Universal, 2018
In 2015 verscheen van Tocotronic het titelloze rode album, ook wel Das Rote Album genoemd. Het was een tegenvaller van jewelste. De verandering van de sound (minder prominent op de voorgrond tredende gitaren, een cleanere sound, een verschuiving van rock naar pop en een prominentere plaats voor de zang) werd op het album daarvoor al ingezet, maar op de rode plaat helemaal doorgevoerd. De ooit zo sprankelende indierock van de Duitsers was ingeruild voor ongevaarlijke popliedjes die niet zijn blijven hangen.
Opduvel gaf eerlijk gezegd geen stuiver meer voor Tocotronic, maar wat schetst zijn verbazing: het nieuwe album Die Unendlichkeit is een daverende revanche. De band ontwikkelt zich verder, en daar is niets mis mee, maar waar het vorige album wel erg onder de maat was, wordt op deze plaat met nieuw elan gemusiceerd. De cleanere sound is gebleven, evenals een hang naar pop, maar er mag zo nu en dan weer gerockt worden. Bovendien is er af en toe ruimte voor experiment en dat leidt tot fraaie resultaten.
Dirk von Lowtzow kiest tekstueel voor een autobiografische aanpak en ook dat blijkt een goede keus. De teksten zijn helderder en duidelijker dan op de laatste albums. Niet dat de songschrijver en vocalist steeds voor een directe aanpak gaat, maar van enige zweverigheid, waaraan zijn teksten in de laatste jaren zo nu en dan leden, is geen sprake.
Die Unendlichkeit lijkt uiteen te vallen in twee delen, waarbij het eerste gedeelte de jeugdige en speelse component vormt en het tweede deel volwassener klinkt. Beide helften zijn even sterk. Onder de jeugdige stukken vallen ‘Tapfer und Grausam’, dat handelt over kinderangst, de vooruitgeschoven single ‘Electric Guitar’, dat het leven van een alternatieve tiener en zijn liefde voor de gitaar beschrijft, en ‘Hey Du’, over anders zijn in een kleinburgerlijk stadje. En dan is er ‘1993’, het jaar dat Van Lowtzow vanuit het Zuiden van Duitsland naar Hamburg kwam, “Ausfahrt aus der Hölle / Aus der Schwarzwaldhölle”.
Als kantelpunt fungeert ‘Unwiederbringlich’, een knap gecomponeerd stuk dat met een lang instrumentaal gedeelte begint dat enigszins verwant is aan minimal music à la Steve Reich en waarin onder andere xylofoon en klarinet een hoofdrol vervullen. Dat gedeelte mondt uit in een wondermooie song, inclusief fraaie klarinetsolo. De rake tekst handelt over een sterfgeval, in een tijd voor de mobiele telefoon, waarin de zanger in de trein op weg is naar huis: “Als ich endlich ankam / wussten’s alle schon”. Daarmee lijkt de stap naar volwassenheid gezet.
Waar in het eerste gedeelte in songs als ‘Ich lebe in einem wilden Wirbel’, ‘Hey Du’, ‘1993’ en in iets mindere mate ‘Electric Guitar’ wordt gerockt (meestal op een redelijk nette manier, maar toch) en de gitaar zo nu en dan mag dreinen, is er na ‘Unwiederbringlich’ ruimte voor wat meer gedragen songs waarin ook andere instrumenten een opvallende rol vervullen. Zo zijn er het pianogedreven ‘Bis uns das Licht vertreibt’ en het met strijkers verrijkte ‘Ausgerechnet Du hast mich gerettet’. Veel soberder klinkt ‘Ich würd’s dir sagen’, een akoestisch, singer/songwriter-achtig lied zoals Tocotronic niet eerder maakte.
Hoogtepunt, naast ‘Unwiederbringlich’, in het tweede gedeelte is ‘Mein Morgen’. Het is de langste song op de plaat, uitblinkend door de fraaie opbouw, de 6/8 cadans en de emotionele impact. Dat laatste is iets wat op dit album sowieso een sterke troef is: Van Lowtzow weet je te raken met zijn persoonlijke teksten met universele waarde, in combinatie met de sterke composities. Uitzondering op de jeugdige regel in het eerste gedeelte van de plaat is overigens opener ‘Die Unendlichkeit’, een mooi uitgewerkte song, waarin ook plaats is voor drones en noisy uitbarstingen.
Die Unendlichkeit is een aangename verrassing van een door Opduvel onterecht afgeschreven band. Tocotronic is niet meer de indierockband van weleer, en een weg terug is er niet, maar deze nieuwe muzikale gedaante staat de band goed. Het vertrouwen is teruggewonnen en de toekomst ligt open.