Creative Sources, 2018
Paolo Sanna is een van Sardinië afkomstige drummer en percussionist. Hij is al jaren als muzikant actief, veelvuldig in samenwerking met anderen. De laatste tijd is hij regelmatig te vinden in gezelschap van collega en eilandgenoot Giacomo Salis, met wie hij een percussie-duo vormt. Onlangs verscheen de cd Fluorite en daarop is Sanna solo te horen. Het is een kort maar intrigerend album dat een mooie inkijk geeft in de muzikale beweegredenen van de Italiaan.
Het album is opgedragen aan twee percussionisten: de in 2007 overleden Brit Paul Burwell en de vorig jaar december heengegane Amerikaan Z’ev. Die twee indachtig mag het geen verbazing wekken dat de muziek op Fluorite ontstaan is na uitgebreid en aandachtig onderzoek en studie naar klanken, muziek en intervallen met percussie en gevonden objecten. Deconstructie en verschillende technieken zijn de speerpunten van Sanna’s onderzoek dat altijd doorgaat.
Op de plaat komt de muziek tot stand met drums, percussie, gong, e-bow, stilte, stenen, gevonden voorwerpen, veldopnamen en radio. Het maar om aan te geven dat muziek veel meer betreft dan louter het ritmisch slaan op percussie-instrumenten. Dat is niet waar het Sanna om gaat. Hij onderzoekt zorgvuldig de mogelijkheden van elk instrument of object dat hij onder handen neemt en dat onderzoek lijkt niet alleen de zoektocht maar ook het hoofddoel.
Dat leidt tot een zeer afwisselend album, waarop de muziek zowel serieus als speels is en Sanna de luisteraar onderdompelt in een veelheid aan meer en minder muzikale klanken. Zo wordt in de eerste helft van de laatste track (geen van de zeven nummers heeft een titel) gestoeid met radio-frequenties. De niet-muzikale klanken vormen de muziek, dat wil zeggen de ruisende, piepende en krakende geluiden veroorzaakt door bewegingen van de ene frequentie naar de andere en de gesproken woorden die uit de speaker van de radio komen. Halverwege worden de radioklanken vervangen door razendsnelle akoestische percussie, alsof voorwerpen vlug bewegen in een kom.
De ruggengraat van de derde track op het album wordt gevormd door geluidsopnamen die zijn gemaakt op het treinstation van Piacenza. Stemmen van reizigers, voetstappen, een omroepstem, wind en andere geluiden vormen hier de muziek. Ondertussen improviseert Sanna, maar zijn klanken zijn zo verweven met de geluidsopnamen, dat het vaak moeilijk te onderscheiden is welk geluid door hem wordt geproduceerd en welk geluid ‘natuurlijk’ is. Ook hier slaat de muziek halverwege om en gaat Sanna over op louter akoestische percussie. Het is een akoestisch patroon dat klinkt als een speeldoos met aan de bovenkant een handel waar je mee moet draaien.
In de openingstrack slaat Sanna met sticks op glazen en houten voorwerpen. Althans, zo klinkt het. Doordat het niet te zien is, wordt je fantasie als luisteraar geprikkeld. Na een onderzoekend begin, wordt een ritme gevonden, dat echter niet steeds hetzelfde blijft maar waar Sanna op varieert. Het ritme maakt plaats voor een nieuw ritme en zo blijft er steeds iets gebeuren. De tweede track lijkt te beginnen als een piano die wordt mishandeld. Onder de voorwerpen die door Sanna worden beroerd, bevinden zich snaren. Of toch niet? Het blijft gissen, maar het is fascinerend hoe de Sardijn zijn klanken stapelt. Je gelooft bijna niet dat hij het in zijn eentje doet. Op de achtergrond zijn de klanken zwaar en dreigend.
Minder vervreemdend klinkt het vijfde stuk, waarin potten en pannen lijken te worden beroerd. Een lange klank wordt daaronder gelegd, een doordringende drone die meerlagig wordt en de overhand krijgt en van zware accenten wordt voorzien door een basdrum. Zenuwachtig en druk klinkt Sanna in track nummer zes. Hij slaat, schuift, krast en wrijft over allerhande voorwerpen en ook draaiende bewegingen zijn hoorbaar. Het spel is razendsnel en onnavolgbaar. De vierde track duurt slechts 39 seconden, maar daarin weet de Italiaan zoveel te doen met hout en met een fietsbel, dat je na afloop direct de neiging hebt het nog eens op te zetten.
Het is een wondere klankenwereld die Sanna de luisteraar voorschotelt. Ondanks de grote variëteit is geen sprake van een ongecontroleerd alle kanten opschietend album. Er lijkt sprake van een bepaalde logica, al heeft Opduvel nog niet ontdekt waar dat hem precies in zit. Fluorite is een album met fascinerende geluidsonderzoeken van een muzikant die daar waarschijnlijk nooit genoeg van zal krijgen. Maar goed ook, zolang dat dit soort fijne plaatjes oplevert.