Eigen beheer, 2019
De Italiaanse pianist Gianluca Piacenza is er een van het bijzondere soort. Hij maakt geen muziek die schreeuwt om aandacht, maar zijn pianospel dwingt als vanzelf tot aandachtig luisteren. Dat spel straalt rust en compassie uit en is geladen met echte emotie. Dat kwam vooral goed tot uiting op zijn vorig jaar verschenen tweede album The Road To Nowhere, waarbij de pianist je als luisteraar heel dichtbij liet door zijn spel zo op te nemen dat elke aanslag, het kraken van de pedalen en ook het mechanisme van de piano hoorbaar waren. Op die manier kreeg de muziek iets heel intiems, kreeg je als het ware een inkijk in de diepste zielenroerselen van de pianist.
Het was ook wel meteen duidelijk dat je een dergelijk album maar één keer maakt. Dat heeft Piacenza zich ook gerealiseerd. De geschoolde pianist, die zowel met Bach en Scarlatti als met Cage, Ligeti en Pärt uit de voeten kan, heeft daarom op zijn nieuwe album Light voor een andere koers gekozen. De magie van de eenzaamheid in de nacht heeft plaatsgemaakt voor een wereldser blik op het leven, al klinkt het alleen zijn er nog steeds in door.
Dit kortere album is minder intiem dan de voorganger. Dat betekent dat nu niet alle bijgeluiden en onvolkomenheden hoorbaar zijn, maar de muziek iets meer afstand bewaart. Toch is ook Light een zeer persoonlijk album. De resonantie van de piano is een onderdeel van de muziek. De kwaliteit zit hier in het pure pianospel en het fijne gevoel voor melodie en sfeer. Elk stuk spreekt voor zichzelf, heeft een melancholieke ondertoon maar is niet somber gestemd. Er is hoop, er is licht.
Piacenza is niet van het grote gebaar; hij haalt zijn zeggingskracht (die wel heel groot is) uit het kleine, het subtiele en het schone. Hoe de Italiaan het precies doet, is een raadsel, maar hij slaagt erin – en dat geldt voor het hele album – om iedere noot belangrijk te maken, zonder in puur minimalisme te vervallen. Daarnaast wordt het pianospel met elektronica verrijkt. Die elektronica wordt behoedzaam ingezet, niet als moderniteit maar als bescheiden toevoeging, duidelijk hoorbaar maar op de achtergrond.
De eerste vier stukken op het album, ‘Light I’ tot en met ‘Light IV’ vormen een geheel, horen thematisch bij elkaar en stoelen op eenzelfde melodielijn. Het thema betreft een denkbeeldig verhaal over het filosofische concept van licht. Het is aan de luisteraar hoe hij of zij dat wil invullen. Piacenza vertaalt het concept in gevoelvol pianospel, dat is ontdaan van technische hoogstandjes, frivoliteiten en versieringen. Het sterke gevoel dat het spel oproept ontleent het aan de lichte touch van de pianist, die daadwerkelijk een persoonlijk verhaal te vertellen heeft, zonder woorden, zodat het voor interpretatie vatbaar is.
De vier delen van ‘Light’ worden gevolgd door ‘Intermezzo’, een traag melancholiek stuk, waar Piacenza door er een speelse melodie aan toe te voegen licht in aanbrengt. Donker en licht liggen dicht bij elkaar. Zelfs in het korte ‘Choral’ weet de Italiaan die tegenstelling ten volle te benutten. Het album wordt afgesloten met het lange ‘Duplicity’, waarin de pianist ondersteund wordt door strijkers. Het arrangement voor die strijkers is sober; het vormt de sonore ondergrond voor het sublieme pianospel van Piacenza.
Light is een album met mooie behoedzame maar ook gepassioneerde muziek waarin je je helemaal kunt verliezen, zodat je de wereld om je heen even kunt loslaten om de emoties te voelen die het spel van Piacenza oproept. Ieder zal er zijn eigen invulling aan geven. Muzikaal gezien bezit het nieuwe album van de Italiaanse pianist in al zijn bescheidenheid een grote rijkdom.