Pagan Fries, 2019
Annoyance as an act of potential beauty is de eerste uitgave van het in Athene gevestigde label Pagan Fries. Het is een verzamelaar met muziek van vier acts, drie uit Griekenland en een uit Spanje. De muziek van alle vier de muzikanten kenmerkt zich door zijn experimentele aard, maar de muzikale benaderingswijze verschilt.
Akipo is de afgekorte naam van de Griekse muzikant Achilleas Polychronidis, die de afgelopen jaren vanuit het Spaanse Málaga heeft geopereerd maar inmiddels teruggekeerd is naar zijn geboorteland. In Spanje werkte Akipo als saxofonist met het ruimdenkende doom metalduo Orthodox en vormde hij samen met slagwerker Dani Vega het duo Skullfuck. Hij werkte ook regelmatig met de ook op deze cd aanwezige Nacho Jaula, onder andere als het duo Forceps, waarvan in 2017 het overdonderend noisy Heaven Is A Place On Hell verscheen.
Als solo-artiest heeft Polychronidis ook van zich laten horen met de releases Annoy, Locked Inside a Hungry Horse en The being a just present-at-hand and no more as ready-to-hand. Op die uitgaven maakt Akipo optimaal gebruik van de mogelijkheden en de beperkingen die zijn instrument, de ruimte en de effecten bieden. Op de track die hij voor het album bij Pagan Fries aanlevert, doet hij iets soortgelijks, maar het klinkt toch weer anders.
‘Piece of Music for A.A. writing about the piece of music (dedicate it to the Lemon Kid)’ begint met een zwaar elektrisch geladen ritme, een motief dat door merg en been gaat. Daar legt Akipo een vrij hoge saxofoontoon overheen. Niet een echte drone, want je hoort steeds de aanzetten, maar het functioneert wel als zodanig. De muziek balanceert op het randje van oversturing en van feedback. De basis voor de zesentwintig minuten durende track is daarmee gelegd. De kracht van herhaling doet zich hier gelden, maar er is meer aan de hand.
Want Akipo weet in zijn constante geluidsstroom variabelen en incidentele ingevingen te voegen. Dat kan een feedbacktoon zijn, een kleine wijziging in een motief, een opkomend en wegstervend saxofooneffect of saxgeluiden die als overvliegende meeuwen klinken. Het ligt er allemaal niet te dik bovenop maar deze ingrediënten maken wel dat je gebiologeerd blijft luisteren naar de luistertrip die over een recht pad lijkt te verlopen maar bij volle aandacht een veelheid aan kronkels bevat.
Kοκκαλα (Kokkala) betekent bot. Het betreft een muzikant uit Thessaloniki, opererend vanuit Athene, genaamd Akis Karanos. Zijn muziek is onder de noemers ambient en drone te scharen, maar het daarbij laten zou de muzikant schromelijk tekort doen. Kokkala experimenteert met geluiden en vorm en hij maakt persoonlijke albums. In zijn muziek is een emotionele (onder)laag aanwezig die ervoor zorgt dat die muziek je moeilijk loslaat.
Voor het vorige album van de Griek, Σάιμον Τσάπμαν (Simon Chapman), liet hij zich inspireren door het dramatische leven van Simon Chapman, een anarchistische activist die in 2003 in Thessaloniki werd gearresteerd bij een anti-kapitalistische demonstratie. De politie bleek het bewijs – Chapman zou petroleumbommen in zijn rugzak hebben – te hebben gefabriceerd. De activist ging in hongerstaking en dat zorgde voor gezondheidsklachten. Hij overleed in 2017. Kokkala bracht met het naar Chapman genoemde werk niet zozeer een eerbetoon of afscheidsgroet, maar verklankte door een persistente en consistente drone de standvastigheid van de Engelse anarchist.
Op het op dit album te vinden ‘What does my abyss do when home alone’ vaart Kokkala een heel andere koers. Hier geen constante stroom geluid, maar een collage van muziek en geluiden, stukken die vaak intuïtief aan elkaar geplakt lijken te zijn. Het stuk begint zwaar en dreigend, met een drone die als een lawine over je heen dendert en na een paar minuten plots overgaat in een orgelklank, die al snel weer gevolgd wordt door getokkeld gitaarspel met op de achtergrond een drone.
