Hubro, 2017
Punkt is de naam van een festival dat sinds 2005 jaarlijks plaatsvindt in het Noorse Kristiansand. Elk jaar staat een artiest centraal. Het afgelopen jaar was dat Daniel Lanois. Eerder gaven onder andere Brian Eno, John Paul Jones, Laurie Anderson en David Sylvian acte de présence. Tijdens het festival staat het live remixen centraal. Alle concerten worden live geremixt en direct na het hoofdoptreden mag het publiek gaan luisteren naar de remix. Vaak worden andere muzikanten uitgenodigd, zodat op het podium live interactie ontstaat tussen remix en muzikanten. Inmiddels vinden Punkt Festivals plaats in steden over de hele wereld.
Geestelijk vaders en curatoren van Punkt zijn Jan Bang en Erik Honoré, twee muzikanten die al jaren regelmatig samenwerken. Laatstgenoemde bracht onlangs op het Hubro-label zijn tweede cd onder eigen naam uit, getiteld Unrest. Honoré gebruikt daarop de principes van het Punkt Festival om zijn eigen muziek te creëren. Hij gebruikt samples van zang en instrumenten, opgenomen bij Punkt evenementen in Kristiansand, Molde en Praag.
De stem die te horen is op een aantal tracks op Unrest, is die van Sidsel Endresen, een ervaren Noorse jazz-zangeres, die gaandeweg haar carrière steeds meer op zoek is gegaan naar nieuwe muzikale uitingsvormen. En dus is zij een vocaliste die perfect past bij de filosofie van Punkt. De zang van Endresen zou, luisterend naar het album, prima passen in een kamerjazz-gezelschap, maar Honoré zet de vocalen extra in het zonlicht door de stem met vervreemdende muzikale klanken te omringen. ‘Zonlicht’ is hier overigens niet helemaal toepasselijk, want de muziek heeft over het algemeen een somber en donker karakter.
De andere muzikanten waarvan door Honoré gebruik wordt gemaakt, zijn Eivind Aarset, Arve Henriksen, Streifenjunko, Sheriffs of Nothingness, Ingar Zach, Jan Bang, Erland Dahlen en Stian Westerhus. Henriksens fluisterende trompetspel is natuurlijk uit duizenden te herkennen, maar verder gebruikt Honoré zijn remix- en samplepraktijken zodanig, dat van de originele sound of compositie nagenoeg niets overblijft. Het zit ingenieus in elkaar en het zijn echt Honoré’s composities geworden.
Die composities zijn zorgvuldig geconstrueerd, maar klinken niet klinisch. De muziek heeft een hart en een ziel. Vaak hebben de nummers een verstild karakter, maar spanningsloos is het allerminst. Openingstrack ‘Surge’, een instrumentaal stuk, weet zelfs een enorme dosis suspense te creëren. ‘Procession’ is hier echter het prijsstuk. Het stuk heeft in tegenstelling tot de andere werken op het album een beat, eigenlijk meer een pulse, een constante beweging voorwaarts die een hypnotiserend effect bewerkstelligt. De klanken die Honoré daar omheen neerlegt en doorheen weeft, zijn ronduit fascinerend.
Een enkele keer gaat het mis. Dat is het geval op het eind van het album. In ‘The Park’ zingt Honoré zelf en dat heeft direct tot gevolg dat de spanningsboog niet langer gespannen is. De Noor heeft geen bijzondere stem, zeker niet in vergelijking tot Endresen, en de betovering van de muziek gaat verloren door de gewoonheid van de zang. Het is jammer, maar niet genoeg om de kracht van het album geheel teniet te doen. Uitgezonderd het laatste stuk is Unrest – hoewel voornamelijk bestaand uit remixen en samples – een origineel album dat je op sluipende wijze te grazen neemt om vervolgens in je hoofd rond te blijven spoken.