Consouling Sounds, 2019

Drummer Tomas Järmyr (o.a. Zu, Motorpsycho), tuba- en flugabonespeler Kristoffer Lo (o.a. Highasakite, Microtub) en gitarist Dirk Serries (o.a. Tonus, Kodian Trio, Scatterwound) zijn drukbezet, maar gelukkig vinden zij tijd om zo nu en dan gezamenlijk een korte tour te doen als Yodok III. Binnenkort zijn ze twee keer in Nederland te bewonderen. De concerten van het trio zijn adembenemende gebeurtenissen, waarin in een lange improvisatie langzaam naar een kolkend hoogtepunt wordt toegewerkt.

De laatste twee uitgaven van Yodok III, Legion of Radiance en The Mountain of Void, die allebei in 2016 zijn verschenen, zijn weergaven van twee optredens die het trio in Dokkhuset in het Noorse Trondheim en tijdens Roadburn in Tilburg gaf. Nu volgt This Earth We Walk Upon, opnieuw een live-album en opnieuw opgenomen in Dokkhuset. Daarop zijn geen grote verrassingen te horen, want wat Yodok III beoogt te doen is inmiddels voorspelbaar. Maar mán, wat doen ze het weer goed.

Toch zijn er wat verschillen te horen ten opzichte van de vorige twee albums. Ondanks dat het stramien hetzelfde is, is de muziek uiteraard altijd anders want volledig geïmproviseerd. Daarnaast werd op de andere twee live-albums vanuit nagenoeg niets toegewerkt naar een eerste climax, waarna gas werd teruggenomen en vanuit een relatieve rust de zaak langzaam opnieuw op gang werd getrokken en een allesverzengende apotheose volgde.

Dat doet het drietal op This Earth We Walk Upon anders. Hier ontbreekt de ‘tussen-climax’ en wordt volstaan met één luidruchtige finale. Het stuk duurt meer dan een uur, dus Yodok III neemt uitgebreid de tijd om tot de uiteindelijke climax te komen. Daarvoor slagen de Noor, Noorse Zweed en Belg erin om de spanning tergend langzaam op te voeren, zodat je, ook als op zeer laag volume wordt gemusiceerd, niet rustig achterover kunt leunen maar je oren spitst om naar niets te hoeven missen.

Zacht gitaarspel en een wind suggererend blaasinstrument creëren de spanning in het begin, terwijl Järmyr’s schermutselingen de onrustige factor vormen. Lo’s elektronisch bewerkte flugaboneklanken komen op en sterven weg, terwijl Järmyr geluiden maakt alsof een piepende deur door de wind in beweging wordt gebracht. De gemanipuleerde flugabone klinkt zo nu en dan als een orgel. Er ontstaan drones maar een vaste drone blijft lang uit. Serries kiest ervoor om zijn snaren aan te slaan, wat het stuk beweging geeft.

Het volume blijft heel lang zacht, maar er gebeurt constant iets. Pas als de grens van twintig minuten nadert, maakt de flugabone zich los en horen we iets dat op een melodie lijkt. Het stuk verandert van klankkleur, terwijl de melancholieke sfeer overeind blijft. Järmyr is volop aanwezig met slagen op toms en bekkens. Op de achtergrond klinkt nu een constante drone, waar Serries zijn gitaardrone overheen legt. Die drone wordt gemener en luider. De relatieve rust is verdwenen. De muziek wordt voller en hier wordt duidelijk gebouwd aan iets groots.

De rust keert weer enigszins terug in minuut eenendertig, als Lo op tuba melodisch speelt, zachtjes begeleid door Serries en Järmyr. Dit vormt het startpunt voor de opbouw naar het hoogtepunt. De bewerkte flugabone krijgt gezelschap van Serries’ huilende gitaar. Onderwijl wordt met een los bekken een vast ritme gecreëerd, waaraan een strakke basdrum wordt toegevoegd. Je weet dat het onvermijdelijke eraan zit te komen, alleen niet wanneer en hoe.

De grote finale knalt er niet ineens uit, maar daar wordt naar toegewerkt door de intensiteit stapje voor stapje te verhogen. Het aantal lagen neemt toe, de melodie klinkt op de achtergrond en de drums blijven dat ritme pompen. Het volume wordt langzaam maar zeker opgekrikt en ineens besef je dat je je midden in de storm bevindt. Die is niet bij verrassing om je oren komen gieren maar heeft langzaam bezit van je genomen. Terwijl de drums maar door blijven gaan, wordt je volledig verzwolgen door de steeds intenser wordende klanken.

In de laatste vier minuten wordt afgebouwd en kun je even op adem komen, even je gedachten laten gaan over wat er in het afgelopen uur is gebeurd. Yodok III weet je als luisteraar volledig mee te slepen in zijn klankenwereld vol emotie; even bestaat er niets anders meer dan dat. This Earth We Walk Upon is ronduit grandioos. Het enige dat mist is de fysieke ervaring als je bij het concert bent.