Dead Neanderthals/Medusa, 2018
Al drie maanden niets uitgebracht, dus dan is het zo stilletjes aan tijd voor een nieuwe Dead Neanderthals. Die komt eraan en is getiteld Life. Van het duo Otto Kokke (sax) en René Aquarius (drums) zijn we wel wat gewend, in die zin dat het tweetal vaak niet aan de verwachtingen voldoet, maar op het nieuwe album is de verrassing extra groot.
Dead Neanderthals voelt zich thuis in freejazz, ambient, drone, noise en metal, dat laatste recentelijk meer in intensiteit dan in stijl. Het duo wil beslist niet twee keer dezelfde plaat maken. Onder andere door een ander soort saxofoon te gebruiken (bariton, tenor of sopraan), door de drums met brushes of mallets te bespelen, de opnames te maken in een lange luchtkoker of door de bezetting te variëren (gewoon met zijn tweeën of met bijvoorbeeld saxofonist Colin Webster of bassist Maxime Petit, als Krishna met elektronicamuzikant Vincent Koreman en als Fantoom met gitarist Dirk Serries en contrabassiste Martina Verhoeven) weet het tweetal wat het nastreeft ook daadwerkelijk te bereiken. Voor Endless Voids, uitgevoerd en opgenomen tijdens het Incubate Festival in Tilburg in 2014, werd zelfs een zestal muzikanten gerekruteerd voor een weergaloze dark ambient-trip.
Dat Kokke en Aquarius op Life gaan voor ambient en dat er wat elektronica aan te pas komt, wekt op zich geen verwondering. De verrassing zit hem in de instrumentatie. Kokke speelt namelijk geen saxofoon op het nieuwe album en Aquarius speelt geen drums. De muziek is puur elektronisch, op een regelmatige terugkerende tik op een xylofoontoets na. Dead Neanderthals heeft in zijn geschiedenis ook nog nooit een zo strak repeterend stuk muziek geproduceerd.
Want dat is wat ‘Life’ is: een repeterend stuk muziek dat er simpelweg is, dat nergens heen gaat en zesendertig minuten lang op minimale wijze je oren teistert. Van beweging is bijna geen sprake. Afgelopen zaterdag speelden Kokke en Aquarius hun compositie tijdens het H.A.N.S Festival in Diepenheim en daar maakten zij indruk door het stuk op luid volume en geconcentreerd uit te voeren, waarbij de muziek je als het ware gevangen hield en er geen ontsnappen mogelijk was.
Hetzelfde effect bewerkstelligt het duo op het album, dat zes minuten langer duurt dan het live-optreden. Een zware, dreigende drone gaat vergezeld van hoge rondtollende tonen. Er valt ook een snel pulserende of tikkende klank te ontwaren. Ondanks de beweging, zowel in de drone als in de andere tonen, staat het stuk stil, is geen sprake van een tempo of van een beweging voorwaarts op andere wijze. Een constante is de regelmatig terugkerende slag op een xylofoontoets.
Er gebeurt zesendertig minuten lang bitter weinig. Maar waarom fascineert deze muziek dan zo? Wellicht omdat de continu in je oren en hersenen gaande klanken door het gebrek aan afwisseling uitnodigen om zelf variabelen aan te brengen. Door bewust en actief te luisteren, kun je de manier waarop de klanken bij je binnenkomen sturen. Zo kun je bijvoorbeeld de hoge rondtollende tonen sterk naar voren laten komen, of kun je je juist concentreren op de donkere drone. En wordt er nu na acht minuten een klank toegevoegd, of vindt dat alleen in je hoofd plaats?
En dan is er dat accent, die ene slag waarvan je weet dat die op gezette tijden terugkeert. Het is de houvast in muziek die bestendig is, maar die je ook weinig richtpunten geeft, waardoor je als luisteraar in het luchtledige lijkt te zweven. Dat ene accent houdt je met beide benen op de grond. Halverwege wordt van toonhoogte gewisseld en is de terugkerende noot hoger.
Stiekem, zonder dat je er erg in hebt, lijken er kleine dingen te veranderen in het geluid, terwijl het stuk toch onveranderlijk overkomt. De vraag is steeds of de veranderingen daadwerkelijk plaatsvinden of dat je hersenen iets registreren dat er niet is. Ondertussen blijft die onderlaag dreigen, als naderend onheil, dat alleen niet nadert maar op afstand blijft. De dreiging is er niet minder om. De luisterervaring is een intense; de muziek dringt steeds dieper door en ernaar luisteren is een mentale en fysieke belevenis.
Als het stuk na zesendertig minuten ineens ophoudt, is de stap terug in de realiteit een grote. Wat is er gebeurd in het afgelopen half uur? Eigenlijk was het ondergaan van die dark ambient-trip heel aangenaam, al voelt het alsof je gehersenspoeld bent. Nog maar eens doen dan en kijken of er nog meer te ontdekken valt in die standvastige geluidsstroom (ja, dat is een bewuste contradictio in terminis) die je oren ingaat. Deze indringende trip van geluid werkt verslavend; eenmaal erdoor gegrepen krijg je er geen genoeg van.