Luik, 2019
‘Post-rock’ staat als een genre-aanduiding boven dit stukje. Het is een term die wat problematisch is, want die is zo breed dat de aanduiding alleen niet echt veel zegt. In het (zeer lezenswaardige) boek Fearless. The making of post-rock van Jeanette Leech worden bijvoorbeeld en onder zeer veel meer Slint, Talk Talk, Fridge, Moonshake, Bark Psychosis, Tortoise, Stereolab, Godspeed You! Black Emperor en Mogwai besproken, wat de diversiteit van het genre onderstreept.
Onlangs verscheen het debuutalbum Falltime van het Belgische kwartet Endless Dive, waarvan eind 2016 al een eerste ep uitkwam. Muzikaal gezien kun je de muziek op die plaat als post-rock bestempelen, maar met geen van de hiervoor genoemde bands hebben de Walen veel gemeen. De muziek van Endless Dive heeft wel overeenkomsten met het Deense Sky Architects (structuur, opbouw en heldere gitaren) en het Spaanse Toundra (vooral in de hardere gedeelten) en dat zijn niet de minsten om mee vergeleken te worden.
De muziek van Endless Dive draait om gitaren. Elektronische experimenten hoef je van het viertal niet te verwachten en heel experimenteel is de muziek sowieso niet. De band kleurt over het algemeen keurig binnen de lijntjes. Het klinkt allemaal mooi muzikaal en melodieus. Iets vaker een gemeen randje zou de muziek goed doen. Je zou het geheel als ‘veilig’ kunnen afdoen en overgaan tot de orde van de dag.
Maar zo makkelijk kom je er bij Endless Dive niet vanaf, want wat het kwartet binnen zijn afgebakende grenzen doet, doet het verdomd goed. Op hun best zijn de mannen als ze erin slagen je als luisteraar vanuit een vertrekpunt tijdens een instrumentaal stuk naar een heel ander gebied te transporteren dan waaruit werd vertrokken. Dat is vooral goed te horen in prijsnummer ‘Misadventures’. Daar durven de muzikanten ook de grenzen van het genre op te zoeken en te overschrijden en dat levert direct een fraai resultaat op.
Het nummer begint als een uptempo indierocker, met een lekkere baspartij, al verraadt het heldere geluid van de leadgitaar de post-rockroots. Het tempo gaat al snel naar beneden, waarbij de band ervoor waakt dat de energie niet verloren gaat. Vervolgens wordt met gitaar en bas weer een andere gedeelte ingezet dat uitmondt in stevige rock, een eerste climax die er niet om liegt. Een zich herhalend gitaarmotief vormt daarna de basis in een rustig stuk dat langzaam opbouwt naar een tweede uitbarsting toe, die de eerste overtreft. In de laatste twee minuten wordt nog een keer spanning gecreëerd, met een hoofdrol voor de snaredrum, zonder nog een keer naar een climax toe te werken.
Veel te vertellen dus over slechts één nummer en zo staan er nog een paar op Falltime. ‘Wading Pool’ bijvoorbeeld, dat uitblinkt in melodieus gitaarspel en – ook hier – indierock, die kort naar voren komt en mooi verpakt zit in de post-rock van het viertal. Tempowisselingen zijn bij Endless Dive eerder regel dan uitzondering, zonder dat het wordt overdreven. Het past allemaal naadloos in elkaar, of de overgang nu abrupt is of dat er langzaam naartoe wordt gewerkt.
‘Stoky 335’ is een sterke song die van een stevige injectie wordt voorzien en een donker randje krijgt door zwaar gitaarwerk. Maar altijd is er die heldere leadgitaarsound die voor verlichting zorgt. Ook ‘Outgrown (Part II)’ mag niet onvermeld blijven. Hier valt melodisch, dynamisch en ritmisch alles op zijn plaats in een nummer dat grandioos is opgebouwd en nergens inzakt, zelfs niet als een oersimpele riff wordt ingezet.
De overige songs bevatten allemaal een of meer kenmerken die hierboven geschetst zijn. Zwakke broeders zijn er niet tussen te vinden. Wel kan het geheel op den duur wat eenvormig overkomen, maar na meerdere luisterbeurten gaan de instrumentale songs meer leven en zich ook meer van elkaar onderscheiden. Een paar ruwe randjes worden gemist en wat gemene trekjes zouden, zoals gezegd, de muziek goed doen. Opduvel is de kniesoor die erop let, want buiten dat is Falltime een prima debuutalbum dat doet uitzien naar meer en vooral ook naar de liveverrichtingen van Endless Dive.