Captured Tracks, 2018

Het jonge Catalaanse viertal Mourn is toe aan zijn derde album, twee jaar na Ha, Ha, He., dat weer twee jaar na het titelloze debuut verscheen. De in de jaren negentig gewortelde indierock ondergaat op Sorpresa Familia geen grote veranderingen, maar net als twee jaar geleden wordt een kleine stap voorwaarts gezet. Gelukkig gebeurt dat zonder dat iets van het jeugdige elan verloren gaat.

De muziek van Mourn is ongepolijst, een beetje stekelig ook. Min of meer roemruchte namen als Sleater Kinney, PJ Harvey en Throwing Muses doemen op bij het luisteren naar het kwartet uit Barcelona, maar zonder dat sprake is van muzikaal copycat-gedrag. Mourn heeft een stijl die weliswaar niet heel origineel maar wel herkenbaar is en een sound die niet opzienbarend is maar wel fris van de lever klinkt.

Mourn klinkt regelmatig boos. Of het gaat over de vele toeristen in Barcelona in ‘Barcelona City Tour’ of over de muziekindustrie in ‘Divorce’: in simpele maar doeltreffende bewoordingen weet de band zijn woede te kanaliseren. Die boosheid klinkt oprecht en wordt door de intense vocalen ondersteund. Met een vrolijk kwartet hebben we sowieso niet van doen, want tekstueel zijn vervreemding, cynisme en droefgeestigheid onderwerpen die met een beperkt aantal woorden worden behandeld. Slechts even gebeurt dat in het Spaans, in ‘Strange Ones’, verder worden alle teksten in het Engels gezongen.

In ‘Barcelona City Tour’ komt de post-punk-invloed naar voren. Het ritme is hoekig en de vocalen staccato. Het sloganeske refrein, inclusief handclaps, maakt de openingstrack de perfecte single. Het wordt gevolgd door het ijzersterke ‘Skeleton’, dat veel zwaarder is aangezet en in het intro zelfs aan Shellac doet denken. Echte noiserock maakt Mourn niet, maar hier komt men in de buurt. De zelfdestuctieve tekst is ongemakkelijk maar toepasselijk. In ‘Strange Ones’ wordt de strijdbare tekst (“Who are you to say what I am”) gekoppeld aan een wiegende zesachtste maat, die in het tweede gedeelte overgaat in een rechter en energieker ritme.

In ‘Fun At The Geysers’, dat minder optimistisch is dan het lijkt, komt de samenzang van het kwartet (drie dames, één heer) goed naar voren. De boze vocalen maken plaats voor melancholieke zang in het langzame en droefgeestige ‘Candle Man’. In ‘Orange’ wordt nog iets verder gas teruggenomen. De tingelende gitaren zijn wonderschoon. Zo wordt een aangenaam rustpunt gecreëerd halverwege het album.

Met ‘Doing It Right’ wordt de hoekige en prikkende indierock weer van stal gehaald. De sound is lekker rauw en er wordt overtuigend gespeeld met dynamiek. ‘Thank You For Coming Over’ is ook zo’n ongepolijste indierocker en vocaal nog wat sterker dan de voorgaande song. De meest energieke songs zijn sowieso in het tweede gedeelte van de plaat te vinden, getuige ook het vlotte ‘Bye, Imbecile!’: lof-fi indierock in optima forma. De zesachtste maat is terug in ‘Divorce’ maar de song is sneller en robuuster dan ‘Strange Ones’. De bas van Leia Rodriguez, een zeer sterke troef op het vorige album, vervult ook hier niet alleen een stuwende maar ook melodieuze rol.

Waar op Ha, Ha, He. een enkele song de toets der kritiek niet helemaal doorstond, geldt dat niet voor Sorpresa Familia. Een paar sterke troeven staan zelfs aan het eind van het album, zoals het krachtige Epilogue en de berustende afsluiter Sun. Dat is dan uitgezonderd het laatste gedeelte, waarin de song openbarst. Het nieuwe album van Mourn is net even beter dan de voorganger. De muzikale groei zet door, terwijl de jeugdige onstuimigheid niet wordt ingetoomd. Een prima plaat dus.

Sorpresa Familia bandcamp

Mourn facebook