Whyplayjazz, 2019

Basement Research is de naam van het album dat saxofonist/basklarinettist Gebhard Ullmann in 1995 maakte samen met Ellery Eskelin (tenorsax), Drew Gress (bas) en Phil Haynes (drums). Bijna een kwart eeuw later bestaat Basement Research nog steeds, al is de samenstelling wel gewijzigd. Onderweg hebben Tony Malaby en John Hebert deel uitgemaakt van het ensemble, maar ook zij zijn anno 2019 niet meer van de partij.

De huidige bezetting bestaat naast Ullmann uit Steve Swell (trombone), Julian Argüelles (baritonsax), Pascal Niggenkemper (bas) en Gerald Cleaver (drums). Op het achtste album Impromptus and Other Short Works staan zes ‘Impromptus’ die een soort suite vormen en worden onderbroken en aangevuld met vijf andere werken. In de in totaal elf oude en nieuwe composities van de hand van Ullmann put het kwintet uit Amerikaanse en Europese jazztradities en worden moderne jazz en eigentijdse compositorische methodes gemixt.

Dat klinkt ingewikkelder dan het is. In feite is het album een geslaagde proeve van bekwaamheid van een gepokt en gemazeld vijftal dat weet hoe het moderne jazz moet brengen. De kennis van de jazztraditie is in elk van de stukken te herkennen en de muzikanten showen ieder hun kunnen. Dat betekent ook dat Impromptus and Other Short Works niet direct een overdonderende indruk maakt en op het eerste gehoor zelfs vrij netjes klinkt.

De kracht van Basement Research schuilt ergens ander in. In de manier waarop vanuit een klein thema naar een mooi groepsgeluid wordt toegewerkt, bijvoorbeeld. Of in de zonder uitzondering smaakvolle solo’s van elk van de leden van het kwintet. De droge sound mag ook niet onvermeld blijven, vooral veroorzaakt door het ontbreken van een piano of gitaar en het sonore geluid van baritonsax, tenorsax, trombone en bas.

Het meest aantrekkelijke element van de muziek van Basement Research is echter dat de muziek wel degelijk en zelfs volop avantgardistische en tegendraadse componenten bevat. De thema’s zijn niet te overheersend en klinken losjes, daarmee kan worden gestoeid en dat gebeurt ook in grote mate. Er is veel ruimte voor ieder van de muzikanten om hun solospot te pakken en de manier waarop dat wordt ingevuld is gretig en inventief.

En zo opent het album ook, in de korte solo van Swell waarmee ‘Gospel’ begint. Het stuk dreigt een paar keer in een ordinaire blues te vervallen, maar doet dat niet, het is echt gospel. Het levert een mooi spanningsveld op. Het duet van Swell en Ullmann aan het begin van ‘Twelve Tones – Impromptu #5’ klinkt gewiekst; de muzikanten kennen elkaar door en door maar dagen elkaar nog steeds uit. Ook de manier waarop verderop het thema tegen het tempo in wordt gespeeld, verraadt de klasse van het kwintet.

De met spanning geladen start van ‘Impromptu #1′ geeft ruimte aan lage tonen van bas, trombone en baritonsax. Het thema van Ullmanns tenorsax ligt bovenop – een thema waar hij ook op varieert en op soleert – en daaronder wordt meesterlijk onderaards gerommeld. In ’29 Shoes’ blinkt het kwintet dan weer uit in ritmische souplesse en het onnavolgbaar door elkaar heen spelen. Aan het eind mag de ritmesectie excelleren. Meer oog voor esthetiek hebben de heren in het mooie ‘Kleine Figuren’. Speciale vermelding verdient het sublieme baritonsaxgeluid van Arguëlles en dat geldt voor zijn spel op de hele cd.

Hoekig klinkt Basement Research in ‘Lines – Impromptu #2’, dat van de hak op de tak springt, totdat Swell een knotsgekke trombonesolo weggeeft. In ‘Shifting Tonalities’ mag Niggenkemper zijn solokunsten vertonen op contrabas en dat doet hij door al strijkend een sound te produceren die ergens ligt tussen schuren en schaven, met vaak opvallend hoge tonen. Thema en variaties worden daaroverheen gelegd. In het tweede gedeelte plukt Niggenkemper en speelt hij met een ronde en volle toon en daardoor klinkt het geheel direct traditioneler.

Wie bij ‘Air’ aan een klassiek getint werk denkt, is eraan voor de moeite. Klankexperiment en zoekend spel zijn de kernelementen van het korte stuk. Meer themagericht is ‘Sticks – Impromptu #4’, waarin – hoe kan het anders – een drumsolo van Cleaver zit verwerkt. Veel somberder klinkt het begin van ‘For Jim – Impromptu #6’, waarin de ondergrond wordt gevormd door een donkere en diepe bastoon. Het unisono thema van de blazers is mooi en vormt de opmaat naar een sneller gedeelte met een heldere trombonesolo van Swell. ‘Almost Twenty-Eight’, tot slot, is steviger aangezet dan de andere stukken op het album en laat Ullmann solerend horen op basklarinet. Tijdens die solo slaat het stuk om van robuust naar kalm, waarna nog één keer het kloeke thema volgt.

Impromptus and Other Short Works is een sterke plaat van een stel jazzmusici waar de ervaring en klasse vanaf druipt. Het kwintet brengt muziek zonder enig effectbejag. Het gaat niet om het etaleren van techniek of buitenissigheden, maar om muzikaliteit in dienst van het geheel. Bijzonder fraai is hoe in verschillende stukken de verschillende partijen zich met elkaar verweven. Daarnaast is het afwisseling troef. Bovendien weten de muzikanten her en der de nodige stekeligheden aan te brengen in de muziek. Die zijn er om te koesteren.

Gebhard Ullmann website