Inside Out, 2018
Het is meer dan drie jaar geleden dat het laatste album van Toundra (IV) is verschenen, maar de band uit Madrid heeft sindsdien niet stilgezeten. Zo werd onder de noemer Exquirla een album opgenomen met flamencozanger Niño de Elche (Para Quienes Aún Viven), maar vooral waren de Spanjaarden veel op het podium te vinden, waarbij zij ook vaak concertzalen bij onze oosterburen aandeden. Een van die concertpodia is de Vortex Surfer Musikclub in Siegen en daarnaar heeft Toundra zijn nieuwe album vernoemd. Dat de titel van het vijfde album met een ‘V’ begint, zal ook geen toeval zijn.
Toundra heeft tot nu toe een mooie reeks albums gemaakt (I t/m IV), waarvan vooral II en III bijna perfecte instrumentale post-rockplaten zijn, met de nadruk op rock. Waar bijvoorbeeld een band als Mogwai zijn nummers vaak opbouwt rondom één klein thema dat wordt herhaald en waarop wordt gevarieerd, bouwen de songs van het Spaanse kwartet spanning op door te variëren in melodie en ritme. Bovendien bestaat vrijwel ieder stuk uit meer dan één idee. Het label post-rock benauwt dan ook een beetje. Zelf noemt de band zijn muziek progressieve rock, maar met het genre progrock heeft de muziek niet veel van doen.
Ten opzichte van II en III was IV iets minder, doordat het album wat onevenwichtig was opgebouwd en de muziek compositorisch ook wat achterbleef. Met Vortex trekken de Madrilenen dat weer recht. De plaat is beter in balans en de composities zijn over het algemeen beter, al is de verrassing er inmiddels wel af. Toch is het goed te horen dat, na de flirt met vocalen in Exquirla (wat overigens een prima album opleverde), Toundra weer als vanouds instrumentaal rockt. Er wordt regelmatig langdurig stevig van leer getrokken en in dit geval is dat een pre.
Op het nieuwe album wordt niet geëxperimenteerd met strijkers en/of blazers. Wel zijn er akoestische gitaren, zoals in het korte ‘Vortex Intro’, waarmee de plaat opent. In combinatie met de melodieuze elektrische gitaren werkt het goed. Het is echter het daaropvolgende ‘Cobra’ dat de toon zet. Geen introductie nodig, Toundra gaat er direct hard in, rockt stevig door maar vergeet niet om melodieus te zijn. Na het stevige begin wordt even gas teruggenomen en vervolgens wordt toegewerkt naar een volgende muzikale opdonder. Ook hier horen we een akoestische gitaar als verrijking van de sound. Het mooie is dat, als de band uithaalt, dat met volle kracht gebeurt maar dat de sound helder blijft en de melodie de boventoon voert.
‘Tuareg’ gaat op dezelfde voet verder als ‘Cobra’, maar is een tikkeltje donkerder van toon. Opvallend is het rollende drumwerk van Alex Pérez. Na circa drieënhalve minuut slaat het nummer om in een ritmisch complexer gedeelte en even later volgt een bijna metalachtige riff die de power van het kwartet onderstreept. Daarna wordt serieus gas teruggenomen en spelen de twee gitaristen prachtig melodieus over een simpele maar doeltreffende baslijn heen. Het is de opbouw naar een volgende climax, waar gestaag naar wordt toegewerkt. Het rustige ‘Cartavio’, een rustig sfeerstuk van akoestische en elektrische gitaar en bas, fungeert als interlude.
Toundra opent ‘Kingston Falls’ op rustige en melancholische wijze met twee elektrische gitaren, maar het nummer barst na een kleine twee minuten open, waarbij de oorspronkelijke melodie wordt gehandhaafd en later wordt uitgebreid met nieuwe gitaarlijnen. ‘Mojave’ volgt daarna, een episch stuk van elf minuten waarin de band zijn kunnen in verschillende facetten etaleert. In het kalme begin is een drummachine te horen, evenals synths, die echter slechts als sfeermaker op de achtergrond fungeren. Het stuk bouwt vervolgens grandioos op. Telkens wordt met nieuwe motieven en nieuwe melodieën een tandje bij- of teruggeschakeld, totdat het stuk aan het einde met een genadeloze riff explodeert.
‘Roy Neary’ is vervolgens weer een interlude, deze keer geen kalme maar een jachtige, waarin een synthbas de basis vormt en de twee gitaren hun melodische spel weer tentoonspreiden. Vortex eindigt in zesachtste cadans met ‘Cruce Oeste’, waarin rustige en stevige passages elkaar afwisselen. Synths fungeren als noodzakelijke, warme opvulling, maar het zijn de opnieuw prachtig melodieuze gitaarpartijen die de meeste indruk maken.
Want daarin schuilt toch de grootste kracht van Toundra: stevige en energieke gitaarmuziek maken met veel nadruk op melodieën. Op Vortex zorgt het Madrileense viertal niet voor echte verrassingen, maar levert het vertrouwde kwaliteit op een uitgebalanceerd album met louter sterke composities, die ook nog eens per draaibeurt aan kracht winnen. Grote klasse. Zondag 6 mei a.s. staat de band in de Melkweg in Amsterdam. Mis het niet.