Kapa/Vox Project, 2018
Opduvel maakte voor het eerste kennis met The Canyon Observer in 2016, door het bekijken van de live-video van ‘All Of Her, Mine’. De video laat zien hoe zanger Matic Babič zich aan in zijn rug bevestigde haken laat ophangen. Het is geen prettig gezicht maar ieder zijn meug, zullen we maar zeggen. Het doet ook niet af aan de muziek van het Sloveense vijftal. Die is namelijk opperbest.
The Canyon Observer bestaat al sinds 2011 en na twee ep’s zag in 2015 debuutalbum Fvck het daglicht. De muziek ligt ergens tussen black-, sludge- en post-metal en noise in, met ook vleugjes punk en hardcore erin verwerkt. Op het debuut kwam de mix van stijlen al goed tot zijn recht, maar Nøll bewijst dat het nog beter kan. Sterkste punt van de band is dat agressiviteit en meer atmosferisch getinte passages aan elkaar worden gekoppeld zonder dat iets van de impact verloren gaat.
Het album is daarbij goed geproduceerd, niet te clean maar ook niet zo smerig dat een geluidsbrij ontstaat, en uitstekend opgebouwd. In het begin klinkt de furieuze kant van band goed door, maar gaandeweg maakt de intensiteit steeds vaker plaats voor langer uitgesponnen stukken die wat minder op agressie mikken. Dat wil overigens niet zeggen dat in het tweede deel van de plaat geen agressie meer te bespeuren is, die is er wel degelijk, gedoseerd en welgemikt op zijn plaats. Bovenal is Nøll een gevarieerd en verre van voorspelbaar album.
Zo is er opener ‘Mirrors’, waarin noise en feedback een belangrijke rol spelen, naast een in het Duits gesproken tekst, totdat na ruim twee minuten de beuk erin gaat en Babič’ schreeuw over de gesproken tekst wordt gelegd. Het is een verrassend maar ijzersterk begin. Met het titelstuk wordt nog een schep erbovenop gedaan. De riff is sludgy, de sound furieus. Maar er is meer: nadat even gas is teruggenomen, wordt met een nieuwe, er nog harder inhakkende riff teruggekeerd. The Canyon Observer baseert zijn songs niet op slechts één riff.
Geheel anders gaat het eraan toe in ‘Entities’. Het tempo wordt naar beneden gebracht en het nummer neigt zelfs naar doom metal. In het intro wordt de eerste omslag naar meer sferische metal gemaakt, waarmee ook spanning wordt gecreëerd. Zodra dan vol wordt uitgehaald, komt dat extra hard aan. Bijzondere vermelding verdient de zwaar beukende ritmesectie, die in combinatie met een laag gestemde gitaar én een cleane gitaarpartij daaroverheen zorgt voor een overdonderende track, die in de laatste minuut in elkaar dondert.
De furieuze tred van ‘Nøll’ wordt voortgezet op ‘Lacerations’, dat razendsnel begint en terugzakt naar midtempo. De hardcore-invloed doet zich gelden, ondanks de grunt die Babič produceert. Ook daar blijft het niet bij, een marsritme wordt geïntroduceerd en ook weer losgelaten, waarna het tempo nog een keer naar beneden zakt. Het lange ‘Abstract’ volgt en daarin wordt de energie voor het eerst serieus teruggebracht, zelfs tot bijna nul, waarna een post-rockachtige passage volgt. Het is een gewaagde overgang, maar het is een van de mooiste momenten op het album. De manier waarop vervolgens de intensiteit weer wordt opgebouwd en de sludge metal uiteindelijk overheerst, is dat ook.
Het agressieve korte baanwerk keert terug met ‘Fracture’. Er wordt zelfs nog een tandje bijgezet. Een ronkende bas start vervolgens ‘Neon Ooze’, omgeven door allerhande experimentele geluiden. Het basmotief daargelaten, is het spel vrij, waarbij soms zelfs richting freejazz wordt bewogen. Ondertussen neemt met lange synthklanken de onheilstijding steeds dreigender vormen aan. Het mondt uit in een trage en smerige doomtrack waarin woede en depressie om voorrang strijden.
De bewondering voor wat The Canyon Observer presteert neemt nog meer toe bij het beluisteren van slottrack ‘Circulation’, opnieuw een langzaam en neerslachtig klinkend stuk waarin het experiment niet wordt geschuwd. De luisterervaring is intens en de emotionele impact groot. Het is het perfecte einde van een album dat bijna uit zijn voegen barst van de ideeën, maar waarin de band ondanks de grote muzikale variëteit nergens de focus verliest. Grote klasse en een grandioos album.