Eotrax, 2019

Joachim Badenhorst is een Belgische rietblazer die onder andere deel uitmaakt van Carate Urio Orchestra, Mógil, Rawfishboys, Machtelinckx/Jensson/Badenhorst/Wouters, trioBaloni, Han Bennink Trio en Tony Malaby’s Novela. Daarnaast speelt hij solo en als gast bij LAMA op de laatste twee albums van dat trio. De opsomming is niet limitatief, maar het mag duidelijk zijn dat Badenhorst zich in de wereld van jazz en improvisatie beweegt.

In Zero Years Kid werkt de Belg samen met de Ier Sean Carpio. Die vinden we terug in Bog Bodies, Drift, Two Sleepers en Avdio Hostem. Samen met Badenhorst speelt hij in Carate Urio Orchestra. Carpio is een muzikant van het eclectische soort, die zijn eigen opvattingen heeft over geluid en muziek.

Dat alles neemt niet weg dat de samenwerking van de twee muzikanten in Zero Years Kid tot een verrassend resultaat heeft geleid. Opduvel was in ieder geval niet voorbereid op de elektronische ambientpop met R&B-invloeden die het duo de luisteraar op Ongerijmde Rijmen voorschotelt. In eerste instantie komt de muziek nonchalant en zeurderig over en de voordracht van Badenhorst nogal lijzig. Het klinkt als een duo in een melige bui, niet in de laatste plaats door de met Antwerps accent gezongen teksten.

Maar een poging onbevooroordeeld te luisteren werpt hier zijn vruchten af. Er komt geen akoestisch blaasinstrument aan te pas, maar de elektronische omgeving waarin de woorden liggen, blijkt een stuk interessanter dan aanvankelijk gedacht. Gevoel voor humor is vereist, maar er valt muzikaal ook zeker wat te halen voor wie het allemaal wat serieuzer neemt. Niet alles op het album is even sterk, maar er zitten heel wat bescheiden pareltjes tussen.

Zoals ‘Alles Komt Wel Uit’, een regelrechte oorwurm met zich herhalende patronen, zowel muzikaal als tekstueel. Het is een van de meest begrijpelijke stukken op het album en dat geldt ook voor de fraaie titeltrack, waarin Badenhorst stoeit met autotune. Maar gewoon klinkt Zero Years Kid nooit. Binnen een op een vreemde manier toch wel toegankelijk geluid is er ruimte voor experiment.

In ‘Vloeiend en Precies Uitdrukken’ is dat een vocaal experiment, waarbij Badenhorst voordraagt over een voor een groot deel uit vervormde stemmen bestaand muziekstuk. Het daaropvolgende, instrumentale ’23 July’ is dan weer een elektronisch stuk met een onregelmatig ritme, waarna in ‘Haar Gluid Glom Als Een Spiegel’ de vervorming van stemmen op de voorgrond plaatsvindt en die stemmen worden omringd door geheimzinnige klanken.

Eigenlijk zet Zero Years Kid je als luisteraar steeds weer op het verkeerde been. Er is geen rode draad, behalve dat elke track op een vreemde manier in elkaar steekt. In ‘De Laatste Loodjes’ wijkt het zachte begin behoorlijk af van het laatste gedeelte waarin een luide beat de overhand krijgt, wat weer contrasteert met de humoristische tekst.

Een paar keer weten Badenhorst en Carpio niet helemaal de juiste snaar te raken. In ‘Sterke Vrouwen’ gaat het duo de grens tussen leuk en flauw over, de verkeerde kant op. Dat geldt vooral de voordracht en de melige tekst. Opduvel is echter een kaaskop en geen Vlaming, dus wellicht ontgaat hem hier iets. Het miniatuurtje ‘Vivian Chow’ lijkt louter als opvulling te dienen en is overbodig. De onvervalste R&B die overgaat in een bed van roezemoezende stemmen, waar Badenhorst zijn tekst overheen zingt, is dan weer prachtig in slottrack ‘Verloren In De Taal’. En daar is zowaar een akoestische gitaar, als uitzondering op de digitale regel.

Ongerijmde Rijmen is een verrassend elektronisch album dat flirt met stijlen waarmee je de twee muzikanten van Zero Years Kid niet direct zou vereenzelvigen. Het is daarmee ook een gewaagd album, dat ook nog eens een flinke lading aantrekkelijke songs bevat. Experiment en humor gaan hand in hand op poëtische wijze.

Ongerijmde Rijmen bandcamp

Joachim Badenhorst website

Sean Carpio website