Makkum, 2017
Kologo Power! is een muziekscene die ontstaan is in het noordoosten van Ghana. De bekendste vertegenwoordiger is King Ayisoba, bekend van ‘I Want To See You My Father’. Uit dezelfde scene komt Atamina, die aan het kologo-genre een eigen draai geeft. De muzikant is afgestudeerd als arts, maar de muzikale roeping was sterker. Gelukkig maar, want op het op het Nederlandse label Makkum Records verschenen Sycophantic Friends laat Atamina horen hoe onweerstaanbaar zijn muziek is.
Het zijn niet alleen de aanstekelijke ritmiek en de bevlogen zang die de Ghanees bijzonder maken. Dat bijzondere zit ook in de teksten, voor een gedeelte in charmant uitgesproken Engels gezongen, die sociaal-kritisch zijn en zich op een licht sarcastische wijze richten tegen bijvoorbeeld de West-Afrikaanse bourgeoisie. Of tegen het gebruik van plastic zakjes die het milieu vervuilen. Sycophantic Friends is natuurlijk ook een veelzeggende titel. De muziek mag dan uitnodigen tot lachen en dansen, die wordt wel gemaakt door een scherpzinnige geest die ongemakkelijke onderwerpen niet uit de weg gaat.
Maar het gaat uiteraard om de muziek, en die stelt allerminst teleur. Atamina staat met anderhalf been in de Afrikaanse (Ghanese) traditie, maar heeft oog voor moderniteit. Niet dat de muziek met geforceerde elektronische effecten wordt gemoderniseerd of met in Europa of de Verenigde Staten gangbare instrumenten wordt verwesterd, maar de sound van de man uit Ghana draagt wel onmiskenbaar een eigentijds stempel door zijn robuuste speelstijl en scherpe randje.
Als basis voor de muziek dient het tweesnarige instrument waarvan Atamina zich bedient, net als het genre ‘kologo’ genaamd, maar de instrumentale invulling is niet altijd sober. In het de cd openende titelstuk horen we ook fluit en percussie ter ondersteuning van de vocalen. Die zijn weinig subtiel maar dragen bij aan de uitbundige muziek. De ritmiek is bijzonder aanstekelijk en stilzitten is er niet bij. In ‘Enjoy Yourself’ wordt er nog een schepje bovenop gedaan. Jammer is dat het nummer met toetsen verrijkt wordt, waar echte blazers de muziek nog aantrekkelijker zouden hebben gemaakt.
‘When Two Elephants Fight’ is ook sterk ritmisch, maar soberder ingevuld met stem, kologo en djembé. De tred is, de titel indachtig, die van een olifant, maar dan wel een die behoorlijk snelle danspassen heeft geleerd. De situatie met betrekking tot Boko Haram vormt het onderwerp van het stuk met een serieuze boodschap (“No peace without justice”). Het ritme van ‘No One Wants To Die’ is voor westerse dansvoeten wat ingewikkeld, maar eenmaal onder de knie is er geen houden meer aan en moet je mee met de dwingende muziek. ‘Rubber Song’ is even wennen door de keyboards die een muzikale hoofdrol vervullen. Het werkt uiteindelijk wel, in combinatie met de opnieuw zeer dansbare ritmiek en het snelle spel op de kologo.
‘Cuhumenga’ onderscheidt zich door een elektronisch effect op de zang en het gebruik van meerdere stemmen. Op ‘Bakolko’ blijft de instrumentatie beperkt tot kologo en percussie. De muziek wordt er niet minder aanstekelijk door, zeker niet als Atamina hartstochtelijk zingt met zijn wat rauwe stem. ‘Vine Nbise Mam’ wordt weer rijker ingevuld met fluit en koorzang. Tot slot begeleidt de Ghanees zichzelf slechts op de kologo in ‘Tizigra Seem N Tayango’. Het instrument doet solitair uitstekend dienst, zowel ritmisch als melodisch.
Ook wie geen uitgesproken liefhebber is van Afrikaanse muziek, zou Sycophantic Friends eens moeten checken. De ritmische muziek wordt met een sterke gedrevenheid vertolkt en heeft een scherp randje. De nummers onderscheiden zich van elkaar door muzikale invulling, tempo en tekstuele onderwerpen. Die onderwerpen zijn vaak minder opgewekt dan de muziek doet vermoeden, maar desondanks werkt het geheel stemmingverhogend. Atamina brengt opwindende muziek uit Ghana op ongepolijste wijze. Helemaal niets mis mee.