Luxor Live, Arnhem
Donderdag 30 november 2017
Soms verlies je iets of iemand uit het oog terwijl je niet weet waarom. Sinds de tijd van Hoofdkaas uit 2008 heeft Opduvel geen concert van De Kift meer bijgewoond. Vanavond in woonplaats Arnhem is het tijd voor een weerzien met een van de meest bijzondere bands die Nederland rijk is. Op dezelfde dag als het concert verschijnt ook het nieuwe album Bal en dus krijgt het publiek merendeels nieuwe nummers voor de kiezen. Dat is beslist geen straf, want Bal laat De Kift in een uitstekende vorm horen.
De in Oost-Knollendam gestartte band bestaat het komende jaar dertig jaar. In 1989 verscheen de eerste plaat IJverzucht, maar de unieke stijl van De Kift kwam voor het eerst echt goed tot zijn recht op Krankenhaus uit 1993. In een tijd dat grunge hoogtij vierde, was de fanfarepunk met Nederlandse teksten met literaire aspiraties van dit eigenwijze gezelschap niet iets waarmee je bij voorbaat succes boekte. De Kift kreeg het toch voor elkaar, met name ook door de weergaloze concerten waar de bezieling en bevlogenheid vanaf spatten.
En dat doet het nog steeds, zo blijkt vanavond in Luxor Live in Arnhem. “Geweldig dat jullie er allemaal zijn!’, zo openen de oudgedienden Ferry Heijne en Frank van den Bos het concert. Net als Wim ter Weele en Pim Heijne ogen ze een beetje ouder en strammer, maar het enthousiasme en speelplezier blijken onaangetast. Het nieuwe songmateriaal is ijzersterk, dat scheelt ook. En al loopt niet alles op rolletjes (sommige overgangen zijn nog wat onwennig, maar dat heeft ook zijn charme), de theatrale show overtuigt volledig.
De Kift is uitgegroeid tot een orkest van elf personen. Naast drums, bas, gitaar, toetsen en blaasinstrumenten zijn ook twee strijkers toegevoegd aan de groep en het geluid van de cello en altviool past naadloos in de rammelende fanfarestijl van de band. Bijna iedere muzikant heeft zijn eigen rol in de show die wordt opgevoerd. Uiteraard is leider en componist Ferry Heijne zoals altijd de charismatische frontman en eisen Van den Bos en Ter Weele ook hun plek vooraan op het podium op, maar ook baritonsaxofoniste Roos Janssens treedt een paar keer naar voren om als vocaliste dienst te doen.
Nog uitgebreider dan het gezelschap is het instrumentarium, variërend van ukelele tot steeldrum. Ook worden twee bastubas en zelfs vier accordeons ingezet. Het nieuwe album komt in zijn geheel voorbij, zij het in een iets andere volgorde, en tussendoor worden wat liedjes van Brik gespeeld, zoals ‘Woestijnnachten’, ‘Herfst & Tuberoazen’ en ‘Carburateur’. Een paar van de mooiste liedjes op het nieuwe album zijn aan het einde van de plaat te vinden en ook live behoren ‘Paradijs’ (met die héérlijke baritonsaxpartij), ‘Wildernis’ en ‘Begin’ tot de hoogtepunten, al wordt het laatstgenoemde lied, dat Bal afsluit, aan het begin van de set gespeeld. Ter Weele werkt tussen zijn drumwerk door aan een schildering op een groot vel papier.
Na een uur en een kwartier zit de reguliere set erop, maar er is tijd voor een paar bijzondere toegiften. Zo wordt ‘Beguine’ gespeeld door een kwartet, bestaande uit Mathijs Houwink, Pim Heijne en Roos Janssens op ukelele en Saskia Meijs op zang. Laatstgenoemde speelt bovendien violofoon (of trompetviool), een viool zonder klankkast, maar met een hoorn om het geluid te versterken. Tot slot mag het publiek meezingen met ‘Witte Haring’. De participatie van de enthousiaste toehoorders stelt niet teleur. Echte oude klassiekers als ‘De Dakgoot’ en ‘Rolfie’ worden tegenwoordig kennelijk niet meer gespeeld, maar worden ook niet gemist. Het zegt genoeg over de vitaliteit van De Kift anno 2017.
De Kift kon het en kan het nog steeds: het publiek inpakken met een feestelijke show met een weemoedige ondertoon. Het oogt allemaal fris en het zichtbare plezier waarmee de muzikanten hun rollen vertolken, werkt aanstekelijk. Met een grote glimlach kan de weg huiswaarts worden aanvaard, maar uiteraard pas na aanschaf van de nieuwe cd, die weer in zo’n schitterende handgemaakte verpakking is gestoken.