Plaist Music, 2018

De Duitse slagwerker Christian Lillinger mag met 33 jaar een relatief jonge muzikant worden genoemd, maar als je alle releases waarop hij meedoet gaat optellen, kom je op meer dan 70 albums. Op zijn lijst van samenwerkingen prijken namen als Axel Dörner, Peter Evans, William Parker, Simon Nabatov, Urs Leimgruber, Alexander von Schlippenbach, Henrik Walsdorff, Rolf Kühn, Pascal Niggenkemper en John Tchicai en gezelschappen als Hyperactive Kid, New Old Luten Trio en Zeitkratzer. Vorig jaar won de vanuit Berlijn opererende drummer de prestigieuze SWR Jazzpreis.

De Duitser is kortom een veelgevraagd en geliefd muzikant, maar wie zijn spel hoort zal daarover niet verbaasd zijn. Lillinger toont zich een origineel, creatief en vindingrijk slagwerker, wiens spel soepel kan zijn maar vaak tegendraads en ritmisch complex is. Dat dit niet ten koste van de bewegingsvrijheid van de mede-muzikanten hoeft te gaan, bewijst hij maar weer eens op COR, van Christian Lillingers Grund, de eigen band van de drummer.

Nu bestaat die groep louter uit muzikanten met wie Lillinger al eerder samenwerkte, dus het mag niet verrassend zijn dat de zeven leden van de band elkaar perfect aanvoelen. Opvallend is de aanwezigheid van twee bassisten, Robert Landfermann en Jonas Westergaard. Verder bestaat de band naast Lillinger uit Pierre Borel (saxofoon), Tobias Delius (saxofoon en klarinet), Achim Kaufmann (piano en fender rhodes) en Christopher Dell (vibrafoon).

COR is de eerste release van Lillinger op zijn eigen Plaist Music. Het label wil staan voor genre-vrije, uitstekend geproduceerde en creatief gestructureerde vormen van kunst. Wat dat betreft is de eerste uitgave een schot in de roos, al kun je er de etiketten ‘avant-garde’ en ‘jazz’ op plakken. De muzikanten lijken daar echter geenszins mee bezig en de negen composities die de plaat telt, allemaal van de hand van de drummer, blinken uit in ritmiek, complexiteit en muzikaliteit.

Dat betekent wel dat je even voor deze muziek moet gaan zitten. De vaak virtuoze muziek vraagt om aandachtige beluistering en is totaal ongeschikt als muzikaal behang. De composities geven structuur aan de muziek, maar die structuur is losjes en soms is het zoeken naar waar de compositie eindigt of begint en hetzelfde geldt voor begin- en eindpunt van improvisaties. Door het gebruik van vibrafoon is soms een echo van Eric Dolphy’s Out To Lunch te horen, maar de muziek van Lillinger staat veel meer in een Europese dan in een Amerikaanse traditie.

Fraai is hoe het septet ritmisch in de weer is in de titeltrack: saxofoon en vibrafoon spelen aanvankelijk langzame lijnen, terwijl drums en bassen daaronder ritmisch druk in de weer zijn. Het stuk bestaat uit meer dan één thema en dat maakt het aanvankelijk lastig om de rode draad te vinden. Die is er wel degelijk, maar zit verstopt in een veelheid aan muzikale expressie. De focus verschuift van instrument naar instrument (sax, vibrafoon, piano, bas, drums) en het stuk is voorbij voordat je het goed en wel hebt kunnen vatten. Voer voor veel draaibeurten.

Het werk ‘Eonta’ van Iannis Xenakis schijnt inspiratiebron te zijn voor ‘Hiatus’, dat begint met een improvisatie voor twee bassen en piano, het laatste instrument lage tonen producerend, terwijl de strijkinstrumenten schuren en schaven. Lillingers drums volgen na enige tijd en leggen een onrustig ritmisch patroon. De saxofoons counteren de drukte met kalme lijnen, die op de achtergrond blijven.

‘Welt Am Draht’ is een film van Rainer Werner Fassbinder uit 1973 en de gelijknamige compositie van Lillinger is op die film gebaseerd, terwijl hij ook de sfeer van David Lynch-films wil benaderen, vandaar dat achter de titel ‘Lnch’ staat. Het betreft inderdaad een atmosferisch stuk, met invloeden uit ambient en een hoofdrol voor met een strijkstok bestreken cimbalen en ijle klanken. Kaufmann horen we hier naast piano op fender rhodes. Het septet verklankt de sfeer goed, want het stuk heeft iets ongrijpbaar, is spannend en zelfs onheilspellend. Het statische stuk staat in schril contrast tot het daaropvolgende ‘Kubus’, dat soepeltjes en speels voortbeweegt, met een lichtvoetige melodie van sax en klarinet en een dartele pianopartij.

Hoe flexibel de zeven muzikanten opereren, bewijst ‘Carotis’, dat niet vloeiend klinkt, maar waarin ritmische en melodische patronen in elkaar haken, verweven zijn, losraken en elkaar terugvinden. De bassen zorgen niet voor stuwing maar eerder voor ontregeling, terwijl de vibrafoon en piano vrijelijk bewegen, door elkaar heen maar zonder elkaar ook maar een moment in de weg te zitten. Aan het eind wordt het tempo naar beneden geschroefd en spelen de twee saxen unisono een lijn. ‘Dralau’ pakt de draad op, is wat steviger aangezet en telt een paar makkelijker te herkennen maar ritmisch complexe thema’s. Hoogtepunt is echter de improvisatie voor allen die het stuk bevat.

‘Narrat’ begint in een vrij tempo, maar vindt na een minuut vaste grond door het spel van drums, bas en piano, overigens zonder dat die instrumenten een strak ritme spelen. De solopartij van Delius op tenorsax is magnifiek. Het tempo wordt bijna stilgelegd en na vier minuten volgt een verstild gedeelte, met strijkende bassen, ingetogen spelende saxen en piano en accenten leggende drums. Piano en drums leiden een volgend gedeelte in waarin Europese vrije impro inspiratiebron lijkt te zijn.

Lillinger leidt zelf ‘Plastik’ in, naast drums in de weer met percussie. Saxofoon en klarinet bieden voorzichtig weerwerk maar de ritmische component, waaraan ook de bassen worden toegevoegd, blijft de belangrijkste factor. Een fraaie rol is weggelegd voor de fender rhodes, die de verbindende schakel lijkt te vormen tussen sax en klarinet aan de ene kant en drums en percussie aan de andere kant.  Het slot is voor de drums en een zachtjes ronkende bas. Het album eindigt met ‘Katrin’, opgedragen aan Lillingers vrouw. Het is een duo voor drums en vibrafoon die in verschillende tempi spelen.

COR is een album waarop virtuositeit wordt gekoppeld aan speelsheid en ritmische complexiteit welhaast een voorschrift is. Rubato, polyritmiek, onorthodoxe maatsoorten, het is allemaal te horen op de plaat. De composities van Lillinger zijn de leidraad en inspiratiebron voor improvisaties die op de voorgrond treden maar ook op de achtergrond voor reuring zorgen. Zoals gezegd: je moet er even voor gaan zitten en aandachtig luisteren, maar de beloning is groot. Heel erg groot zelfs. Fantastisch album.

Christian Lillinger website