Kirkelig Kulturverksted, 2019

Na de Iraanse revolutie van 1979 is het voor vrouwen in dat land moeilijk geworden om kunst, en dus ook muziek, te maken. Maar muziek laat zich natuurlijk niet uitbannen, dus buiten de officiële kanalen wordt wel degelijk gemusiceerd. Mahsa en Marjan Vahdat zijn twee zussen die zijn geboren in Teheran. Zij hebben de liefde voor zang van hun grootmoeder en de liefde voor poëzie van hun vader. De Perzische klassieke zang hebben zij door privéonderwijs van leraren geleerd.

De zussen zijn wel uitgeweken naar Noorwegen, waar ze zijn ontdekt door dichter, labelbaas en cultuuractivist Erik Hillestad, die vele deuren voor de zussen Vahdat heeft geopend. Samen hebben de zangeressen een aantal uitgaven op hun naam staan, maar ook los van elkaar zijn zij actief, waarbij met name Mahsa de nodige samenwerkingen is aangegaan. Vanuit Noorwegen is het voor de zangeressen natuurlijk makkelijker hun stemmen te laten horen, waarmee zij ook in hun land van herkomst weten door te dringen, zij het niet langs van hogerhand goedgekeurde wegen.

Het in 1973 opgerichte Kronos Quartet heeft een belangrijk stempel gedrukt op de (uitvoering van) modern klassieke muziek en zich gedurende zijn lange bestaan muzikaal steeds ruimdenkend getoond. Vorig jaar werkte het Amerikaanse viertal nog samen met avant-gardekunstenares Laurie Anderson op het zeer geslaagde Landfall, een multidisciplinair werk waarvoor de verwoestende werking van orkaan Sandy als uitgangspunt werd genomen.

De samenwerking met Anderson zat ingewikkeld in elkaar en de tegenstelling met het nu verschenen Placeless is groot. Hier is sprake van songs, die zijn gebaseerd op gedichten die van melodie zijn voorzien door Mahsa, waarbij de zangstemmen voorop staan. Op het nieuwe album is geen sprake van auditieve of visuele toevoegingen; het is puur stemmen en strijkers. Percussie-instrumenten zijn er dus ook niet, al dient een enkele keer een klankkast als zodanig.

De begeleiding van de zang door de vier leden van het Kronos Quartet is dienend aan de liederen en de arrangementen zijn daarom redelijk sober gehouden, al kent het album zeker zijn weelderige passages. De klasse van de muzikanten staat buiten kijf. Het samenspel is strak, de instrumenten klinken loepzuiver en binnen de song-context weet het kwartet bij te dragen aan de gevoelvolle muzikale atmosfeer die de zangstemmen weten te scheppen.

Van de veertien stukken op het album worden er zeven gezongen door Mahsa en vier door Marjan. In de overige drie songs zijn zij samen te horen. De vocale voordracht kent geen overbodige versieringen. Je kunt er af en toe wel een snik in horen, maar beide zangeressen houden het basic, wat de zeggingskracht ten goede komt. De sfeer van de muziek is er regelmatig een van weemoed, een vorm van melancholie die door de schoonheid van de klanken wordt verzacht.

Maar er zijn ook vrolijker momenten te vinden, zoals ‘My Ruthless Companion’, een levendig stuk muziek met een door volksmuziek beïnvloedde melodie en arrangement. Het staat in scherp contrast met het daaropvolgende ‘My Tresses In The Wind’, dat een verstild karakter heeft en waarin de lange lijnen van de strijkers als een drone onder de droeve zangmelodie liggen. In ‘I Was Dead’ komen beide zijden aan bod doordat een fris pizzicato gespeeld gedeelte wordt afgewisseld met kalm en melancholiek spel.

In ‘Vanishing Lines’ wordt de droefgeestige zangmelodie omringd door volle en dynamische klanken van het strijkkwartet. Het stuk handelt over het verwerken van verlies, de tijdelijkheid van het bestaan en – uiteindelijk – het niet willen verspillen van tijd. In de verschillende liederen vertolken Mahsa en Marjan en de leden van het kwartet een scala aan emoties als verdriet, hoop, verlangen en liefde. Het zijn universele thema’s die vanuit Iraans perspectief worden vertolkt.

Bij Iraniërs neemt poëzie een veel grotere plaats in dan bij westerlingen. Dichters spelen al eeuwenlang een belangrijke rol in de Iraanse samenleving en vrijwel iedereen kent hele gedichten uit het hoofd. Moderne dichters staan eveneens in hoog aanzien. Ook Mahsa en Marjan Vahdat groeiden op met poëzie. Het is daarom niet vreemd dat de teksten van de songs die Placeless bevolken afkomstig zijn van dichters uit het herkomstland van de zussen.

Die teksten worden in de oorspronkelijke taal gezongen, maar in het tekstboekje bij de cd staan ze ook in het Engels afgedrukt. En zo kan kennis worden gemaakt met werken van Rumi, Hafez, Forough Farrokhzad, Mohammad Ibrahim Jafari en Atabak Elyasi. Laatstgenoemde is ook verantwoordelijk voor een aantal arrangementen, naast die van Sahba Aminikia, Jacob Garchik en Aftab Darvishi.

Het meest opvallende gedicht vormt de openings- en tevens titeltrack, met daarin de woorden (vertaald in het Engels): “I am neither Christian nor a Jew / I am no Magian, no Muslim.” en “I am not from the world , not from beyond / My place is placelessness. My trace is tracelessness.” De woorden zijn van Rumi en die geven goed weer waar de muzikale samenwerking van het Kronos Quartet en Mahsa en Marjan Vahdat artistiek gezien voor staat. Muziek en woorden kunnen van overal komen en uiteindelijk doet het er niet toe waar ze vandaan komen en van waaruit ze worden gebracht, ze bereiken de mensen die willen luisteren toch wel. Als iets die stelling onderschrijft, is dat deze Iraans-Amerikaans-Noorse samenwerking.

Mahsa Vahdat website

Kronos Quartet website