Impulse!, 2018
De Britse jazzband Sons of Kemet maakt niet alleen muziek, maar ook statements. Op het derde album Your Queen is a Reptile is dat statement overduidelijk. Het is een aanklacht tegen het Britse koningshuis, maar meer in het algemeen tegen macht en rijkdom op basis van afkomst. In Engeland neemt die misstand de meest wanstaltige gedaante aan in de vorm van koningin Elizabeth, die wel voor eeuwig aan de macht lijkt te blijven en bewust of onbewust dédain naar de gewone man uitstraalt, en dat raakt ook vooral immigranten of kinderen van immigranten. Die mensen zijn vaak afkomstig uit voormalige Britse koloniën, waar de bewoners destijds hebben bijgedragen aan de rijkdom van de upper class in Groot-Brittannië. En als (nakomelingen van) immigranten dragen dragen zij nog steeds ongewild bij aan de klassenmaatschappij, die mede wordt bekostigd door hun belastingcenten.
Volgens Sons of Kemet ziet de koningin die bevolking, waartoe zij zichzelf ook rekenen, niet als menselijk. De muzikanten hebben hun eigen koninginnen: moedige en strijdbare vrouwen die respect afdwingen met daden en niet door bloedverwantschap en gestolen rijkdom. Dat zijn de echte vorstinnen en heldinnen. Elizabeth is niet de koningin van Sons of Kemet. Zij is een reptiel, koudbloedig en gevoelloos.
De echte koninginnen worden op Your Queen is a Reptile geëerd. Zij hebben Afrikaanse roots en heten Mamie Phipps Clark (Amerikaans sociaal psycholoog), Harriet Tubman (Amerikaans abolitionist), Anna Julia Cooper (Amerikaans schrijver), Angela Davis (Amerikaans burgerrechtenactivist en auteur), Nanny of the Maroons (Jamaicaans slavenbevrijder), Yaa Asantewaa (Ashanti opstandelingenleider), Albertina Sisulu (Zuid-Afrikaans anti-apartheidactivist) en Doreen Lawrence (Jamaicaans/Brits campagnevoerder voor een eerlijk onderzoek nadat haar zoon slachtoffer was geworden van een racistische aanval). En Ada Eastman, de overgrootmoeder van saxofonist en bandleider Shabaka Hutchings.
De oprechte boosheid over de misstanden wordt gekanaliseerd en verpakt in opzwepende jazz met Afro-Caribische invloeden. Your Queen is a Reptile is daardoor geen grimmig en negatief album geworden, terwijl de politieke boodschap er toch aan alle kanten doorheen sijpelt. Een paar keer worden daar vocalen voor ingezet, maar het grootste deel van de muziek is instrumentaal. Ook dan is de boodschap duidelijk.
Naast Hutchings is de rol van tubaspeler Theon Cross een belangrijke. Door gebruik te maken van dit blaasinstrument in plaats van de in de jazz gangbare contrabas, krijgt de muziek een New Orleans brassband-vibe. Hutchings heeft Caribische roots en ook die is te horen in de jazz van deze band, evenals de invloed van John Coltrane en Albert Ayler. Het wordt allemaal verpakt in de eigen sound, die avant-gardistische trekjes kent maar vooral ook toegankelijk is.
Sons of Kemet bestaat verder uit minimaal twee slagwerkers, overigens niet steeds dezelfde. Dat slagwerk is alomtegenwoordig, groovy en opzwepend en dat zorgt ervoor dat stilzitten moeilijk is. Dat start direct in opener ‘My Queen is Ada Eastman’, dat met zijn Afrikaanse ritmiek, brassband-tuba en gevoelvol maar ook krachtig saxspel de toon zet. De overtuigende vocalen van Joshua Idehen in het laatste gedeelte benadrukken de politieke boodschap. Idehen keert terug in afsluiter ‘My Queen is Doreen Lawrence’, het meest boze stuk op de plaat, waarin de tuba gromt en Idehen zijn statement met urgentie brengt.
De muziek staat niet constant in de hoogste versnelling. In ‘My Queen is Mamie Phipps Clark’, wordt dubreggae (met toepasselijke vocalen van Congo Natty) met West-Afrikaanse en Caribische ritmiek gecombineerd en in ‘My Queen is Anna Julia Cooper’ ligt de nadruk op het gevoelvolle samenspel van Hutchings en saxofonist Nubya Garcia. Sons Of Kemet laat zich het meest van zijn gevoelige kant horen in ‘My Queen is Nanny of the Maroons’, waarin Cross een repeterend motief speelt afgewisseld met lange noten, waarna een nieuw motief volgt. Hutchings speelt ingetogen. Prachtig.
‘My Queen is Harriet Tubman’ is ook een hoogtepunt, door het overrompelende drumwerk van Moses Boyd en Eddie Hick en het magnifieke samenspel van Cross en Hutchings. De Tuba gaat met de sax mee of juist ertegenin, speelt tegenmelodieën of kiest voor ritmische patronen, de verschillende varianten in hoog tempo afwisselend. Schitterend is ook het unisono-spel van sax en tuba in ‘My Queen is Angela Davis’, dat funky opent en na een kantelpunt in het midden steeds opzwepender wordt, inclusief tempoversnelling aan het eind.
Sons of Kemet maakt veelomvattende muziek; muziek met inhoud die het beste haalt uit verschillende muzikale werelden, met een doordringende boodschap en met een heerlijke, vaak dansbare groove. Het geeft stof tot nadenken en aanleiding voor uitgelatenheid tegelijkertijd. Een uitstekende combinatie.