TryTone, 2017

In de laatste twee maanden verschijnen dit jaar behoorlijk veel bijzondere platen. Amphibian Ardour van Spinifex is er zo een. Spinifex bestaat momenteel uit Gonçalo Almeida (bas), Jasper Stadhouders (gitaar), Tobias Klein (altsax), Philipp Moser (drums), Bart Maris (trompet) en John Dikeman (tenorsax). De twee laatstgenoemde muzikanten zijn het laatst toegetreden tot dit gezelschap, dat op geheel eigen wijze zijn jazz en vrije improvisatie verrijkt met invloeden uit verschillende hoeken.

In 2015 bestond Spinifex tien jaar en dat werd gevierd met een nieuwe cd (Veiled) en het formeren van Spinifex Maximus, een bezetting bestaande uit twaalf muzikanten waarmee ook een cd werd gemaakt (Maximus). Samen met een live-cd en heruitgaven van twee eerder cd’s werden de nieuwe platen gebundeld in een fraaie 5-cd box. Nu is het gezelschap in de vorm van een sextet terug met een nieuw album, verschenen bij TryTone Records, dat de speels muzikale klasse van het zestal nog maar eens benadrukt.

Spinifex weet vooral en in positieve zin te verrassen met zijn optimistische energie, muzikale gekte, soepele muzikaliteit en onverwachte wendingen. De composities zijn van de hand van Klein (vijf keer) en Almeida (twee keer). De overige drie stukken zijn bewerkingen van muziek uit Iraanse en Pakistaanse Sufi tradities. Knap is dat die drie stukken op welhaast vanzelfsprekende wijze uitstekend passen tussen de eigen werken.

De kracht van het zestal openbaart zich direct in opener ‘Bohemians Gone Extragalactic’, dat ook al te vinden was op Maximus maar in de versie van de kleinere bezetting nog beter uit de verf komt. Het aanstekelijke beginthema gaat vergezeld van een dwars ritme. Drums en elektrische bas klinken krachtig en zeker in het begin springt het nummer van de hak op de tak. Ontregeling ligt altijd op de loer en vindt ook daadwerkelijk plaats. Erg fraai is de geschifte bassolo van Almeida en het al even gestoorde gitaarwerk van Stadhouders. De door Albert Ayler en Charles Gayle beïnvloedde tenorsax-sound van Dikeman, die hier in duet met Moser excelleert, is bijzonder fraai. Met speels gemak switcht het sextet van jazz naar (math-)rock en vice versa in een openingstrack die veel kenmerken van Spinifex in zich draagt.

‘Dhamal Qalandar Shabaz’ is zo’n Aziatische traditional, gebaseerd op een zich steeds herhalend motief, dat gespeeld wordt, omspeeld wordt, waarmee gespeeld wordt, waar doorheen gespeeld wordt en op basis waarvan door de muzikanten gesoleerd wordt. De stuwende ritmesectie, met Almeida nu op contrabas, zorgt voor een verslavend effect. Na de erg ritmische eerste twee tracks, wordt met het ongemakkelijke ‘Things That Occur’ aan klankonderzoek gedaan, waarbij de blazers er een sardonisch genoegen in lijken te scheppen zo schel en dissonant mogelijk uit hoek te komen. Solistische hoofdrol is weggelegd voor trompettist Maris. Tegendraadse ritmiek wordt gecombineerd met rechttoe rechtaan rock in ‘Losing One Object A Day’. De door elkaar heen fladderende blazers gaan samen met mathematische precisie van bas en drums.

Oosterse klanken zijn te horen in ‘Revathi Tillana’, nog zo’n traditional. Het is een relatief rustpunt, al worden wat sabotagepogingen ondernomen door met name de ritmesectie. Aftastend en fragmentarisch klinkt Spinifex in ‘Doppio Nudo Dal Niente’, hoewel na verloop van tijd een thema van trompet en altsax te ontwaren is. Na ruim vijf minuten gaat de zaak op de schop en ontaardt de muziek in een knettergek jazzrocknummer. Denk je. Even later ligt het tempo weer stil, waarna het met speels gemak ook weer opgepakt wordt. De muziek is kortom volstrekt onvoorspelbaar en laat dat nu net een grote kracht van het sextet zijn.

Bijzonder mooi is het unisono door trompet en saxen gespeelde thema van ‘Pegasus’ en hetzelfde geldt voor de gitaarpartij van Stadhouders, die sowieso een zeer prominente rol speelt in het geheel: solerend, stimulerend en ontregelend. Zij veelzijdigheid komt vooral sterk naar voren in het titelstuk, het langste stuk op het album, waarin Stadhouders ritmisch en melodieus een bepalende factor is maar waarin hij ook stevige accenten legt. Maris toont zijn klasse in een lange trompetsolo. Aanstekelijke ritmiek een een oosterse melodie kenmerken ‘Zikr’, dat lekker stevig is aangezet. Oosters klinkt ook ‘Icarus’, een compositie van Almeida waarmee op welhaast uitgelaten wijze het album wordt besloten.

Speelplezier staat bij Spinifex hoorbaar voorop en met deze muzikanten levert dat een knappe, speelse en bij tijd en wijle gestoorde plaat op die soms alle kanten op stuitert en een grote glimlach op het gezicht tovert. Alle composities zijn sterk en solistisch maar vooral ritmisch is de muziek om van te watertanden. Amphibian Ardour is een van de leukste jazzplaten van het jaar.

Amphibian Ardour bandcamp

Spinifex website