Het stuk van Kokkala heeft een paar luisterbeurten nodig voordat de muziek zijn logica prijsgeeft. Die lijkt er aanvankelijk niet te zijn, want middenin stukken wordt plots geknipt en volgt een volgend stuk dat ook weer even abrupt kan worden afgebroken. De muzikale fragmenten die worden gecombineerd, lijken soms niet veel met elkaar uit te staan te hebben. De muzikale spanning zit, zeker in het eerste gedeelte, in het onverwachte. Na een paar keer luisteren blijkt er wel degelijk samenhang in het werk te zitten, al is die onvast en niet al te netjes geordend. Naarmate het stuk vordert, krijgt het een iets minder fragmentarisch karakter. Kokkala lijkt zijn (donkere) gedachtegangen te onderzoeken en er een losse structuur in aan te brengen. Dat levert uiteindelijk een meeslepend geheel op.
λΑΜΠΕΡΟύΚ (Laberouk) is een in Athene gevestigd eenmansproject dat ook gebruik maakt van collage-technieken in zijn audiovisuele en tekstuele werken. Hij heeft lak aan muzikale conventies: genres bestaan niet en alles lijkt mogelijk in het creatieve brein van deze Griek. De meest uiteenlopende combinaties van geluiden, van flarden muziek en stemmen zijn te horen in zijn kunstuitingen. Check zijn bandcamp-pagina of zijn YouTube-kanaal.
Voor deze verzamelaar levert Laberouk een stuk aan met de onmogelijke titel ‘nanananananananaNAnaei ela pio konta ela pio konta na deis pws ponaei’. Het is een voor zijn doen lang werk, waarin hij wel zijn vertrouwde combinatie van muziek, geluiden en stemmen laat horen. De manier waarop hij samenvoegt, nieuwe lagen aanbrengt en fragmenten in elkaar laat overlopen, zorgt voor constante reuring. ‘Never a dull moment’ luidt kennelijk het devies van Laberouk.
Piano, synths, percussie en gesproken woorden maken de dienst uit in het collagewerk dat zich niet steeds rechtlijnig voortbeweegt maar waar wel een zekere logica in zit. En leven, heel veel leven. Als luisteraar krijg je weinig rust en het beluisteren van het stuk met de lange titel is een intensieve bezigheid. De moeite loont echter, want uit de verschillende gedeelten en de veelheid aan muzikale informatie kan door de luisteraar een – al dan niet abstract – verhaal worden geabstraheerd. Een enerverende luistertrip.
De niet-Griekse inbreng op het album komt van Nacho Jaula, een in Málaga woonachtige muzikant. Hij kan worden beschouwd als een geluidskunstenaar die het maken van harsh noise niet schuwt. Zijn muzikale output, onder verschillende noemers, is talrijk en eclectisch en bevat zowel gecomponeerde als geïmproviseerde werken. Bovendien is de Spanjaard een multi-instrumentalist.
Een van de projectnamen waar Jaula mee werkt, is Ophuls. Onder die vlag brengt hij ‘Insomnia’, een stuk dat naar eigen zeggen tot stand is gekomen na honderden nachten zonder slaap en dat wordt bevolkt door geesten. Dat levert een soms griezelig hoorspel op dat een zeer goed middel tegen de slaap is.
De geesten worden verklankt met pesterige en kregelige klanken, alsof kleine spookjes zich al spottend met je vermaken in je slaapkamer, maar ook met noisy grommende en zeer dreigende klanken die de aanwezigheid van een meedogenloos monster doen vermoeden. In de verzameling geluiden wordt door Jaula een sterke dynamiek aangebracht, zodat nergens gewenning kan optreden en je steeds het gevoel hebt je ogen niet zonder gevaar te kunnen sluiten.
Het hele stuk riekt naar onraad, vooral als Jaula na ruim zes minuten de harde klanken laat voor wat ze zijn en een zachte maar onheilspellende drone produceert die langzaam luider wordt en de dreiging alsmaar doet toenemen. Wat volgt is een geluidsstorm die je de adem beneemt. Die storm gaat ook weer liggen, maar daarmee is het gevaar nog niet geweken. De onheilspellende sfeer blijft zich tot aan het eind manifesteren.
Vier acts, vier verschillende muzikale uitdrukkingsvormen: Annoyance as an act of potential beauty is een afwisselende verzamelaar. De drie Griekse muzikanten en de Spaanse muzikant passen met hun eigenwijze zienswijzen echter goed bij elkaar, waardoor geen sprake is van een gekunstelde verzameling van losstaande uitingen. De eerste uitgave van Pagan Fries is een zeer geslaagde.