Principal, 2018

De Italiaanse slagwerker Claudio Scolari is een klassiek geschoold muzikant die zich in twee werelden begeeft: die van de (modern) klassieke en die van de (avant-garde) jazz. Hij werkte met symfonieorkesten en kamerensembles. Als jazzmuzikant en -componist onderzoekt Scolari de verschillende klankkleuren die zijn instrumenten te bieden hebben.

Sinds 2008 werkt Scolari samen met Daniele Cavalca. Cavalca is eveneens drummer, maar speelt nog veel meer instrumenten. Hij beperkt zich niet tot jazz, maar is ook actief in de elektronische muziek. Aan de twee drumsets worden verschillende instrumenten toegevoegd om de muzikale ideeën van het duo vorm te geven. Simone Scolari, trompettist en zoon van Claudio, completeert de bezetting en met hem in de gelederen zijn tot nu toe twee albums gemaakt: Colors of Red Island (2010) en Synthesis (2011).

Album nummer drie liet even op zich wachten maar is er nu, getiteld Natural Impulse. De plaat laat een trio horen dat van vele markten thuis is, veel variatie in zijn muziek aanbrengt, maar toch ook een herkenbare stijl heeft ontwikkeld. Claudio Scolari en Cavalca zijn verantwoordelijk voor de tien composities en aangezien dat twee drummers zijn, zou je kunnen verwachten een album voor je kiezen te krijgen dat zwaar leunt op percussie. Dat blijkt echter niet te kloppen. Uiteraard is ritmiek een essentieel onderdeel van de muziek, maar melodie, sfeer en klankkleur zijn even belangrijk.

De muzikale achtergrond van zowel Claudio Scolari als Cavalca komt tot uitdrukking in de stukken die Natural Impulse bevolken. Daarop is een rijk instrumentarium te horen. Naast drums en percussie is Scolari ook verantwoordelijk voor synth-programmering, maar het is met name Cavalca die veel ‘andere’ instrumenten voor zijn rekening neemt: live synth, fender rhodes, piano, vibrafoon en bas. Simone Scolari beperkt zich tot trompet.

Gelet op het instrumentarium zijn de mogelijkheden legio. De muziek is dan ook rijk geschakeerd. Avant-garde jazz, modern klassiek en elektronische muziek: het zit er allemaal in. De spelopvatting is een speelse en avontuurlijke en de composities laten veel ruimte voor improvisatie en onconventionele invalshoeken. Trompettist Scolari toont zich de meest constante van het stel. Zijn spel is vindingrijk, maar zonder speciale technieken of elektronische effecten.

Voor dat laatste is Cavalca verantwoordelijk. De akoestische muziek wordt verrijkt met de meest uiteenlopende elektronische klanken, die steevast passen in de beweeglijke muziek van het trio. Opener ‘Unknown Destination’ is daarvan direct een goed voorbeeld: de muziek is complex maar niet ondoorgrondelijk, de ritmiek staat ten dienste van de muziek, is geen doel op zich, piano en synth spelen met elkaar en door elkaar heen en de trompet doet stoïcijns zijn melodieuze ding. Al deze elementen worden bij elkaar gehouden door de sterke compositie, het raamwerk waarop het stuk is gebouwd.

Een Zuid-Amerikaanse invloed is te horen in ‘American Skyscrapers’, dat een bijna dansbare ritmiek heeft, maar toch net te stijfjes is om op te dansen. Opzwepend is het wel. Cavalca speelt hier onder andere vibrafoon, waardoor de klankkleur van dit stuk aanzienlijk verschilt van de openingstrack. Mooi is de voorzichtige combinatie van trompet en synth aan het begin van ‘Chasing Inspiration’. Een lichte funkinvloed is hoorbaar, maar zet net niet door, wat een spannend effect geeft. De titeltrack heeft dan weer een dubinvloed, in de bas, maar gaat niet de grens naar dub over. De piano is hier het leidende melodie-instrument. Het stuk kent sprankelende momenten maar is soms ook tegendraads.

Omgevingsgeluiden vergezellen de muziek in het begin van ‘Moon Mood’, een rustig stuk, dat desondanks boordevol details zit. Erg fraai is hoe slagwerk en elektronica ervoor zorgen dat constant iets gebeurt, zonder aan het lome gevoel iets af te doen. Popmuziek klinkt door in de rechte ritmiek in ‘Dear John’. Trompetlijnen en pianomotieven spelen met elkaar en daarachter klinkt een synthpatroon. Om dat alles heen wordt inventief met elektronica gestoeid. ‘Uptown Night Trip’ verkent veelal abstract terrein, zonder vaste ritmiek, waarbij je steeds verwacht dat het aftastende spel in een groove uitmondt. Die komt er niet, een enkel kort plaagstootje uitgezonderd.

De meest herkenbare melodie is te vinden in ‘Insomnia’, eerst in de vibrafoon, later in de trompet. Dat wil niet zeggen dat het een makkelijk te behappen stuk muziek is, want voor het overige lijkt het trio zijn best te doen om de zaak te ontregelen, om die melodie geen kans te geven echt tot bloei te komen. Spannend. In ‘Over The Horizon’ wordt vervolgens weer wat meer recht vooruit gemusiceerd. Het relaxte spel van de trompet wordt omgeven door bedrijvige elektronica. Het album wordt besloten met ‘South Hemisphere’, waarin ritmisch nog een keer alles uit de kast wordt getrokken.

Natural Impulse is een een avontuurlijke plaat met veel muzikale kleurschakeringen. Er lijkt over alles te zijn nagedacht, zonder dat dit ten koste is gegaan van speelsheid en speelplezier. Akoestisch en elektronisch gaan hand in hand en zitten elkaar nergens in de weg. De vele muzikale details maken dat dit een plaat is waar ook na vele luisterbeurten wat op valt te ontdekken.

Claudio Scolari website

Daniele Cavalca website