Staertenbard, 2019
De mannen van Meglamancha zijn niet van plan om twee keer hetzelfde album te maken. Na debuut Soil uit 2017 verraste het duo (Marlon Wolterink en Freek Philippi) vorig jaar met het behoorlijk daarvan afwijkende Megara, hoewel een aantal elementen van het debuut werd meegenomen naar de opvolger. Met het vrijdag op cassette verschenen ‘Silica’ gooit het tweetal het helemaal over een andere boeg.
Het is een verhaal in de marge (want grote aantallen verkoopt Meglamancha niet) maar muzikaal wel degelijk een succesverhaal: twee mannen met ruime ervaring in de studio, de een van oorsprong drummer (Wolterink) en de ander van oorsprong gitarist (Philippi), vinden elkaar in een muzikaal project en hun studio-ervaring nemen zij daarin mee. Het blijkt te werken, want de drones, noise, en ambient in een industrieel jasje van het debuut en de meer ademruimte latende opvolger zijn uitstekende albums die laten horen dat het duo niet voor de makkelijke weg gaat, maar zichzelf uit wil blijven dagen door zijn muzikale koers te verleggen.
Maar zelfs als dat in gedachten wordt genomen, is de stap naar Silica een grote en een verrassende. Weg zijn de noise, de volle sound en de gestage opbouw. Daarvoor in de plaats komt een lang stuk dat niet de voorspelbare weg naar een apotheose volgt maar gedurende tweeënveertig minuten op zijn plaats blijft. Nou ja, het stuk beweegt zich wel voort, maar in langzaam tempo en zonder naar een duidelijk hoogtepunt of een vastomlijnd doel toe te werken.
‘Silica’ is minimalistischer van opzet. Er gebeurt echter veel, maar vooral in de diepte. Bepalend voor het stuk is een simpel repeterend motief van gitaar en een tom, dat het hele stuk doorgaat. Met dat motief wordt een lichte dreiging voelbaar. Het lijkt niet zo bijzonder, maar het patroon nestelt zich in je hoofd om daar niet meer uit te vertrekken. Zo werkt de herhaling als een soort mantra en heeft het een hypnotiserende werking.
Daaromheen en tussendoor worden accenten geplaatst, vervreemdende klanken geproduceerd en wordt op cimbalen geslagen. Het zijn die klanken die het stuk in belangrijke mate vormgeven en ervoor zorgen dat spanning wordt gecreëerd. Zo ontstaat een statische soundscape die constant in beweging is. Dat is een contradictio in terminis, maar het is wel wat ‘Silica’ doet en wat het stuk zo aantrekkelijk maakt om naar te luisteren.
De elektronische geluiden zijn soms onheilspellend, klinken af en toe futuristisch of zijn gewoon moeilijk te duiden. Het effect is dat er steeds iets gebeurt, dat je als luisteraar niet op je lauweren kunt gaan rusten maar bij de les moet blijven om niet essentiële onderdelen van het lange stuk te missen. Bijzonder fraai is hoe het tempo van het stuk door het constant herhaalde motief hetzelfde blijft, terwijl Wolterink tegelijkertijd op zijn bekkens het tempo vertraagt en versnelt, zodat het stuk in die frasen in twee tempi wordt gespeeld.
De muziek wordt soms met simpele middelen verrijkt. Zo klinkt nu en dan het geluid van een rammelende sleutelbos. Na ruim twaalfenhalve minuut wordt aan het motief een zachte drone toegevoegd die verderop in het stuk dreigender gaat klinken. Flarden donker klinkende elektronica, geluiden die een draaiende beweging suggereren en zwiepende en fladderende klanken maken van de soundscape een enerverende trip door een benauwend en ijzingwekkend landschap. Maar steeds is er dat motief als houvast, al is hij niet je vriend maar slechts de gids door een unheimisch tafereel.
Nieuwe geluiden doemen op, vogels suggererend die je vanaf een hoge tak gadeslaan, onbekommerd om je lot. Zoals gezegd: er is geen echte climax, geen eindpunt in zicht, maar misschien juist daarom bouwt de spanning zich op en wordt het luisteren naar ‘Silica’ een steeds intensere beleving. Ontspannen en ontsnappen lijkt niet meer mogelijk.
Maar toch: er is hoop. De kracht van de onheilstijding neemt in de laatste paar minuten af, alsof de vanuit een schuilplaats gevaarlijk loerende ogen zich van je afwenden en hun interesse in je verliezen. De gids is verdwenen, maar de uitweg ligt voor je, al moet je op de hoede blijven. Na het wegsterven van de laatste klanken blijf je als luisteraar verbouwereerd achter. Wat heeft zich in de laatste tweeënveertig minuten afgespeeld. Was het echt of fantasie? Om daar achter te komen moet je de hele tocht nog een keer ondergaan.
Dat is beslist geen straf, want Meglamancha brengt met Silica een luistertrip die langzaam bezit van je neemt, die niet overdondert door heftige muzikale escapades maar door onderhuids te kruipen en je van daaruit langzaam te overmeesteren. Beluistering met een goede koptelefoon wordt zeer aanbevolen.