Doornroosje, Nijmegen
Donderdag 16 augustus 2018
Doornroosje in Nijmegen beschikt over twee mooie zalen met een uitstekende akoestiek. Het geheel heeft een professionele maar ook wat zakelijke uitstraling. Opduvel verlangt nog wel eens terug naar het oude Roosje, dat rommeliger maar ook sfeervoller oogde en waar je, na een optreden of als je de band niet goed vond, alleen of met vrienden in het café kon gaan hangen, vaak tot ruim nadat het concert was afgelopen. Zo niet in de moderne poptempel anno 2018. Optredens beginnen vroeg, waardoor je soms, zoals vanavond, al om vijf over tien ’s avonds buiten kunt staan. Zo doordeweeks met een nieuwe werkdag in het vooruitzicht, is dat wel eens fijn, maar het is weinig rock & roll.
Wat ook weinig rock & roll is, is het uiterlijk van Joe Casey, praatzanger van Protomartyr, de post-punkband uit Detroit. Gestoken in net overhemd en jasje en met een weinig opvallend hoofd, maakt hij een zeer alledaagse indruk. Of juist niet, want op het podium is een dergelijke look wel uitzonderlijk. Casey is een antiheld, een die op het podium ook totaal niet bezig lijkt te zijn met hoe hij overkomt en quasi nonchalant met een blikje of beker drank in de hand zijn ding doet. Maar vanaf het moment dat hij verschijnt en zijn mond opendoet, trekt hij ogenblikkelijk alle aandacht naar zich toe. De andere muzikanten lijken qua uiterlijk uit verschillende bands te zijn geplukt, maar zodra zij gaan spelen staat er een eenheid.
“Everything’s fine” zingt Casey in ‘Windsor Hum’, een van de hoogtepunten van het sterke laatste album Relatives in Descent, dat ook vanavond zijn uitwerking niet mist. De muziek is luid, dreigend en donker en de stem van de vocalist maakt de sfeer er niet vrolijker op. Maar uren na het concert galmen de woorden, die door Casey met een dwingende kracht worden gebracht, nog steeds na in Opduvels hoofd. Casey praatzingt of declameert meer dan dat hij echt zingt, waardoor zijn teksten ook live redelijk goed overkomen. Die teksten getuigen niet van een vrolijk wereldbeeld, maar zijn intelligent en doorspekt met donkere humor.
Relatives in Descent is het beste album van Protomartyr tot nu toe en het is daarom logisch en fijn dat daarvan het nodige voorbijkomt. De band opent met ‘My Children’ en dat is het startsein voor een kort maar overtuigend optreden. Live gaan wat nuances van de studioversies van de songs verloren, waardoor de muziek van de Amerikanen wat eenvormiger overkomt dan op de albums, maar de uitvoeringen zijn desalniettemin sterk en komen hard binnen bij de toehoorders, zeker als zo nu en dan stevig wordt uitgehaald, zoals in prijsnummer A Private Understanding, dat je niet alleen hoort maar door je hele lijf voelt, mede doordat de bas in de luide gedeelten wel erg hard doorklinkt.
Casey zegt zo nu en dan wel eens wat, vertelt dat de mannen – want afkomstig uit Detroit – bedroefd zijn dat Aretha Franklin is overleden, maar verder wordt er geen tijd verspild. Is het ene nummer afgelopen, dan tikt drummer Alex Leonard het volgende alweer af. De setlist is evenwichtig en Protomartyr weet van de laatste twee albums de mooiste songs te kiezen. Vooral de laatste drie songs in de reguliere set zorgen ervoor dat het slot het sterkste gedeelte van het optreden is. Dat slot begint met twee tracks van The Agent Intellect, ‘Cowards Starve’ en ‘Why Does It Shake?’. Vooral laatstgenoemde song heeft een onweerstaanbare cadans die tot meebewegen dwingt. Hetzelfde geldt voor het aan Joy Division ten tijde van Unknown Pleasures schatplichtige ‘Half Sister’, misschien wel het mooiste nummer dat vanavond wordt gespeeld, compositorisch, uitvoerend en tekstueel.
Binnen het uur verlaat de band het podium, maar niet voor lang, er volgen nog twee encores. De uitvoering van oudje ‘Maidenhead’ is niet helemaal overtuigend; als Casey echt gaat zingen komt hij veel minder sterk over dan als hij zijn teksten declameert. Het kleine dipje wordt helemaal goedgemaakt met ‘The Devil In His Youth’, de furieuze opener van The Agent Intellect, vanavond dienst doende als overdonderende uitsmijter. Na een uur en vijf minuten is het al klaar, maar Protomartyr zet een puike set neer. “Everything’s fine.”