Stickman, 2019

Een nieuwe Motorpsycho kun je het beste een tijdje op je in laten werken. Er komt tijdens het luisteren nogal wat op je af en pas na ettelijke draaibeurten ontvouwt zich de muzikale pracht in volle glorie. Ook het nieuwe album, getiteld The Crucible is zo’n plaat die groeit naarmate je ‘em vaker draait. De vraag is waar het album in de indrukwekkende discografie van het Noorse drietal geplaatst moet worden.

In ieder geval niet bij de sleutelplaten waarin de band zich een nieuwe sound aanmeet of daar naartoe werkt. Opduvel had stiekem gehoopt op een ander album of in ieder geval op hints naar een andere muzikale richting. Motorpsycho blijft toch weer hangen in de progrockhoek en dit album ligt direct in het verlengde van The Tower. Dat album liet heel wat fraais horen, maar kon uiteindelijk niet helemaal overtuigen door de soms wat zoetsappige vocalen en een aantal minder interessante ideeën die wel het album haalden, waar die bij een beter gevoel voor dosering wellicht weg zouden zijn gelaten.

De eerste beluistering van The Crucible leidt tot een gevoel van lichte teleurstelling. Er lijkt niets nieuws onder zon te vinden en Opduvel is niet de grootste progrock-liefhebber, dus dat is even slikken. De scepsis verdwijnt echter voor het overgrote deel na een paar luisterbeurten, want wat de band muzikaal presteert, is van een hoog niveau, veel meer dan alleen progrock, en bovendien is het album met een dikke veertig minuten compacter en dus beter behapbaar dan de bijna anderhalf uur die The Tower in beslag nam.

Dat in die veertig minuten slechts drie songs de revue passeren, is geen bezwaar. Sterker nog: het zijn de langste nummers die het meest indruk maken. Opener ‘Psychotzar’ doet dat ietsje minder. Er is wel een sterke Black Sabbath-achtige riff voorhanden en de mellotronbijdrage is fraai, maar de vocale melodielijn na een kleine drieënhalve minuut is wat te eenvoudig, wat te sloom ook, en ook het rustige gedeelte na ruim vijfenhalve minuut kan niet zo bekoren. Daar staan de ontzettend lekkere gitaarsolo’s van Hans Magnus ‘Snah’ Ryan dan weer tegenover.

In ‘Lux Aeterna’ horen we folkinvloeden in het begin en vocaal staan Bent Saether en Snah al een tijdje hun mannetje, al worden ze in het refrein (voor zover daarvan kan worden gesproken) bijgestaan door zangeres Susanna Wallumrød. Het stuk slaat rond de vijfde minuut om naar een proggy en jazzy middenstuk waarin muzikaal alles uit de kast wordt getrokken. Vooral Tomas Järmyr toont hier zijn klasse als inventieve en energieke drummer, maar ook de schitterende gitaarsolo’s van Snah stuwen het stuk naar grootse hoogte. Daarna volgt een lange nasleep in het aanvangstempo, met opnieuw een glansrol voor de solerende Snah. In het slotgedeelte schiet Motorpsycho nog even in Crosby-Stills-Nash-&-Young-modus, maar het past uitstekend, vooral omdat daarna het epische refrein volgt.

De titeltrack sluit het album af en duurt bijna eenentwintig minuten. Het stuk opent heel zacht, maar gaat over in een straf tempo, sterk ritmisch, met snel en aan Yes refererend baswerk van Saether. Järmyr vertolkt op dit album een prominentere rol dan op The Tower en dat pakt goed uit. De drummer is overal en virtuoos in de weer. Na vijf minuten is het tijd voor de volgende fase en horen we de in de laatste jaren vertrouwd geraakte vocalen van Saether en Snah, bovenop een simpel maar doeltreffend gitaarmotief dat langzaam meer invulling krijgt, totdat een stevige riff het roer overneemt.

Dat is rond de tiende minuut en dan is Motorpsycho echt helemaal los: psychedelische geluiden, weirde gitaarklanken en vervreemdende mellotronpartijen worden over de luisteraar uitgestrooid en zorgen voor kippenvel. Prachtig is ook hoe dit stuk naadloos overgaat naar een vocaal gedeelte waar ook de folkinvloed in doorklinkt. Na een kort verstild stuk wordt een versnelling doorgevoerd en is het tijd voor weer een Snah-solo, zeer bedrijvig ondersteund door Saether en Järmyr. Het beginthema keert kort terug en alles lijkt in elkaar te haken, bijna achteloos, alsof onderweg niet de meest uiteenlopende muzikale uitingen zijn gepasseerd.

The Crucible gaat verder waar The Tower ophield en diept de bekende sound nog iets verder uit. De vele details en knikjes naar verschillende genres maken dat je niet gauw uitgeluisterd raakt op dit album. Voor Opduvel blijven uit de laatste Motorpsycho-periode (het prog-tijdperk) Heavy Metal Fruit en Still Life With Eggplant favoriet. Met een over de hele linie overtuigende openingstrack was dit album daar heel dicht in de buurt gekomen.

Motorpsycho website