Seasons of Mist, 2018
Het Portugese Sinistro maakte in 2016 tijdens Roadburn grote indruk in de kleine zaal van 013. Dat was niet in de laatste plaats te danken aan zangeres Patricia Andrade, die met veel gevoel voor theater en met haar sexy uitstraling de zaal in vuur en vlam zette. Destijds was het tweede album, Semente, net uit en die cd was in een mum van tijd uitverkocht nadat de Portugezen hadden gespeeld.
Sinistro is echter begonnen als instrumentale doom metalband en in 2012 debuteerden de (toen nog alleen) heren met een verdienstelijk titelloos album. Nadat met Andrade een ep werd opgenomen, werd zij vast bandlid en blikvanger. Dat legde de band geen windeieren, getuige de vele succesvolle optredens die volgden, vooral na het uitkomen van het tweede album.
In januari 2018 is het tijd voor de opvolger van Semente, evenals die plaat verschenen bij Seasons of Mist. Sangue Cássia laat een zelfverzekerde band horen die niets aan het toeval overlaat. Dat laatste is jammer, want het betekent ook dat ervoor gekozen is om de sound van de band productioneel aan te pakken, dat wil zeggen polijsten. Niet dat het vijftal ineens zachtaardig overkomt, maar een echt gemene of scherpe rand ontbreekt, waardoor de doom wat keurig klinkt.
Uiteraard is de sound van Sinistro nog steeds zwaar, maar vieze handen worden niet gemaakt. Keyboards kleuren het geluid en geven de muziek soms zelfs een licht symfonisch randje. Echt memorabele riffs produceert de band niet en het is daardoor soms moeilijk om je aandacht bij de muziek te houden. Ook zijn de Portugezen niet te betrappen op onverwachte wendingen en de echte agressie is ook niet aanwezig.
Andrade is een prima vocaliste, al is haar stem wat dun. Probleem is dat Sinistro alle kaarten op de zangeres heeft gezet. Andrade kwijt zich prima van haar taak, zingt her en der de sterren van de hemel, met veel emotie en zeggingskracht, maar regelmatig gaat het ten koste van de zwaarte van de muziek. Popinvloeden sijpelen door, zoals in ‘Pétalas’, en soms klinkt de zang te sensueel of klagerig. Vaak zijn nummers net niet zwaar genoeg aangezet of verliezen ze aan kracht doordat gas teruggenomen wordt om Andrade te laten stralen.
Niet alle songs weten van begin tot eind te boeien. Opener ‘Cosmos Controle’ begint sterk, maar houdt de aandacht niet vast zodra gas teruggenomen wordt. In ‘Lótus’ lukt dat een stuk beter, mede dankzij een mooie gitaarmelodie en een fraai zingende Andrade, maar de contrasten tussen hard en zacht hadden scherper aangezet kunnen worden. Met ‘Pétalas’ zakt het album serieus in en het wordt niet veel beter met ‘Vento Sul’. Dat nummer zou baat hebben bij een knoert van een uitbarsting. Er komt wel een climax, maar die had veel vetter en agressiever kunnen zijn. Gemiste kans.
‘Abismo’ opent heavy, maar ook hier blijft het gevoel hangen dat er nog een schep bovenop had gekund. Desondanks is het een van de sterkste songs op het album. Andrade schittert in het rustige gedeelte. In ‘Nuvem’ durven de Portugezen te experimenteren met triphop en dat siert ze. Vervolgens valt in de laatste twee stukken, ‘Gardénia’ en ‘Cravo Carne’ dan toch alles op zijn plaats: gevoelig couplet, heavy refrein, eerlijk overkomende emotie en mooie opbouw.
Het is een mooi slot – en het tweede deel van het album is sowieso sterker dan het eerste – maar het is niet genoeg om het album als geheel geslaagd te noemen. Sinistro toont zich een degelijke band waarin de zangeres het onderscheid maakt. Het is daarom niet vreemd dat de songs rond haar stem lijken te zijn gecomponeerd, maar gevolg is ook dat het allemaal wat te netjes klinkt. En daar houdt Opduvel niet van.