Haldern Pop, 2017

Eclecticisme en muzikale gekte. Het zijn twee aanduidingen die van toepassing zijn op de muziek van de van oorsprong Ierse, maar vanuit Brooklyn opererende Sean Noonan. Het zijn ook betitelingen die zowel nieuwsgierig maken als doen vrezen. Opduvel is geen purist, dus het switchen tussen of het vermengen van genres wordt verwelkomd. Onvoorspelbaarheid is een pre. De vrees zit hem in het reële gevaar dat een album waarop verschillende stijlen worden gehanteerd stuurloos of topzwaar wordt. Dat geldt ook een beetje voor Man No Longer Me, maar Noonan komt er mee weg.

Noonan is drummer, componist en “rhythmic storyteller”. Voorheen was hij drummer van het jazz-punktrio The Hub, dat naast Noonan bestond uit bassist Tim Dahl en saxofonist Dan Magay. Na een bijna fataal auto-ongeluk moest de drummer langdurig revalideren en in die tijd ging hij een aantal favoriete (muzikale) vormen combineren: jazz, Afrikaanse ritmes en de griot-traditie (een griot is een West-Afrikaanse verhalenverteller). Noonan is te horen op circa twintig albums van uiteenlopende artiesten als Malcolm Mooney (Can), Marc Ribot, Abdoulaye Diabate, Aram Bajakian, Jamaaladeen Tacuma en Susan McKeown.

In bescheidenheid blinkt Noonan niet uit. Man No Longer Me is een ambitieus album waarop de muzikant zich niet wenst te beperken. Noonan mixt naar hartenlust stijlen en breekt zijn muziek soms abrupt af om over te gaan op iets geheel anders, maar de onderbrekingen en ontregelingen zijn niet hinderlijk, komen niet ongelegen. De muziek heeft overduidelijk Zappa-trekjes en bevat dus ook de nodige humor. Dat geeft de muziek lucht.

Dat is ook nodig, want met zesenzestig minuten is de plaat aan de lange kant. Het had wellicht tien minuten tot een kwartier korter gekund, maar welke nummers dan zouden moeten sneuvelen? Geen idee. Ook sommige songs zijn aan de lange kant, maar elk stuk op het album heeft zijn charme. Noonan presenteert Man No Longer Me overigens als een concept-album over – kort door de bocht – de transformatie van een man in een prairiewolf (coyote). Het artwork is bijpassend. Het concept is overduidelijk aanwezig, maar als luisteraar bekruipt je niet het gevoel naar een in een strak keurslijf geperst geheel te luisteren.

In 2016 bracht Noonan een heuse rockopera op de planken, getiteld Zappanation. De muziek in dat project is geïnspireerd door Frank Zappa en Edgar Varèse. Een paar stukken uit die rockopera zijn terug te horen op Noonan’s nieuwe album. Ook de muzikanten die aan het ambitieuze project meededen, horen we terug op Man No Longer Me. De muzikale aanpak verschilt echter, want op dit album zijn de opera-elementen verdwenen. De muziek neigt eerder naar pop en rock dan naar klassiek, hoewel een paar modern-klassieke elementen zijn te onderscheiden.

Zowel muzikaal als tekstueel klinkt het album surrealistisch en op gezette tijden ook humoristisch. In opener ‘Man vs. Machine’ wordt direct een dansbare en jazzy groove gevonden, waarop keyboardist Johnny Richards smaakvol soleert. Blazers leggen vette accenten en Noonan zingt op zodanige wijze dat je je afvraagt of hij het allemaal serieus meent of niet. Het werkt. Door het hele album heen wordt vrijmoedig met songstructuren omgesprongen; ze zijn er wel, maar de muziek mag ontsporen of een geheel andere dan de oorspronkelijke richting op bewegen.

Stilistisch is Noonan niet vast te pinnen. In ‘Not I’ presteert hij het om rock, funk, disco, jazz, avant-garde en easy listening te combineren en op het alle kanten op stuiterende ‘Pussycat’s Gone Wild’ gaan rock, avant-garde, funk, jazz en ska een verbond aan. Het zou wat vergezocht kunnen overkomen, maar Noonan slaagt erin de muzikale gekte te verpakken in aantrekkelijke muziek die catchy mag zijn, maar die binnen hetzelfde nummer ook uiteen wordt gerafeld of wordt afgebroken, om vervolgens toch weer op het juiste spoor terecht te komen. En soms ook niet. Na de eerste drie nummers wordt de rol van de strijkers groter. Meest funky track op het album, en tegelijkertijd Zappiaans, is ‘Cupid’s Packing Heat’, dat je zo naar de jaren zeventig katapulteert. In het lange tijd dagdromende ‘I Am Your Pineapple’ verkeert Noonan in een romantische bui. De manier waarop hij drums, gitaar, keyboards, bas, strijkers én vocalen combineert op ‘Eat My Makeup’ is indrukwekkend.

Man No Longer Me is een ambitieus en knotsgek album. Pretentieus? Misschien, maar de muzikale verrichtingen worden met zoveel geestigheid gebracht dat de negatieve connotatie die aan die term hangt hier niet opgaat. Aan ‘serieus’ en ‘zwaar’ doet Noonan ogenschijnlijk niet, maar ondertussen heeft zijn muziek veel lading. Het album groeit met het aantal draaibeurten, want de muziek bestaat uit zoveel verschillende elementen dat je er niet gauw op uitgeluisterd raakt. Mooi, vreemd, maar vooral erg leuk.

Sean Noonan website