Eigen beheer, 2018

De Noorse acrobate Marta Alstadsæter en de Nederlandse danser Kim-Jomi Fischer vormen een duo sinds 2015. Komend uit verschillende disciplines (hedendaagse dans en circus) gaan zij een fysieke dialoog aan. Voor hun voorstelling Engel haalden zij inspiratie uit de gedichtenbundel Stof dat als een meisje, waarin Toon Tellegen de continue strijd beschrijft van een man die wordt getart door een engel. Het bewustzijn stuurt je gedachten, maar wat is ons bewustzijn eigenlijk? De voorstelling handelt over de innerlijke strijd die ieder mens ervaart, over keuzes maken en onze relatie tot het bovennatuurlijke.

De soundtrack bij de voorstelling van Alstadsæter en Fischer wordt verzorgd door Machinefabriek, de naam die de Rotterdamse elektronica-pionier Rutger Zuydervelt gebruikt als muzikale uitlaatklep. Het is niet de eerste keer dat hij voor dit duo muziek maakt, want eerder vroegen zij hem al om muziek bij de voorstelling As Much As It Is Worth. Dat was een korte performance van tien minuten. Engel bestond al in een versie van dertig minuten, maar het duo besloot om het stuk verder te ontwikkelen en om nieuwe muziek daarbij te laten maken.

Die muziek is dus van Machinefabriek en is nu digitaal verkrijgbaar. De fysieke uitgave is gepland voor half augustus. Eind juni is Engel in première gegaan in Noorwegen en inmiddels heeft het stuk ook zijn Nederlandse première beleefd in Podium Bloos in Breda. Het visuele aspect ontbreekt bij beluistering van de muziek en Opduvel heeft de voorstelling van Alstadsæter en Fischer ook niet gezien. De dans/circus-performance zal ongetwijfeld een extra dimensie geven aan Zuydervelts muziek (wellicht werkt het eerder andersom), maar die muziek kan prima op zichzelf staan en als zodanig worden ondergaan.

Het oeuvre van Machinefabriek is veelzijdig, variërend van zware en donkere drones tot fijngevoelige geluidssculpturen. Op Engel is een hang naar minimalisme te bespeuren, maar echt minimal is de muziek niet, daarvoor vult Zuydervelt te veel in. Wel heeft zijn muziek een enorme suggestieve kracht. De twee performers indachtig, lijkt de muziek soms ook te balanceren, inspanning te leveren om evenwicht te bewaren. Dat geldt voor het album als geheel, waarin een broos evenwicht bestaat tussen de afwisselende stukken, maar het geldt bijvoorbeeld ook voor slotstuk ‘Rolling’, een mooi breekbaar stuk dat met tikkelende geluiden en kraakjes wordt verrijkt, waardoor het klinkt alsof het uit elkaar kan vallen. Het gebeurt niet, maar de suggestie geeft de het stuk een enorme dosis spanning mee.

Het album opent met ‘Hanging’, een gelaagd dronestuk met een donkere onderkant. Het stuk staat ook bol van de spanning, maar nu op een dreigende wijze. Aan het einde wordt de drone ontregeld, tot die verdwijnt en natuurgeluiden (regen, vogels) overblijven. Dan zitten we al in ‘Two High’, waarin die natuurlijke klanken worden voorzien van elektronische accenten, die overigens opvallend naturel klinken naast die natuurgeluiden. Alsof twee werelden die eigenlijk niet bij elkaar passen toch een symbiose aangaan. Naarmate het stuk vordert neemt de elektronica de overhand, met lange lijnen die rust uitstralen.

De langste compositie op Engel is Cradle, een verstild stuk waarin een zachte drone wordt omringd door spannende klanken, waardoor het lijkt alsof je je in een vijandige ruimte bevindt en je constant op je hoede moet zijn. Iele klanken, bewegend van links naar rechts, maken dat het statische stuk toch steeds in beweging is. Na een kleine vier minuten lijkt een soort evenwicht te zijn gevonden, nemen de klanken vriendelijker vormen aan en vormt zich zelfs iets wat op een melodie lijkt. Aan pure abstractie wordt sowieso niet gedaan; de muziek is dynamisch, bevat emotie en beweging. Kortom, de muziek lééft.

‘Waltzing’ doet wat de titel belooft, maar het is geen gemakkelijke wals waarop je als vanzelf meedeint; het is een dronken wals die ook nog eens een zwieper krijgt waardoor de cadans wordt verstoord. De melodie wordt gaandeweg weggemoffeld onder een dronelaag, al steekt die ook weer de kop op. Uiteindelijk wint de drone het toch. Het korte ‘Kim’s Fall’ is een flinke bak elektronische herrie, die de flow van de muziek uit zijn evenwicht haalt. Het stuk gaat over in ‘Walking’, dat langzaam vooruit beweegt, als een voorzichtig lopend persoon. Een percussief elektronisch patroon vormt de basis waar een drietonig motief op wordt gelegd. Het dynamische stuk bouwt mooi op tot een welhaast orkestrale klank ontstaat.

Ritmisch interessant is ook ‘Not Last’, dat in het begin wat sneller voortbeweegt en de spanning opvoert. Een zich herhalend, melodieus synthmotief wordt leidend zodra het tempo naar beneden gaat, terwijl elektronische percussie klinkt. ‘Two High Running’ legt de nadruk zelfs geheel op percusssie, want het bestaat uit een gedeelte van een solo die de Noorse drummer Paal Nilssen-Love speelde tijdens een live-optreden in Japan. Zuydervelt voegt er op subtiele wijze elektronische klanken aan toe, maar de drums overheersen. Daarna volgt het breekbare einde van ‘Rolling’.

Machinefabriek weet op zijn eigen wijze een soundtrack te maken die, zonder visueel aspect, een muzikale vertelling vormt. De muziek is afwisselend, maar alle stukken passen in het muzikale verhaal, zelfs de noise van ‘Kim’s Fall’ en de vrije improdrums van ‘Two High Running’. De muziek is rijk aan details en getuigt van een grote verbeeldingskracht. Het doet trouwens uitzien naar de dans/circusvoorstelling, die in het najaar in verschillende theaters te zien zal zijn.

Engel bandcamp

Machinefabriek website

Machinefabriek bandcamp