Luxor Live, Arnhem
Donderdag 14 maart 2019
Eind 2017 speelde De Kift in Luxor Live in Arnhem, op de dag dat de nieuwste cd Bal het licht zag. Het optreden en het album bleken ijzersterk en in alle jaren heeft de band nooit aan ijver en enthousiasme ingeboet. Vorig jaar bestond De Kift dertig jaar. Besloten werd om Kift-liefhebbers in de gelegenheid te stellen een top dertig samen te stellen uit alle liederen die de band in de loop van de jaren ten gehore heeft gebracht.
Die top dertig (te vinden op de website van De Kift) vormt de basis voor de jubileum-optredens, die de in Oost-Knollendam opgerichte groep vandaag opnieuw in Luxor Live brengt. Op het oorspronkelijke concept (fanfarepunk met Nederlandstalige teksten waarvoor wordt geput uit de wereldliteratuur) krijgt de sleet geen vat, zo blijkt ook vanavond weer. Inclusief toegifts zal De Kift tweeëntwintig nummers spelen.
Tot nu toe maakte de band elf albums, waarvan de eerste, IJverzucht, in 1989 verscheen. De unieke stijl van De Kift kwam voor het eerst echt goed tot zijn recht op Krankenhaus uit 1993. Van die plaat zijn uiteraard een paar liedjes te vinden in de top dertig, waar verder opvallend veel nummers afkomstig van het laatste album in staan. Van IJverzucht, Vier Voor Vier en Bidonville heeft daarentegen geen enkel lied de lijst gehaald. Natuurlijk zal iedere Kift-volger een paar favorieten missen, maar de meeste hoogtepunten komen terug in de top dertig en die worden vanavond ook gespeeld. Opvallend is dat de oude toegift ‘De Dakgoot’ de lijst niet heeft gehaald.

De band komt op met ‘Oe’, een gezamenlijk gezongen stuk van Vlaskoorts. De Kift is vanavond een achttal; de strijkers die tijdens de Bal-toer de gelederen versterkten, ontbreken en dat geldt ook voor Roos Janssens op baritonsax. De pompende blaaspartij van haar wordt gemist in ‘Paradijs’, maar het instrument was in het oudere werk niet aanwezig, dus daar speelt het gemis niet. Bovendien is de blazerssectie met Patrick Votrian (bastuba, bariton en trombone), Han Hulscher (trompet en bariton) en uiteraard Ferry Heijne (trompet, ventieltrombone en bariton) goed vertegenwoordigd.
Waar in reguliere optredens van De Kift een rode draad door de theatrale voorstelling loopt, ontbreekt die vanavond. Het is een ‘best of’-avond en daar is helemaal niets mis mee. Liedjes als ‘Nauwe Mijter’, ‘Wee Mij’, ‘Admiraal B’, ‘Locomotief’, ‘Beguine’, ‘De Maan’ en ‘Kraaien’ doen het nog steeds goed. De mengeling van weemoed en feest die bij elk Kift-concert aanwezig is, werkt ook nu weer aanstekelijk en het publiek reageert naarmate de set vordert steeds enthousiaster.
De nummer 1 van de lijst is ‘Orenmens’, afkomstig van Vlaskoorts. Het lied komt ergens halverwege de set aan bod en wordt niet gezongen door Ferry Heijne maar door slagwerker Wim ter Weele, die dat prachtig doet. Veel mooier ga je melancholie met een knipoog niet krijgen. Verderop in de set wordt een gedreven versie van ‘Links, 2, 3, 4’ gespeeld en is ‘Heisa Ho’ een stevig en uptempo hoogtepunt.

De Kift weet stiekem een paar liedjes de set in te moffelen die niet in de top dertig staan. ‘Sherry’ en ‘Proost, Trouwe Vrienden’ staan er echt niet in, zijn eerlijk gezegd ook geen hoogtepunten in het repertoire van de band, maar live zorgen ze wel degelijk voor een (wrange) vrolijke noot die de feeststemming verhoogt. ‘Paradijs’ komt ook niet in de lijst voor, maar behoort tot de sterkste nummers op Bal.
Daarnaast speelt de groep van een aantal liedjes die buiten de lijst zijn gevallen een fragment. Dat gebeurt in de vorm van een heuse kwis. Mensen hebben bij binnenkomst een papiertje gekregen en kunnen daarop aangeven van welk album de gespeelde fragmenten komen. Dat valt nog niet mee. Maar drie mensen hebben het goed en er wordt een heuse winnaar geloot die haar prijs op het podium in ontvangst mag nemen.
De reguliere set eindigt met het uitbundige ‘Bal’, theatraal en vol geestdrift gebracht. Natuurlijk wil het publiek meer. Volgens toetsenist/accordeonist Frank van den Bos kent de band echter niet meer nummers van de lijst. Dus zit er niets anders op dan van vooraf aan te beginnen. De jasjes worden weer aangedaan en het intro wordt gestart.

Maar natuurlijk heeft De Kift nog een paar andere liedjes in petto.: het al genoemde ‘Sherry’, ‘Hoofdkaas’ en vertrouwde afsluiter ‘Rolfie’. Vooral ‘Hoofdkaas’ maakt indruk. De toehoorders zijn muisstil bij het rustige en sombere gedeelte (inclusief fraaie trombonepartij van Votrian) en mogen lachen en meezingen in het ontladende slot, waarin Ter Weele een doos gevuld met blikken als percussie gebruikt.
De Kift verzaakt nooit en een optreden van de groep is altijd een feest. Een feest met een weemoedige ondertoon, maar wel een waar de meest verstokte chagrijn nog vrolijk van wordt. Dat was dertig jaar geleden zo en dat is nog steeds zo. De gedrevenheid spat van het podium en de zaal wordt volledig meegezogen in het feestgedruis. De Kift is niet dertig jaar oud, De Kift is dertig jaar jong. Gefeliciteerd en nog vele jaren!