, sterker naar voren komt. Gitarist Baker kiest niet voor een lange drone, maar beroert zijn snaren behoedzaam, speelt zijn tonen maar voorkomt dat het tot een melodie komt. De muziek blijft een abstract karakter houden, maar gaandeweg krijgt het stuk meer reliëf, als Willems de basdrum en toms beroert en Baker zijn volume opvoert. Niet voor lang, want het volume wordt alweer getemperd en de even losgelaten spanning is direct weer terug.

In het tweede deel zijn de klanken van Baker langer, wordt een drone neergelegd, waarin de toon echter fluctueert. De basdrum van Willems speelt een belangrijke rol en zorgt voor een donkere en dreigende sfeer. Daaroverheen legt de percussionist accenten, subtiele geluiden die samen met de basdrum onrust creëren in het statische landschap. De heldere gitaarlagen nemen in aantal en in volume toe en Willems is steeds bedrijviger, gebruikt haar drumkit, een ketting en andere voorwerpen, waarmee zij de aandacht moeiteloos vasthoudt. De experimentele klanken aan het einde van deel twee zijn prachtig.

‘Awel Pt. 3’ opent met die geluiden, die nu gezelschap krijgen van klanken van een met brushes bespeelde snaredrum en gitaarklanken die klinken als een kleine gong. Met die gitaarklanken wordt een patroon gecreëerd, waaronder Willems vrij spel heeft. Die ruimte benut zij ten volle met gevarieerd spel op basdrum, snare, bekkens en percussievoorwerpen. Aan de percussieve ideeënstroom lijkt geen einde te komen; steeds komt de Belgische met nieuwe vondsten, ondertussen ervoor wakend dat het geen trukendoos wordt. Baker is degene die het stuk van kleur laat veranderen door zijn spel een andere wending te geven en door lagen toe te voegen of te laten verdwijnen.

In het vierde deel horen we Baker aanvankelijk alleen, zodat goed te horen is dat de gitarist verschillende patronen en lagen laat samenvloeien. Na ruim een minuut voegt Willems haar vrije accenten eraan toe. Net als in de voorgaande stukken is er geen vast ritme maar heeft de muziek wel beweging, en al is die niet steeds recht vooruit, ‘Awel Pt. 4’ is wel het meest vastomlijnde stuk op het album.

‘Awel Pt. V’ volgt weer een muzikaal pad dat onderweg andere vormen aanneemt, niet abrupt maar door fijnzinnige veranderingen in motieven, klankkleur of dynamiek. De gitaar klinkt mysterieus, de basdrum diep en de slagen op de toms, randen van toms, hihat en bekkens maken dat de gespannen rust verwordt tot gespannen onrust. Gaandeweg is een repeterend patroon te herkennen waarop wordt gevarieerd. Ergens halverwege legt ook Baker accenten door experimentele klanken uit zijn instrument te toveren. De drang tot experiment lijkt het steeds meer te winnen van de behoefte om een ambient soundscape te produceren.

Baker en Willems kiezen op Awel niet voor de makkelijke weg, dat wil zeggen: zij kiezen er niet voor om het voorspelbare pad te volgen van een stuk dat gestaag toewerkt naar een climax. De gitarist en slagwerker blinken uit doordat zij het vaak bescheiden weten te houden en door de muziek een broze structuur mee te geven. De muzikanten dansen als het ware op een koord maar balanceren zo kundig dat zij er nooit vanaf vallen. Genuanceerd spel is belangrijker dan het grote gebaar. Gevolg van dat alles is dat de muziek zindert van ingehouden spanning, zowel onderhuids als aan de oppervlakte.

Awel bandcamp

Aidan Baker bandcamp

Karen Willems bandcamp