Monnift Music, 2018
Was Opduvel er bij gitarist Jonas Meersmans’ Monnift I al laat bij, ook de recensie van het tweede deel van de trilogie is er een in het kader van ‘al een tijd uit, maar te goed om niet alsnog te bespreken’. Maar ach, het gaat hier om tijdloze muziek die zich niets van trends aantrekt, dus dan kan dat best. Meersmans verdient de aandacht bovendien dubbel en dwars, want wat hij op Monnift II laat horen getuigt van een groot en oorspronkelijk talent en de muziek is bovendien weer van grote schoonheid.
Eerst even terug naar dat eerste album. Meersmans presenteerde daarop vijf stukken die zowel toegankelijk als experimenteel en zowel goed uitgedacht als ongepolijst klonken. Invloeden uit jazz, folk, klassieke muziek en minimal music werden verpakt in vernuftige eigen composities die virtuositeit koppelen aan pure muzikale schoonheid. Voor het grootste deel deed de Antwerpenaar het met alleen gitaar. Alleen op het afsluitende ‘Eindstrijd’ werd hij bijgestaan door Nikki Verlinden op viool.
Je zou kunnen stellen dat ‘Eindstrijd’ de opmaat was voor wat op Monnift II zou gaan gebeuren. Verlinden is opnieuw van de partij en nu is ook Tinne Dehertefelt op Franse hoorn te horen. Een uitbreiding van het instrumentarium dus, maar het blijft een vrij minimale bezetting en de twee andere muzikanten doen niet op elk stuk mee. Als basis dient nog steeds het melodieuze, fingerpickende gitaarspel van Meersmans, maar de melodieën worden regelmatig mede vormgegeven door de viool en Franse hoorn en dat gebeurt met veel gevoel en met oog voor detail. Het geluid wordt niet te veel opgevuld en dat geeft de muziek lucht.
Dit tweede deel van de trilogie in wording vist in dezelfde muzikale vijvers als deel een. Met name klassiek en folk komen op dit album als invloed duidelijk naar voren. Dat is goed te horen in opener ‘Busmalis’, waarin, zodra Verlinden haar viool in stelling brengt een klassieke grondslag doorklinkt, terwijl zij in het tweede deel ook Amerikaanse folk als invloed lijkt mee te brengen. Meersmans’ spel op akoestische gitaar blijft ook nu een lust voor het oor; het klinkt virtuoos, vol en transparant tegelijkertijd. Vergelijkingen met John Fahey en Bert Jansch zijn her en der gemaakt, niet ten onrechte, maar de Belg staat muzikaal op eigen benen.
Behalve gitaar speelt Meersmans ook klokkenspel, zoals in ‘Kytti’, een optimistisch stuk dat gezegend is met een wel heel fraaie vioolmelodie. Datzelfde kan gezegd worden over ‘General Konrad’. De gitaar zorgt op melodieuze en ingenieuze wijze voor de beweging vooruit, terwijl de viool en nu ook de hoorn daar hemelse melodieën overheen leggen. De hoorn heeft overigens ook een begeleidende rol. Verderop is een reprise van het stuk te horen, waarin de hoofdmelodie in het klokkenspel is neergelegd.
De sfeer is melancholieker in ‘Whitewing’, een solostuk voor gitaar waarin Meersmans bewijst dat een fabelachtige techniek en melodieuze pracht goed samen kunnen gaan. In ‘Hanekop’ meldt de viool zich weer, maar het stuk bevat ook een lang sologedeelte voor gitaar. De vioollijnen lijken hier de kapstok te zijn waar de gitarist zijn virtuoze spel aan ophangt. In het thema spelen Verlinden en Meersmans een gedeelte unisono.
Daarna volgt ‘Misjka’s Quest (part one)’, opnieuw door de fingerpickende gitarist alleen gespeeld. De intimiteit van de muziek komt goed naar voren: de aanslagen en het bewegen van de vingers over de snaren zijn goed te horen. Het tweede deel van ‘Misjka’s Quest’ is sneller en levenslustiger van toon. Tot slot keren Verlinden en Dehertefelt terug in het hoopvol klinkende ‘Paw Paw’, dat een prachtige (geïmproviseerde?) solo voor viool en een duet voor hoorn en viool herbergt.
Na het indrukwekkende Monnift I flikt Meersmans het dus gewoon nog een keer. Het tweede deel doet in niets onder voor het eerste, terwijl door de inbreng van viool, hoorn en klokkenspel de muzikale mogelijkheden worden uitgebreid. Het derde deel kan met vertrouwen tegemoet worden gezien, want het lijkt onwaarschijnlijk dat de muzikale bronnen en inspiratie zijn uitgeput. Voorlopig kunnen we met dit tweede deel nog een hele tijd voort.