Karl, 2019

Benjamin Finger is een Noorse muzikant, componist, fotograaf, filmmaker, producer en DJ. Hij debuteerde in 2009 met Woods of Broccoli en sindsdien zijn met enige regelmaat albums van hem verschenen. Die albums tonen een veelzijdig componist en muzikant, waarvan de muziek moeilijk is vast te pinnen. De nieuwste uitgave van Finger heet Pleasure-Voltage, is op vinyl verschenen bij Karl Records en betreft een samenwerking met James Plotkin en Mia Zabelka.

Laatstgenoemde is een Oostenrijkse violiste die thuis is in improvisatie en experimentele muziek. Haar vioolspel wordt vaak van elektronische effecten voorzien en voor het maken van een bak herrie deinst Zabelka allerminst terug. Haar lijst met samenwerkingen is lang en bevat onder andere de namen van Pauline Oliveros, John Zorn, Martin Siewert, David Moss, Max Nagl, DJ Still, Zahra Mani en Lydia Lunch. De laatste solo-cd van de violiste, Cellular Resonance, was een luidruchtig, tumultueus en weerbarstig album waarop Zabelka uitblonk in zes eigenwijze en originele stukken.

De Amerikaanse gitarist James Plotkin is wellicht het meest bekend van de bands OLD (Old Lady Drivers) en Khanate, maar hij speelde in veel meer bands en projecten. Een kleine greep: The Body Haters, The Body Lovers, Death Ambient, Scorn, Solarus, Jupiter Crew, Romance, Phantomsmasher en Lotus Eaters. Daarnaast is de Amerikaan producer en remixer en in die rol werkte hij met onder meer Sunn O))), Earth, Pelican, Isis, KK Null en Nadja. Net als van Zabelka kunnen we van Plotkin zeggen dat hij het maken van de betere herrie in de vingers heeft.

Des te opvallender is dat zowel Plotkin als Zabelka zich op Pleasure-Voltage nu juist niet inlaten met het maken van noise. Beide muzikanten hebben aangevoeld dat dat niet de juiste respons zou zijn op de muziek van hun Noorse kompaan. Die is verantwoordelijk voor de compositie, het raamwerk waar de andere twee hun bijdragen aan hebben geleverd. Finger heeft gekozen voor een wat dromerige muzikale aanpak, voor een werk waarin vooral sfeer een belangrijke factor is.

Over Fingers Scale of Blindness schreef Opduvel dat de Noor geen muziek maakt voor luie oren, dat de luisteraar moet werken om de gedetailleerde muziek goed tot zich te kunnen nemen. Ook over dit album kan dat worden gezegd. De muziek is ongrijpbaar en even fascinerend als moeilijk te omschrijven. Waar in ambient- en drone-muziek vaak wordt gekozen voor een zich langzaam ontwikkelende soundscape of voor toe- en afnemende dreiging, daar bewandelen Finger, Plotkin en Zabelka een ander pad, een pad dat niet altijd recht loopt en waar onderweg plaats is voor verwondering.

Dat wil niet zeggen dat sprake is van onverwachte of plotse wendingen. De verwondering zit meer in de klanken die op je afkomen, die soms op een onvermoede manier bij elkaar zijn gezet, op organische of subtiele wijze worden samengevoegd of door elkaar worden gepresenteerd. Dat gebeurt in twee stukken van nagenoeg dezelfde lengte (ruim twintig minuten), elk een plaatkant beslaand.

De muziek komt tot stand met gebruik van synthesizers, piano, veldopnamen, elektronica, gitaar, elektrische viool en ‘vreemde objecten’. In ‘Hostile Structures’ is het gebruik van stemmen opvallend, naast een paar reeksen van pianotonen. In het begin van het stuk zijn de gitaar en de viool duidelijk te herkennen, maar gaandeweg vervagen die klanken, gaan ze op in het geheel, om her en der toch weer herkenbaar op te duiken. Dat laatste geldt overigens meer voor de gitaar dan voor de viool.

De dromerige sfeer wordt versterkt door loops van vocalen van Inga-Lill Farstad en Benjamin Finger. Elektronische geluiden en omgevingsgeluiden komen van alle kanten opzetten en zorgen voor onrust, niet op een heftige manier maar op passende wijze of licht ontregelend. Het is alsof je je in een vreedzaam dorpje bevindt, ergens aan de kust, waar iets vreemds gebeurd is dat beroering heeft veroorzaakt, maar in het ongewisse blijft wat dat precies is. Gaandeweg krijgt het stuk meer reliëf, neemt het aantal bewegingen en ook het volume toe en wordt het totaalgeluid voller.

Het tweede stuk, ‘Kaleidoscopic Nerves’, opent mysterieus met vrouwenstem en gitaar. Even lijkt een wat traditioneler ambient-pad te worden gekozen, maar dat is gerekend buiten de eigenzinnige muzikale natuur van dit drietal. De sereniteit wordt langzaam maar zeker verstoord door elektronische klanken, glitches, synths en omgevingsgeluiden. Na zes minuten is de sfeer omgeslagen, klinkt de muziek meer zoekend. De houvast is een onrustige drone, die weer plaatsmaakt voor een pianomotief. Ondertussen blijven geluiden daaromheen klinken, opkomend en wegstervend, het pianomotief ondersteunend of incidentele accenten leggend.

De dromerige zangstem duikt weer op, maar de geluiden waarmee die wordt omringd zijn grilliger, grimmiger ook, en geven het stuk een apart en wat ongemakkelijk soort spanning mee. Vioolklanken doemen op uit het moeras van geluiden, maar verdwijnen ook weer op onverklaarbare wijze. De piano speelt een korte melodie, eenzaam en berustend. Lange synth-, viool- en gitaarklanken verdrijven de melodie en verweven zich, langzaam toewerkend naar een uitgebalanceerd slot.

Zoals gezegd is de muziek ongrijpbaar, want dat is het woord dat blijft hangen na beluistering van Pleasure-Voltage. Het is moeilijk te vatten waar deze muziek voor staat of welk verhaal wordt verteld. Wat dat betreft wordt veel aan de fantasie van de luisteraar overgelaten. Finger, Plotkin en Zabelka brengen twee raadselachtige soundscapes, twee fascinerende waarnaar je blijft terugkeren omdat de nieuwsgierigheid geprikkeld blijft worden, elke keer weer.

Pleasure-Voltage bandcamp

Benjamin Finger facebook

James Plotkin website

Mia Zabelka website